25324 - Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 24 april 1997 ingediend door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Borst-Eilers1, de minister van Justitie, Sorgdrager2, en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Kohnstamm3.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het uit het oogpunt van een betere bestrijding van de handel in drugs en de effecten ervan wenselijk is de mogelijkheden voor de handhaving van de Opiumwet te versterken en uit te breiden met een bestuursrechtelijk handhavings-instrument; dat het daartoe wenselijk is de Opiumwet te wijzigen om het de burgemeester mogelijk te maken bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven.
Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven
Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend.2 |
24 april 1997, memorie van toelichting, nr. 3
KST21020 Memorie van toelichting publicatie: 2 mei 1997 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Minister van Volksgezondheid in de kabinetten-Kok en bij de verkiezingen 1998 lijsttrekker van D66. Werd na een loopbaan als arts, ziekenhuisdirecteur, hoogleraar en vicevoorzitter van de Gezondheidsraad minister in het kabinet-Kok I en in het Kok II tevens vicepremier. Tijdens haar ministerschap werden medisch-ethische kwesties geregeld zoals euthanasie, medisch-wetenschappelijk onderzoek en onderzoek met embryo's. Kreeg als minister te maken met de problematiek van wachtlijsten in de zorg en het tekort aan medisch personeel en werd hierover fel aangevallen door de oppositie van links en rechts. Deskundige minister die veel wetgeving tot stand bracht. Riep door haar liberale opvattingen in medisch-ethische kwesties in sommige kringen wel weerstand op, maar werd algemeen geacht als een wijze en betrokken bewindsvrouw.
- 2.D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
- 3.Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.
- 4.Brabants CDA-politicus, die met drieëntwintig jaren in de Tweede Kamer en tien jaar in het Europees Parlement een parlementariër pur sang was. Begon zijn loopbaan als juridisch medewerker bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar werd in 1986 al op jonge leeftijd, als representant van het CDJA, Kamerlid. Lange tijd woordvoerder onderwijs en daarna voor justitie, waaronder vreemdelingenbeleid en veiligheid. Was voorzitter van de Kamercommissies van Onderwijs en Justitie. Enige jaren secretaris van de CDA-fractie en lid van het Kamerpresidium. Bij de Europese verkiezingen van 2009 was hij lijsttrekker van het CDA en in het Europees Parlement hield hij zich onder meer met vervoer bezig. Opgewekte debater, die zijn zaken goed kende. Stond bekend als motorliefhebber.
- 5.Principiële pacifiste, die vóór zij Tweede Kamerlid werd werkzaam was bij organisaties op het gebied van vredesvraagstukken. Was daarnaast zeer actief in het Interkerkelijk Vredesberaad en als voorzitter van de werkgroep Vrouwen tegen kernwapens. In 1993 was zij samen met Paul Rosenmöller kandidaat voor het (duo-)lijsttrekkerschap van GroenLinks. In de Kamer had behalve de internationale politiek ook het vreemdelingenbeleid haar aandacht. Was na haar Kamerlidmaatschap burgemeester in Noord-Holland.
- 6.Boris Dittrich (1955) is sinds 11 juni 2019 lid van de D66-Eerste Kamerfractie. Hij was eerder in de jaren 1994-2006 Tweede Kamerlid. In de periode 2003-2006 was hij fractievoorzitter. Voor hij Kamerlid werd, was hij advocaat en rechter bij de Arrondissementsrechtbank Alkmaar. In de Kamer hield hij zich aanvankelijk vooral bezig met justitie en later ook met terreinen als werkgelegenheid, Antilliaanse zaken, medisch-ethische zaken, cultuur, ontwikkelingssamenwerking, politie en integratie. Zette zich volop in voor de rechten van homo's en bracht vier initiatiefwetten tot stand. Na zijn Tweede Kamerlidmaatschap werkte hij bij Human Rights Watch. Is als Eerste Kamerlid woordvoerder justitie, binnenlandse zaken en asiel en Koninkrijksrelaties.
- 7.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 8.Tilburgse juriste, die na vijf jaar wethouder in haar woonplaats te zijn geweest Tweede Kamerlid voor de VVD werd. Woordvoerster volksgezondheid van haar fractie met een zakelijke instelling, die het woord voerde over zaken als de thuiszorg, wachtlijsten in de zorg en tabakswetgeving. Daarnaast enige tijd voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, in welke functie zij efficiënt de commissievergaderingen leidde. Was in 2005-2006 opnieuw wethouder, ditmaal in Breda.
