26883 - Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 11 november 1999 ingediend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Peper1, en de minister van Justitie, Korthals2.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is dat bestuursorganen over de mogelijkheid beschikken om bepaalde subsidies of vergunningen te weigeren of in te trekken indien er sprake is van ernstig gevaar dat strafbare feiten zullen worden gepleegd of van het vermoeden dat strafbare feiten zijn gepleegd, alsook om bepaalde overheidsopdrachten niet te gunnen of een overeenkomst terzake te ontbinden indien door bedrijven niet of niet meer wordt voldaan aan de vereisten inzake betrouwbaarheid, en dat bestuursorganen zich bij het nemen van die beslissingen daaromtrent kunnen laten adviseren.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Regels inzake de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur met betrekking tot beschikkingen of overheidsopdrachten (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en 33 amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer drie moties ingediend.

4.

Documenten

2 11 november 1999, memorie van toelichting, nr. 3     KST41865
Memorie van toelichting
publicatie: 26 november 1999
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    PvdA-bestuurder die zijn ministerschap van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok opgaf in verband met een declaratie-affaire. Wetenschapper (socioloog) en tijdens het kabinet-Den Uyl politiek adviseur voor het welzijnsbeleid. Daarnaast als vicevoorzitter van de PvdA een belangrijk partijideoloog. Als burgemeester van Rotterdam (sinds 1982) werd hij bij een deel van de bevolking populair, maar maakte hij ook nogal wat (politieke) vijanden die vonden dat hij te weinig open bestuurde. Dat beeld leek bevestigd te worden in onderzoek naar zijn ruime declaratiegedrag. Werd later gerehabiliteerd, omdat bij het accountantsonderzoek fouten waren gemaakt. Creatieve denker en doener, die in persoonlijke relaties nog wel eens onhandig optrad.
     
  • 2. 
    Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
     
  • 3. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 4. 
    VVD-bestuurder en politicus, die vier keer tussentijds Tweede Kamerlid werd. Hij was wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken, advocaat, en in de perioden 1986-1990 en 1994-1997 wethouder van Amersfoort. Combineerde als één van de weinigen het raadslidmaatschap met het Tweede Kamerlidmaatschap. Vooral deskundig op gebied van lokaal bestuur en staatsrecht. Voerde regelmatig het woord bij onderwerpen als de gekozen burgemeester, het kiesrecht, de werkwijze van de Kamer en Antilliaanse zaken en nam diverse wetgevende initiatieven. Het bekendste daarvan, over echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst, werd door de Senaat verworpen. In 2006-2010 was hij wederom wethouder van Amersfoort, en van 2010-2014 in Lelystad.
     
  • 5. 
    Voormalige vakbondsbestuurder (Abva/Kabo), die zich als de Tweede Kamerlid voor de PvdA vooral bezighield met gemeentelijke herindelingen en justitie (strafvordering, gevangeniswezen, drugssmokkel). Een belangrijk onderwerp waarover zij het woord voerde, was daarnaast de integriteit in het openbaar bestuur. Van geboorte Limburgse, maar in Den Haag woonachtig en daar, vóór zij Kamerlid werd, actief in het PvdA-afdelingsbestuur en in de steunfractie.
     
  • 6. 
    Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
     
  • 7. 
    Gedurende ruim twaalf jaar woordvoerster van de D66-Tweede Kamerfractie op het terrein van het binnenlands bestuur en een gedegen pleitbezorgster van bestuurlijke vernieuwing. Was wetenschappelijk medewerker staats- en administratiefrecht in Leiden, wetgevingsjuriste op het ministerie van Binnenlandse Zaken, (vice)partijvoorzitter, gemeenteraadslid en wethouder. Behalve bestuur en democratie hadden ook het politie- en ambtenarenbeleid en de relaties met de Antillen haar belangstelling. Echtgenote van oud-staatssecretaris Michiel Scheltema.
     
  • 8. 
    Kamerlid van GroenLinks, die bekend stond als 'de man met de rode shawl'. Sportieve buurtactivist uit Groningen. Kenner van de kraakbeweging. Behoorde als oud-PSP'er tot de linkervleugel van GroenLinks. Als Eerste Kamerlid woordvoerder op velerlei terreinen, waarbij hij bewindslieden en opponenten strijdbaar tegemoet trad. In de Tweede Kamerfractie van GroenLinks, waarnaar hij in 2001 tussentijds overstapte, lag hij minder goed vanwege zijn solistische optreden. Overtuigd Republikein en antimilitarist.
     
