25443 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 5 juli 1997 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Kok1, de minister van Binnenlandse Zaken, Dijkstal2, en de minister van Justitie, Sorgdrager3.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim.
Inhoudsopgave
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim
Bij dit wetsvoorstel werden een nota van wijziging en vier amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties ingediend.2 |
5 juli 1997, memorie van toelichting, nr. 3
KST22755 Memorie van toelichting publicatie: 25 juli 1997 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 2.Flamboyante, goedlachse liberale voorman en minister die wars was van populisme. Kwam na een loopbaan als zelfstandig adviseur en het wethouderschap van Wassenaar in 1982 voor de VVD in de Tweede Kamer. Aanvankelijk een niet zo opvallende woordvoerder minderheden en welzijn. Werd in 1990 echter vicefractievoorzitter. Betoonde zich voorstander van samenwerking met de PvdA en werd in 1994 als 'bruggenbouwer' vicepremier in het (paarse) kabinet-Kok I. Na de verkiezingen van 1998 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Verliet na de teleurstellende verkiezingen van 2002 de politiek en vervulde daarna vele bestuurs- en adviesfuncties. Jazzliefhebber, saxofoonspeler en met fractiegenote Annemarie Jorritsma enige jaren lid van het Tweede Kamercabaret.
- 3.D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
- 4.In de Achterhoek geboren, maar in Zeeland woonachtige VVD'er die algemeen als een deskundig en gewaardeerd Tweede Kamerlid werd beschouwd. Aanvankelijk hield hij zich vooral bezig met milieu, visserij en waterstaat. Later werd hij eerste woordvoerder op het gebied van staatsrechtelijke onderwerpen en het koninklijk huis. Vóór hij Kamerlid werd, werkte hij bij een gemeente, een waterschap en de provincie Zeeland.
- 5.Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant (later Universiteit van Tilburg), die had gestudeerd aan de VU, lid werd van de ARP en een exponent was van de gereformeerde denkwereld. Typeerde zichzelf als 'een gereformeerde Koekkoek in een katholiek nest'. Deskundige op het gebied van staats- en bestuursrecht en op het terrein van het onderwijsrecht. Promoveerde op een vergelijkende studie naar de rol van politieke leiders bij kabinetsformatie in West-Europa. Werd in 1994 Tweede Kamerlid en was daar woordvoerder onderwijs en justitie. Maakte zich sterk voor de positie van de Nederlandse taal en was lid voor de enquêtecommissie IRT. Vanaf juni 2003 was hij Eerste Kamerlid, maar al na een jaar werd hij uitgeschakeld door ziekte.
- 6.Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.
- 7.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
- 8.Jonge, spraakmakende politica die na een korte periode in het bedrijfsleven Tweede Kamerlid voor de PvdA werd. Was één van de 'ontdekkingen' van partijvoorzitter Rottenberg. Hoewel zij uit een sociaaldemocratische familie kwam, typeerde zij zichzelf als sociaal-liberale. Hield zich als Kamerlid vooral bezig met (liberalisering) van de economische wetgeving en mediawetgeving. Werd vrij spoedig fractiesecretaris. Publiceerde een nogal opzienbarend dagboek, wat haar door fractiegenoten niet in dank werd afgenomen. Keerde enige tijd daarna tussentijds terug naar het bedrijfsleven.
- 9.GroenLinks-politicus van Marokkaanse afkomst. Vluchtte in 1966 als student naar Nederland toen veel activisten tegen het regime van koning Hassan gevangen werden genomen. Studeerde in Amsterdam en werd later als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders een belangrijk woordvoerder namens de minderheden. Koos na de Golfoorlog voor GroenLinks en was in 1994 met Ina Brouwer lijsttrekker. In de Kamer een gewaardeerd woordvoerder op onder meer onderwijsgebied. Maakte deel uit van de enquêtecommissie IRT en van het presidium van de Kamer. In 2002 werd hij vrij onverwacht op een onverkiesbare plaats gezet. Hij was na zijn Kamerlidmaatschap enige tijd wethouder van Leiden.
- 10.Waterstaatsdeskundige, die promoveerde op een dissertatie over waterstaatsrecht. Als SGP-Tweede Kamerlid hield hij zich evenwel ook bezig met onder meer binnenlands bestuur, defensie, buitenlandse zaken en volkshuisvesting. Voor hij in de Kamer kwam, was hij in dienst van de Provincie Overijssel. Werkzaam en gewaardeerd Kamerlid met groot historisch besef. Lidmaat van één van de meest orthodox-gereformeerde kerkgenootschappen.
- 11.Actrice en journaliste, die vier jaar Tweede Kamerlid voor D66 was. Dochter van oud-PvdA-Tweede Kamerlid Hein Roethof. Werkte als journaliste bij onder meer de VARA en HP/De Tijd. In de Kamer woordvoerster ontwikkelingssamenwerking, mensenrechten, telecommunicatie en nieuwe media. Kon zich als Kamerlid niet volledig ontplooien en stond in 1998 niet meer op een verkiesbare plaats. Was daarna medeoprichter en hoofdredacteur van vakblad PM Den Haag, Ombudsman van de NOS en bestuursadviseur bij de gemeente Amsterdam.