- 9.Zachtmoedig PvdA-Tweede Kamerlid van Griekse afkomst, die als voorzitter van de commissie van de verzoekschriften een nuttige rol speelde in de politieke luwte. Trad wel voor het voetlicht toen hij in enkele kwesties (homohuwelijk, euthanasie) een ander standpunt innam dan de meerderheid van zijn fractie. Hij kwam in 1972 in Nederland en werd vormingswerker en later directeur van de Stichting Buitenlandse Werknemers Midden-Nederland. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met het vreemdelingenbeleid, remigratie, defensie (wapenexport), de nationale ombudsman, en het drugsbeleid.
- 10.Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
- 11.Degelijke jurist en bestuurder die twee periodes voor D66 in de Eerste Kamer zat. Had daarvoor een loopbaan doorlopen bij de rechtelijke macht, de provincie Noord-Brabant en als adviseur van de burgemeester van Utrecht over politieaangelegenheden. Was tijdens zijn eerste periode als senator tevens hoofd openbare orde en veiligheid van de gemeente Rotterdam en tijdens zijn tweede topambtenaar van de gemeente Middelburg. In de Eerste Kamer hield hij zich bezig met volksgezondheid, welzijn, volkshuisvesting, landbouw, Antilliaanse Zaken en milieu. Was na dat lidmaatschap drie jaar wethouder van Leiden.
- 12.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 13.Rechter met een grote staat van dienst in de VVD, de partij waarvoor hij twaalf jaar Eerste Kamerlid was. Was voor hij in de rechterlijke macht kwam werkzaam in het bedrijfsleven als directeur van een textielconcern. Vele bestuursfuncties in de VVD. Woordvoerder justitie, volkshuisvesting en verkeer en waterstaat, die met grote deskundigheid sprak over onderwerpen op die beleidsterreinen.
- 14.Filosofe en oud-Statenlid in Noord-Holland die acht jaar lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks was. In de Staten van Noord-Holland fractievoorzitter van de PPR en later lid van GroenLinks. Voerde in de Eerste Kamer regelmatig het woord over vooral economische zaken en onderwijs. In 1986 stond zij hoog op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, maar werd zij niet gekozen. Was voor zij in de politiek ging actief in het actiewezen, bijvoorbeeld tegen havenuitbreiding bij IJmuiden en tegen transport van kernafval. Koos er daarna voor om via de politiek veranderingen te bepleiten.
- 15.Erudiete telg uit katholieke Unileverfamilie. Aanvankelijk actief op de linkervleugel van de KVP in Amsterdam en in 1968 medeoprichter van de PPR, voor welke partij hij in 1972-1975 Tweede Kamerlid was. Vanaf 1975 tien jaar voorzitter van de NOS en vervolgens hoogleraar staatsrecht en parlementsrecht. Stapte later over naar de PvdA en werd ook voor die partij Tweede Kamerlid en vervolgens een vooraanstaand lid (en ondervoorzitter) van de Eerste Kamer. Hoffelijke politicus die betrokken was bij uiteenlopende culturele en maatschappelijke activiteiten. Gezaghebbend woordvoerder staatsrecht, mediarecht en Europese samenwerking en als lid van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa actief verdediger van burgerlijke vrijheden. Bediende zich in debatten graag van Latijnse zegswijzen.
- 16.Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
- 17.D66-politicus die spoedig een gewaardeerd Tweede Kamerlid werd en in 1998 minister zonder portefeuille in het kabinet-Kok II belast met grotesteden-, integratie- en overheidscommunicatiebeleid. Was voor hij in de politiek kwam werkzaam bij de VNG, organisatie-adviseur, interim-manager en vicevoorzitter van de landelijke stichting projecten opvang asielzoekers. In de Kamer woordvoerder volksgezondheid en minderhedenbeleid en vicefractievoorzitter. Bracht een initiatiefwet tot stand over de aanstellingskeuring. Als minister net zo vlot en gewoon in de omgang als hij dat als Kamerlid was. Verliet de politiek na de verkiezingsnederlaag van 'paars' in 2002. Sinds 2003 was hij werkzaam bij zorgverzekeraar Menzis Zorg en daarvan was hij in 2004-2015 bestuursvoorzitter. Was daarna vijf jaar president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.