28168 - Wet op de jeugdzorg
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 18 december 2001 ingediend door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Vliegenthart1, en de staatssecretaris van Justitie, Kalsbeek2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is een wettelijke aanspraak op jeugdzorg voor zover daarop geen aanspraak bestaat ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, te vestigen, een samenhangend aanbod van jeugdzorg te realiseren, dat aansluit op de behoefte, de toegang tot de jeugdzorg alsmede de bekostiging van de jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat opnieuw te regelen.
Inhoudsopgave
Regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg)
Bij dit wetsvoorstel werden vier nota's van wijziging en 19 amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer tien moties en in de Eerste Kamer een motie ingediend.2 |
18 december 2001, memorie van toelichting, nr. 3
KST58316 Memorie van toelichting publicatie: 27 december 2001 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Talentvolle en bekwame PvdA-politica die haar loopbaan begon als voorzitter van de Jonge Socialisten. Door haar goede dossierkennis en vaardigheid in het debat wist zij zich in de PvdA-fractie snel op te werken. Vooral deskundig op (jeugd)welzijnsgebied en op het terrein van emancipatie. Na vicefractievoorzitter te zijn geweest, werd zij in 1998 staatssecretaris in het tweede kabinet-Kok. Daar kreeg zij met de lastige problematiek van de wachtlijsten in de zorg te maken. Verder had zij sport in haar portefeuille. Na de voor de PvdA teleurstellende verkiezingen van 2002 trok zij zich uit de politiek terug. Was kroonlid van de SER en is onder meer zelfstandig adviseur en sportbestuurder.
- 2.Gewaardeerde justitiewoordvoerster van de PvdA-Tweede Kamerfractie die ook korte tijd staatssecretaris was in het kabinet-Kok II. Begon als beleids- en stafmedewerkster van de PvdA-fractie en ging in het najaar van 1989 zelf deel uitmaken van die fractie. Leidde onder meer de commissie die uitvoering van de aanbevelingen van de IRT-enquêtecommissie onderzocht. Hield zich behalve met justitie en sociale zaken ook bezig met zaken rond het koninklijk huis en met het jeugdbeleid. Maakte zich sterk voor verbetering van de (justitiële) jeugdzorg. Sprak haar gedegen redevoeringen in de Kamer altijd tamelijk snel uit.
- 3.Spreekvaardig CDA-Tweede Kamerlid met een Turkse achtergrond. Was voor hij in 2001 in de Kamer kwam lid van de Commissie Gelijke Behandeling, juridisch medewerker op een advocatenkantoor en afdelingscoördinator onderwijszaken, juridische zaken en voorlichting van het Amsterdams Centrum voor Buitenlanders. Had al enige bekendheid gekregen als deelnemer aan het discussieprogramma Het Lagerhuis. In de Kamer fractiewoordvoerder integraal veiligheidsbeleid, justitie en politie. Verder hield hij zich bezig met internationaal recht en mensenrechten. Nadien directeur van een centrum dat zich bezighoudt met internationale kindontvoeringen.
- 4.Sociologe die Tweede Kamerlid voor GroenLinks was. Keerde echter al na drie jaar terug naar de wetenschap, omdat die stiel haar beter lag dan de politiek. Was in de Kamer woordvoerster volksgezondheid, welzijn en emancipatiebeleid. Was voor zij Kamerlid werd universitair docente, onderzoeker en projectleider bij het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn en is sinds 1 mei 2014 hoogleraar burgerschap en humanisering van instituties en organisaties aan de Universiteit voor Humanistiek. Eerder bekleedde zij de leerstoel actief burgerschap aan de UvA.
- 5.Bevlogen Tweede Kamerlid en enige tijd partijleidster van de SP. In Nijmegen gepromoveerd in de medische wetenschappen en aanvankelijk wetenschapper. Kwam in 1994 in de gemeenteraad van Doesburg en werd beleidsmedewerker van de Kamerfractie. Vanaf 1998 Tweede Kamerlid, dat zich vooral bezighield met de zorgsector. Kwam krachtig op voor de belangen van zorgconsumenten. Fel, vasthoudend debatester, die daardoor soms wel iets drammerigs had. Was in 2008 de logische opvolgster van Jan Marijnissen, maar kon diens populariteit niet benaderen en trad na de teleurstellende raadsverkiezingen van 2010 terug. Is sinds 2013 directeur van Lareb, een onderzoeksinstituut voor bijwerking van medicijnen en sinds 2024 bijzonder hoogleraar in Leiden.
- 6.Tweede Kamerlid van Turkse afkomst voor de VVD in de perioden 1998-2002 en 2003-2006 dat haar ambities niet onder stoelen of banken stak. Voltooide tijdens haar lidmaatschap een studie taalwetenschappen. Dochter van een gastarbeider; kwam zelf op haar vierde naar Nederland. Was medewerkster van de Nederlandse Moslim Omroep, lerares en medewerker van een stichting voor welzijnsprojecten. Hield zich aanvankelijk vooral met sociale zaken bezig en was vanaf 2004 mediawoordvoerster. Legde zich in 2005 neer bij het compromis over het mediabeleid van staatssecretaris Van der Laan. Was zeer ontstemd toen haar partij een jaar later niet langer aanstuurde op verkleining van de publieke omroep.
