25338 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 1 mei 1997 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Kok1, de minister van Binnenlandse Zaken, Dijkstal2, en de minister van Justitie, Sorgdrager3.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij over de minderjarige Koning.
Inhoudsopgave
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de voogdij en het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning
Bij dit wetsvoorstel werden drie amendementen ingediend.2 |
1 mei 1997, memorie van toelichting, nr. 3
KST21116 Memorie van toelichting publicatie: 13 mei 1997 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 2.Flamboyante, goedlachse liberale voorman en minister die wars was van populisme. Kwam na een loopbaan als zelfstandig adviseur en het wethouderschap van Wassenaar in 1982 voor de VVD in de Tweede Kamer. Aanvankelijk een niet zo opvallende woordvoerder minderheden en welzijn. Werd in 1990 echter vicefractievoorzitter. Betoonde zich voorstander van samenwerking met de PvdA en werd in 1994 als 'bruggenbouwer' vicepremier in het (paarse) kabinet-Kok I. Na de verkiezingen van 1998 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Verliet na de teleurstellende verkiezingen van 2002 de politiek en vervulde daarna vele bestuurs- en adviesfuncties. Jazzliefhebber, saxofoonspeler en met fractiegenote Annemarie Jorritsma enige jaren lid van het Tweede Kamercabaret.
- 3.D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
- 4.Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant (later Universiteit van Tilburg), die had gestudeerd aan de VU, lid werd van de ARP en een exponent was van de gereformeerde denkwereld. Typeerde zichzelf als 'een gereformeerde Koekkoek in een katholiek nest'. Deskundige op het gebied van staats- en bestuursrecht en op het terrein van het onderwijsrecht. Promoveerde op een vergelijkende studie naar de rol van politieke leiders bij kabinetsformatie in West-Europa. Werd in 1994 Tweede Kamerlid en was daar woordvoerder onderwijs en justitie. Maakte zich sterk voor de positie van de Nederlandse taal en was lid voor de enquêtecommissie IRT. Vanaf juni 2003 was hij Eerste Kamerlid, maar al na een jaar werd hij uitgeschakeld door ziekte.
- 5.Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.
- 6.In de Achterhoek geboren, maar in Zeeland woonachtige VVD'er die algemeen als een deskundig en gewaardeerd Tweede Kamerlid werd beschouwd. Aanvankelijk hield hij zich vooral bezig met milieu, visserij en waterstaat. Later werd hij eerste woordvoerder op het gebied van staatsrechtelijke onderwerpen en het koninklijk huis. Vóór hij Kamerlid werd, werkte hij bij een gemeente, een waterschap en de provincie Zeeland.
- 7.PvdA-politicus en burgemeester, die in Tweede en Eerste Kamer woordvoerder was voor staatsrechtelijke vraagstukken, het koninklijk huis en binnenlands bestuur. Bouwde als Tweede Kamerlid op die terreinen snel een goede naam op. Hield zich ook bezig met hoger onderwijs en was een pleitbezorger voor LHBTI-rechten. Voor zijn Kamerlidmaatschap medewerker staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, particulier secretaris van minister Ritzen en stafmedewerker van de WBS. Werd in 2004, anderhalf jaar na zijn vertrek uit de Tweede Kamer, burgemeester in Naarden en bleef dat vijfenhalf jaar. Was in die tijd tevens Eerste Kamerlid (2007-2009). Zijn burgemeesterschap van Groningen eindigde na ruim vier jaar voortijdig. Keerde vanaf 2017 terug als waarnemend burgemeester van respectievelijk Zaltbommel, Bergen (NH), Dijk en Waard (NH) en Voorne aan Zee (ZH) en sinds 2025 Alphen aan den Rijn.