26639 - Wet foetaal weefsel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 25 juni 1999 ingediend door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Borst-Eilers1, en de minister van Justitie, Korthals2.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is regelen te stellen omtrent de voorwaarden waaronder terbeschikkingstelling en gebruik van foetaal weefsel toelaatbaar is.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Regels betreffende terbeschikkingstelling en gebruik van foetaal weefsel (Wet foetaal weefsel)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging en acht amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend.

4.

Documenten

2 25 juni 1999, memorie van toelichting, nr. 3     KST36104
Memorie van toelichting
publicatie: 6 juli 1999
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    Minister van Volksgezondheid in de kabinetten-Kok en bij de verkiezingen 1998 lijsttrekker van D66. Werd na een loopbaan als arts, ziekenhuisdirecteur, hoogleraar en vicevoorzitter van de Gezondheidsraad minister in het kabinet-Kok I en in het Kok II tevens vicepremier. Tijdens haar ministerschap werden medisch-ethische kwesties geregeld zoals euthanasie, medisch-wetenschappelijk onderzoek en onderzoek met embryo's. Kreeg als minister te maken met de problematiek van wachtlijsten in de zorg en het tekort aan medisch personeel en werd hierover fel aangevallen door de oppositie van links en rechts. Deskundige minister die veel wetgeving tot stand bracht. Riep door haar liberale opvattingen in medisch-ethische kwesties in sommige kringen wel weerstand op, maar werd algemeen geacht als een wijze en betrokken bewindsvrouw.
     
  • 2. 
    Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
     
  • 3. 
    In Delft geboren CDA-politica, die op jonge leeftijd Tweede Kamerlid werd en daar onder meer het woord voerde over medisch-ethische zaken. Opgeleid als doktersassistente en lerares. Als vertrouweling van fractievoorzitter Balkenende werd zij in 2002 staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Behalve met thema's als jeugdbeleid, de thuiszorg en het ouderenbeleid, hield zij zich bezig met het sportbeleid. Leunde aanvankelijk sterk op haar ambtenaren en kreeg de nodige kritiek vanwege de problemen met wachtlijsten, maar wist later dat beeld om te buigen. Haar voornaamste wetgevende prestaties waren de Wet jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
     
  • 4. 
    Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
     
  • 5. 
    Zeer populaire VVD-politica. Was in de jaren zestig een topzwemster, die onder meer medailles won op de Olympische Spelen van 1964. Haar bekendheid werd nog vergroot door haar panellidmaatschap van een populair tv-spelletje. In 1977 gekozen tot Tweede Kamerlid en woordvoerster voor onder meer ontwikkelingssamenwerking, Antilliaanse zaken, welzijn en volksgezondheid. Zette zich ook zeer in voor gehandicapten. Was bij achtereenvolgende Kamerverkiezingen goed voor tienduizenden voorkeurstemmen. Staatssecretaris van welzijn en sport in het eerste kabinet-Kok. In die functie vaak als overenthousiast supporter aanwezig bij sportwedstrijden. Voerde het persoonsgebonden budget in. Keerde in 1998 terug als Kamerlid, leidde enkele Kamercommissies en was ondervoorzitter van de Kamer. In 2003-2010 voorzitter van NOC*NSF.
     
  • 6. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 7. 
    Zestien jaar justitie-woordvoerster van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was daarvoor al vijf jaar medewerker van Aad Kosto. Bestuurlijk actief in het PvdA-gewest Noord-Holland-Noord. In de Tweede Kamer had vooral de totstandkoming van het Nieuw Burgerlijk Wetboek haar belangstelling. Daarnaast hield zij zich bezig met vraagstukken op het raakvlak van justitie en medische ethiek. Zette zich in voor natuurbehoud en dierenwelzijn en speelde een prominente rol in de samenwerking in Beneluxverband. Enige jaren voorzitter van de vaste commissie voor Justitie.
     
  • 8. 
    Bevlogen Tweede Kamerlid en enige tijd partijleidster van de SP. In Nijmegen gepromoveerd in de medische wetenschappen en aanvankelijk wetenschapper. Kwam in 1994 in de gemeenteraad van Doesburg en werd beleidsmedewerker van de Kamerfractie. Vanaf 1998 Tweede Kamerlid, dat zich vooral bezighield met de zorgsector. Kwam krachtig op voor de belangen van zorgconsumenten. Fel, vasthoudend debatester, die daardoor soms wel iets drammerigs had. Was in 2008 de logische opvolgster van Jan Marijnissen, maar kon diens populariteit niet benaderen en trad na de teleurstellende raadsverkiezingen van 2010 terug. Is sinds 2013 directeur van Lareb, een onderzoeksinstituut voor bijwerking van medicijnen en sinds 2024 bijzonder hoogleraar in Leiden.
     
  • 9. 
    Zat acht jaar in de Tweede Kamer voor D66, vanaf de leeftijd van 27 jaar. Was daarvoor werkzaam bij een taleninstituut voor het bedrijfsleven en bij ING Aviation Lease en tevens gemeenteraadslid in Aalsmeer. Nadat Roger van Boxtel minister was geworden, werd zij woordvoerster volksgezondheid en welzijn van haar fractie. Daarvoor hield zij zich onder meer bezig met beroepsonderwijs, jeugdbeleid en kinderbescherming en emancipatie. Sinds 2002 vervult zij diverse functies in belangenverenigingen in de zorg waaronder die van directeur van de Parkinson Vereniging.
     
