25892 - Wet bescherming persoonsgegevens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 14 februari 1998 ingediend door de minister van Justitie, Sorgdrager1, en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Kohnstamm2.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het noodzakelijk is de richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 november 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281) te implementeren; Gelet op artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet.

Inhoudsopgave

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden vijf nota's van wijziging, twee nota's van verbetering en 17 amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties ingediend.

4.

Documenten

2 14 februari 1998, memorie van toelichting, nr. 3     KST27835
Memorie van toelichting
publicatie: 2 maart 1998
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, het betrokken EU-dossier, de betrokken EU-wetgeving, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
     
  • 2. 
    Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.
     
  • 3. 
    Gedurende ruim twaalf jaar woordvoerster van de D66-Tweede Kamerfractie op het terrein van het binnenlands bestuur en een gedegen pleitbezorgster van bestuurlijke vernieuwing. Was wetenschappelijk medewerker staats- en administratiefrecht in Leiden, wetgevingsjuriste op het ministerie van Binnenlandse Zaken, (vice)partijvoorzitter, gemeenteraadslid en wethouder. Behalve bestuur en democratie hadden ook het politie- en ambtenarenbeleid en de relaties met de Antillen haar belangstelling. Echtgenote van oud-staatssecretaris Michiel Scheltema.
     
  • 4. 
    Theo Rietkerk (1962) is sinds 11 juni 2019 lid van de CDA-Eerste Kamerfractie. In de periode 1998-2003 was hij Tweede Kamerlid en toen woordvoerder politie, criminaliteitsbestrijding en veiligheid. Hij was tevens fractiesecretaris. Voor hij Kamerlid werd, was de heer Rietkerk algemeen juridisch medewerker landelijk gebied van de provincie Overijssel en projectleider plattelandsvernieuwing. In 2003-2014 was hij lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel belast met onder andere de thema's ruimte, economie, energie, wonen en milieu. Sinds 1 november 2014 is hij bestuursvoorzitter van een onderwijsorganisatie. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met infrastructuur en waterstaat en is hij voorzitter van de vaste commissie voor OCW.
     
  • 5. 
    Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.
     
  • 6. 
    Liberaal politicus, die dertien jaar voor de VVD actief was in de landelijke politiek. Daarvoor secretaris van de Raad voor de Kunst. Was als Tweede Kamerlid woordvoerder justitie, cultuur en sociale zaken. Stond bij de aanpak van criminaliteit bekend als hardliner. In de kabinetten-Balkenende I en II staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, belast met Europese samenwerking en daarna minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties in Balkenende III. Tijdens zijn staatssecretariaat was Nederland voorzitter van de EU en speelde het referendum over de EU-Grondwet. Als minister was hij verantwoordelijk voor de slotakkoorden met de Antillen over staatkundige vernieuwing. Keerde in 2006 terug als Kamerlid en was daarna van 2011 tot 2019 voorzitter van de Raad van Bestuur van DSM.
     
  • 7. 
    Op de Rijksvoorlichtingsdienst gepromoveerde politicologe, die vijf jaar Tweede Kamerlid voor de PvdA was. Was universitair docent bestuurskunde in Leiden en daarvoor werkzaam bij de radio. Als woordvoerster rampenbestrijding voerde zij namens haar fractie het woord bij de debatten over de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam. Toonde daarbij persoonlijke betrokkenheid. Sprak daarnaast onder meer over media-zaken, de elektronische snelweg en de frequentieveiling. Had een heldere betoogtrant en voordracht.
     
  • 8. 
    Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
     
  • 9. 
    Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
     
  • 10. 
    D66-politicus die spoedig een gewaardeerd Tweede Kamerlid werd en in 1998 minister zonder portefeuille in het kabinet-Kok II belast met grotesteden-, integratie- en overheidscommunicatiebeleid. Was voor hij in de politiek kwam werkzaam bij de VNG, organisatie-adviseur, interim-manager en vicevoorzitter van de landelijke stichting projecten opvang asielzoekers. In de Kamer woordvoerder volksgezondheid en minderhedenbeleid en vicefractievoorzitter. Bracht een initiatiefwet tot stand over de aanstellingskeuring. Als minister net zo vlot en gewoon in de omgang als hij dat als Kamerlid was. Verliet de politiek na de verkiezingsnederlaag van 'paars' in 2002. Sinds 2003 was hij werkzaam bij zorgverzekeraar Menzis Zorg en daarvan was hij in 2004-2015 bestuursvoorzitter. Was daarna vijf jaar president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
     
  • 11. 
    Bert de Jong (1945) was van 6 juni 1999 tot 15 juli 2000 lid van de CDA-fractie in de Eerste Kamer. Hij was voorzitter van de Raad van Bestuur van Gak Groep N.V. en president-directeur van de Vereniging Gemeenschappelijk Administratiekantoor (GAK), lid van de Raad van Bestuur van Achmea Holding. Voordien was hij hoogleraar sociaal recht aan de Vrije Universiteit en voorzitter van de Sociale Verzekeringsraad. In de Eerste Kamer was hij lid van de commissies sociale zaken, Europese samenwerking, hoger onderwijs.
     
  • 12. 
    Gedegen advocate, specialiste op het gebied van het arbeidsrecht, die acht jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Gepromoveerd op een proefschrift over de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werd in 2003 fractievoorzitter en voerde behalve over onderwerpen op het gebied van justitie en sociale zaken dan ook over uiteenlopende onderwerpen het woord. Pleitte voor een grotere nadruk op goede uitvoerbaarheid van wetgeving en op heldere regelgeving. Deed dat in zorgvuldig opgebouwde, heldere betogen. Was nadien vijf jaar hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
     
  • 13. 
    Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
     
  • 14. 
    Invloedrijke senator van D66, zowel in de Eerste Kamer als in eigen partij. Stond bekend als een zorgvuldig formulerende spreker, naar wie aandachtig werd geluisterd. Als lid en voorzitter van een kleine fractie hield hij zich met uiteenlopende onderwerpen bezig, maar onderwijs en financiën hadden zijn bijzondere aandacht. Was in het dagelijks leven directeur van een psychiatrisch ziekenhuis en voordien leraar Nederlands en kroonlid van het bestuur van de Open Universiteit. Voor hij in de Senaat kwam was hij gemeenteraadslid in Wassenaar en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Speelde in 2005 een belangrijke rol bij het bestendigen van de regeringsdeelname van D66.
     
  • 15. 
    Erudiete rechtswetenschapper die naam maakte als succesvol en gewaardeerd hoogleraar, partijfilosoof en senator van de PvdA. Zoon van VVD-minister Witteveen en achterkleinzoon van SDAP-wethouder Wibaut. Promoveerde in 1988 op een rechtstheoretisch proefschrift en verkreeg spoedig daarna, in 1990, de leerstoel encyclopedie van het recht in Tilburg. Was redacteur van het tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van de PvdA en in 1998 voorzitter van een commissie die het beginselprogramma herschreef. Werd in 1999 Eerste Kamerlid (tot 2007) en later nog eens vanaf januari 2013. Kwam in juli 2014, samen met vrouw en dochter, om bij het neerhalen van vlucht MH17 boven Oekraïne. Werd herdacht als een vriendelijk, tolerant en buitengewoon zorgvuldig optredend mens.
     
  • 16. 
    VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.