- 7.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 8.Gedurende ruim tien jaar een extrovert en debatvaardig Tweede Kamerlid van D66. Had een achtergrond als acteur bij diverse toneelgezelschappen en was voorzitter van de Jonge Democraten. Verder was hij financieel bestuurslid van de Nationale Jeugdraad. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met het onderwijsbeleid, drugsbeleid, natuurbehoud, dierenwelzijn, binnenlands bestuur, cultuur en media. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen en van het Kamerpresidium. Was betrokken bij vele parlementaire initiatieven, zoals die om de Tweede Kamer het voortouw te geven in de kabinetsformatie en om tot invoering van een correctief dan wel raadgevend referendum te komen.
- 9.In Delft geboren CDA-politica, die op jonge leeftijd Tweede Kamerlid werd en daar onder meer het woord voerde over medisch-ethische zaken. Opgeleid als doktersassistente en lerares. Als vertrouweling van fractievoorzitter Balkenende werd zij in 2002 staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Behalve met thema's als jeugdbeleid, de thuiszorg en het ouderenbeleid, hield zij zich bezig met het sportbeleid. Leunde aanvankelijk sterk op haar ambtenaren en kreeg de nodige kritiek vanwege de problemen met wachtlijsten, maar wist later dat beeld om te buigen. Haar voornaamste wetgevende prestaties waren de Wet jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
- 10.Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
- 11.Tussen 2003 en 2011 (met een onderbreking van twee jaar) specialist op het gebied van de volksgezondheid in de PvdA-Eerste Kamerfractie en onder meer woordvoerder bij de behandeling van de Zorgverzekeringswet. Hield zich verder bezig met jeugdzorg. Was voor hij senator werd docent, onderzoeker en fractiemedewerker en tot juli 2006 voorzitter van de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Overtuigde sociaaldemocraat, die over een goede dossierkennis beschikte.
- 12.Nauwgezette juriste van hervormden huize in de CDA-fractie in de Tweede Kamer die veel werk verzette op wetgevend gebied. Vervulde na een korte periode als onderwijzeres de functie van van rechtbankgriffier en was docente aan de Katholieke Hogeschool in Tilburg. In de Tweede Kamer woordvoerster op het gebied van justitie (onder meer echtscheidingswetgeving en gevangeniswezen) en emancipatie (zorg en arbeid). Na haar dertienjarige Tweede Kamerlidmaatschap korte tijd wethouder in Nuenen en rechter in Rotterdam. Was vervolgens één jaar senator.
- 13.Sociaal voelende en maatschappelijk geëngageerde huisarts uit Groningen, die twaalf jaar voor de SP in de Eerste Kamer zat. Van huis uit betrokken bij de gezondheidzorg. Was voor zij Eerste Kamerlid werd twee jaar voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging. Deskundig en daardoor ook bij politieke 'tegenstanders' een gewaardeerd Kamerlid. Dat betrof allereerst het terrein van de volksgezondheid, maar verder onderwerpen als welzijn, landbouw, natuur en voedselkwaliteit, ruimtelijke ordening en milieu. Was acht jaar voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- 14.Toegewijd Eerste Kamerlid van de SGP en als zodanig zestien jaar woordvoerder op uiteenlopende beleidsterreinen. Hij voerde bijvoorbeeld het woord over volksgezondheid, verkeer, economische zaken en sociale zaken. Vervulde directiefuncties op het terrein van de volksgezondheid en was burgemeester van Sint Philipsland (1973-1981) en van Genemuiden (1981-1987). Bescheiden en minzame senator, die een principiële inbreng combineerde met een constructieve opstelling.
- 15.Cultuurpsycholoog en publicist, die gedurende de acht jaren dat hij lid was in vele Eerste Kamerdebatten namens GroenLinks het woord voerde. Sprak over uiteenlopende onderwerpen zoals de ruimtelijke economische ontwikkelingen, energiebeleid, cultuur, milieu en verkeer en waterstaat. Was vier jaar voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat. Voor hij in de Eerste Kamer kwam hoofdredacteur van tijdschriften in de welzijnssector en redacteur van de opiniepagina van De Volkskrant. In de jaren zeventig en tachtig was hij lid van de CPN.
- 16.Rijzige adellijke dame, die in 2003 via voorkeurstemmen voor de VVD in de Eerste Kamer kwam. Afkomstig uit een familie die diverse Eerste Kamerleden voortbracht. Was calligrafe, lid Provinciale Staten van Overijssel, docent arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht aan een HEAO en beleidsmedewerker bij zorggerelateerde instellingen. In de Senaat hield zij zich vooral bezig met cultuur en sociale zaken. Zo voerde zij het woord bij de behandeling van de Wet werk en bijstand. Tevens was zij woordvoerster bij de Wet op de jeugdzorg. Bescheiden en constructief optredend Kamerlid.
- 17.Politicus van D66, die voor die partij deel uitmaakte van beide Kamers. Was zeven jaar Eerste Kamerlid, waarvan drie jaar fractievoorzitter, en vijf jaar Tweede Kamerlid. Hij begon al op jonge leeftijd als fractiemedewerker en was later wethouder van Dordrecht en partijvoorzitter. Verder was hij directeur van het Netherlands Institute for City Innovation Studies (Maatschappelijk Topinstituut voor steden). In de Eerste Kamer voorzitter van de commissie voor Verkeer en Waterstaat. Als Tweede Kamerlid woordvoerder op het gebied van binnenlands bestuur, justitie, asiel en immigratie en landbouw en betrokken bij diverse initiatiefvoorstellen, onder meer over referenda, de benoemingswijze van de burgemeester en weigerambtenaren. Had ook een aandeel in de nieuwe opzet van de formatie. Daarna was hij directeur van de Nederlandse Vereniging voor Innovatieve Geneesmiddelen. Vasthoudend debater.