  • 10. 
    Onconventionele arts uit Castricum die na haar 65e Tweede Kamerlid werd voor GroenLinks. Dochter van een musicus van Hongaarse afkomst. Was directeur van een GGD en lid van de Sociale Verzekeringsraad en van het Centraal Medisch Tucht College. Als woordvoerster volksgezondheid bewerkstelligde zij via amendering dat in de Tabakswet werd opgenomen dat werknemers recht hebben op een rookvrije plek, dat ook in treinen niet gerookt mag worden en dat de leeftijdsgrens voor verkoop 16 jaar in plaats van 18 jaar werd.
     
  • 11. 
    Yvonne Timmerman (1956) was van 1 november 2009 tot 1 januari 2019 lid van de Raad van State. Van 8 juni 1999 tot 1 november 2009 was zij Eerste Kamerlid voor het CDA. In de periode 2001-2003 was zij fractievoorzitter en tussen 17 juni 2003 en 6 oktober 2009 voorzitter van de Eerste Kamer. Zij was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Senaat. Mevrouw Timmerman was voordien ondervoorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling. In de Eerste Kamer hield zij zich, voor zij fractievoorzitter werd, bezig met justitie en was zij voorzitter van de vaste commissie voor Justitie.
     
  • 12. 
    Vooraanstaande ethica op medisch gebied, die zestien jaar Eerste Kamerlid voor de VVD was. Hoogleraar in Leiden, en voorts onder meer voorzitter van de Ethische Adviesraad van Sanquin en vicevoorzitter van de Commissie medische ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Hield zich in de Eerste Kamer onder andere bezig met hoger onderwijs en volksgezondheid. Speelde een belangrijke rol bij het door de Senaat afwijzen van het wetsvoorstel Elektronisch Patiënten Dossier. Kwam zowel buiten als binnen het parlement duidelijk en krachtig uit voor haar opvattingen. Was in 2007-2011 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
     
  • 13. 
    Toegewijd Eerste Kamerlid van de SGP en als zodanig zestien jaar woordvoerder op uiteenlopende beleidsterreinen. Hij voerde bijvoorbeeld het woord over volksgezondheid, verkeer, economische zaken en sociale zaken. Vervulde directiefuncties op het terrein van de volksgezondheid en was burgemeester van Sint Philipsland (1973-1981) en van Genemuiden (1981-1987). Bescheiden en minzame senator, die een principiële inbreng combineerde met een constructieve opstelling.
     
  • 14. 
    Juriste, die acht jaar voor de PvdA zitting had in de Eerste Kamer. Dochter van een Tweede Kamerlid en verzetsman. Was werkzaam in de wetenschap en als advocaat en daarna coördinerend vicepresident van de arrondissementsrechtbank in Assen. Hield zich in de Eerste Kamer bezig met wetgeving op het terrein van justitie en het op raakvlak van justitie en volksgezondheid.
     
  • 15. 
    Amsterdamse pacifistisch-socialist en homo-activist, die vier jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Afkomstig uit een eenvoudig arbeidersgezin; zoon van een huisschilder. Na zijn opleiding tot onderwijzer als dienstweigeraar te werk gesteld in Haarlem. Keerde later terug naar Amsterdam, ging daar pedagogie studeren en werd actief in de homobeweging. In 1980 lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de PSP. Schreef als raadslid onder meer een homo- en een prostitutienota en stelde het gebruik van traangas bij ontruimingen ter discussie. In de Eerste Kamer hield hij zich behalve met volksgezondheid onder meer met politie-aangelegenheden bezig.
     
  • 16. 
    Degelijke jurist en bestuurder die twee periodes voor D66 in de Eerste Kamer zat. Had daarvoor een loopbaan doorlopen bij de rechtelijke macht, de provincie Noord-Brabant en als adviseur van de burgemeester van Utrecht over politieaangelegenheden. Was tijdens zijn eerste periode als senator tevens hoofd openbare orde en veiligheid van de gemeente Rotterdam en tijdens zijn tweede topambtenaar van de gemeente Middelburg. In de Eerste Kamer hield hij zich bezig met volksgezondheid, welzijn, volkshuisvesting, landbouw, Antilliaanse Zaken en milieu. Was na dat lidmaatschap drie jaar wethouder van Leiden.
     
  • 17. 
    Tweede Kamerlid voor de VVD tijdens de paarse kabinetten. Woordvoerder ontwikkelingssamenwerking en handelspolitiek, die zich bijzonder inzette voor de viering van 50 jaar Marshallhulp. Was voor hij in de Kamer kwam werkzaam als internationaal consultant en als directeur/inspecteur op het ministerie van VROM. Was tevens fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Voorburg. Na zijn vertrek uit de Kamer waarnemend burgemeester, waaraan op voor hem nogal pijnlijke wijze een einde kwam.