  • 9. 
    Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.
     
  • 10. 
    Bezadigde CDA-bestuurder uit Drenthe, die een lange loopbaan in het binnenlands bestuur afsloot met een achtjarig lidmaatschap van de Eerste Kamer. Begon op de secretarie van Wassenaar en was daarna - net als zijn vader - burgemeester, in respectievelijk de gemeenten Workum, Hindeloopen en Smilde. Vervolgens twaalf jaar gedeputeerde van Drenthe. In de Eerste Kamer sprak hij met regelmaat over bestuurlijke onderwerpen, zoals gemeentelijke herindelingen, bestuurlijke samenwerking, het politiebestel, veiligheid en rampenbestrijding. Voerde ook soms het woord over volkshuisvesting.
     
  • 11. 
    Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
     
  • 12. 
    Erudiete rechtswetenschapper die naam maakte als succesvol en gewaardeerd hoogleraar, partijfilosoof en senator van de PvdA. Zoon van VVD-minister Witteveen en achterkleinzoon van SDAP-wethouder Wibaut. Promoveerde in 1988 op een rechtstheoretisch proefschrift en verkreeg spoedig daarna, in 1990, de leerstoel encyclopedie van het recht in Tilburg. Was redacteur van het tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van de PvdA en in 1998 voorzitter van een commissie die het beginselprogramma herschreef. Werd in 1999 Eerste Kamerlid (tot 2007) en later nog eens vanaf januari 2013. Kwam in juli 2014, samen met vrouw en dochter, om bij het neerhalen van vlucht MH17 boven Oekraïne. Werd herdacht als een vriendelijk, tolerant en buitengewoon zorgvuldig optredend mens.
     
  • 13. 
    Natuurkundige, jeugdboekenschrijver en D66-voorman; na Van Mierlo hét gezicht van D66. In 1971 Tweede Kamerlid en in 1973 fractievoorzitter. Wist in 1976 zijn partij te redden en vervolgens naar electoraal succes te leiden. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Botste toen vaak met zijn collega-minister Den Uyl en kwam zowel binnen als buiten zijn partij onder vuur te liggen. Werd in 1982 met tegenzin weer lijsttrekker, maar verdween na de voor D66 teleurstellende verkiezingen enige jaren van het politieke toneel. In 1991 de eerste D66-Commissaris van de Koningin en later nog vier jaar senator. Kalme, vriendelijke domineeszoon, die als de verpersoonlijking van 'het redelijke alternatief' (de slogan van zijn partij) bekendstond en door velen werd getypeerd als 'de ideale schoonzoon'.
     
  • 14. 
    Relativerende Groningse liberaal, die in de Eerste Kamer twaalf jaar namens de VVD het woord voerde over onderwerpen op het gebied binnenlandse zaken, zoals herindelingen, grondwetsherzieningen en de burgemeestersbenoeming. Daarnaast hield hij zich bezig met wetgeving op het raakvlak van landbouw en natuur en met Koninkrijksrelaties. Was voor hij senator werd in Groningen en Drenthe werkzaam als hoofd personeel en organisatie van een industrieel bedrijf, als hoofd van een zorginstelling en als directeur van een thuiszorgorganisatie. Daarna was hij zelfstandig organisatie-adviseur.
     
  • 15. 
    Uit de PSP afkomstige senator van GroenLinks, die ondanks door hem regelmatig geopperde bezwaren tegen het instituut een actief lid van de Eerste Kamer was. Hield zich onder andere bezig met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en was daarnaast woordvoerder financiën, Antilliaanse zaken en Europese samenwerking. Opmerkelijk was het op zijn verzoek gehouden interpellatiedebat over een ingezonden brief van Prins Bernhard aan De Volkskrant. Was voorzitter van GroenLinks, schrijver van reis- en wandelgidsen en veranderingsmanager bij stadsdeel Amsterdam-Oost/Watergraafsmeer. Verder was hij gemeenteraadslid in Bussum en Amsterdam.