26160 - Verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 14 september 1998 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Kok1, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Peper2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat de wet van 10 oktober 1997 (Stb. 1998, 8) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt.
Verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt
2 |
14 september 1998, memorie van toelichting, nr. 3
KST31089 Memorie van toelichting publicatie: 24 september 1998 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiƫn in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 2.PvdA-bestuurder die zijn ministerschap van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok opgaf in verband met een declaratie-affaire. Wetenschapper (socioloog) en tijdens het kabinet-Den Uyl politiek adviseur voor het welzijnsbeleid. Daarnaast als vicevoorzitter van de PvdA een belangrijk partijideoloog. Als burgemeester van Rotterdam (sinds 1982) werd hij bij een deel van de bevolking populair, maar maakte hij ook nogal wat (politieke) vijanden die vonden dat hij te weinig open bestuurde. Dat beeld leek bevestigd te worden in onderzoek naar zijn ruime declaratiegedrag. Werd later gerehabiliteerd, omdat bij het accountantsonderzoek fouten waren gemaakt. Creatieve denker en doener, die in persoonlijke relaties nog wel eens onhandig optrad.