24797 - Wet justitiële gegevens
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 3 juli 1996 ingediend door de minister van Justitie, Sorgdrager1.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het noodzakelijk is nieuwe regels met betrekking tot het verwerken van justitiële gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van justitiële gegevens in persoonsdossiers en de verklaring omtrent het gedrag vast te stellen.
Inhoudsopgave
Wijziging van de regels betreffende de verwerking van justitiële gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in persoonsdossiers (Wet justitiële gegevens)
Bij dit wetsvoorstel werden acht nota's van wijziging, drie nota's van verbetering en vier amendementen ingediend. Bij dit dossier werd in de Tweede Kamer een motie ingediend.2 |
3 juli 1996, memorie van toelichting, nr. 3
KST15751 Memorie van toelichting publicatie: 17 juli 1996 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.D66-minister tijdens Paars I, die als bekwaam juriste en wetgever optrad, maar desondanks later aan politiek gezag inboette. Was officier van justitie en procureur-generaal en daarna minister van Justitie in het kabinet-Kok I. Wist belangrijke wetgeving tot stand te brengen, zoals de reorganisatie van het Openbaar Ministerie en een nieuwe regeling voor TBS. Kreeg te maken met de nasleep van de IRT-affaire. Een ruime 'gouden handdruk' aan de Amsterdamse procureur-generaal Van Randwijck bracht haar in politieke problemen. Kwam in 1998 bovendien in conflict met de top van het OM. Moest na haar ministerschap afzien van een benoeming tot Nationale Ombudsman en verliet al na enkele maanden de Eerste Kamer om voorzitter te worden van de Raad voor Cultuur. Was daarna 12 jaar lid van de Raad van State. Sinds 2018 is zij minister van staat.
- 2.Uit Amsterdam afkomstige, maar in Limburg woonachtige PvdA'er, die vier jaar als Tweede Kamerlid tamelijk op de achtergrond opereerde. Werkte bij de Douane en later als functionaris facilitair beleid bij de belastingdienst. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met enkele financiële onderwerpen, met justitie, politie en veiligheid (onder meer over het tegengaan van wapenhandel) en met regionaal-economische onderwerpen, zoals de positie van grenspompstations.
- 3.Rotterdamse advocaat die in de VVD tot de vooruitstrevende vleugel hoorde. Kwam in 1982 in de Tweede Kamer en maakte deel uit van de enquêtecommissie RSV. Nam in tegenstelling tot Joekes afstand van de negatieve conclusie over zijn partijgenoot Van Aardenne. Woordvoerder justitie en studiefinanciering. Klom later op tot vicefractievoorzitter. Minister van Justitie in het kabinet-Kok II en van Defensie in het kabinet-Balkenende I. Trad af nadat in het rapport van enquêtecommissie bouwfraude was geconcludeerd dat hij de Kamer onvolledig had geïnformeerd. Tegenstander van te grote inperking van de persoonlijke levenssfeer. Hem werd soms verweten tamelijk lui te zijn, maar hij bracht niettemin de nodige wetgeving tot stand. Was in 2011-2014 voorzitter van de VVD.
- 4.Juriste, die acht jaar voor de PvdA zitting had in de Eerste Kamer. Dochter van een Tweede Kamerlid en verzetsman. Was werkzaam in de wetenschap en als advocaat en daarna coördinerend vicepresident van de arrondissementsrechtbank in Assen. Hield zich in de Eerste Kamer bezig met wetgeving op het terrein van justitie en het op raakvlak van justitie en volksgezondheid.
- 5.VVD-politicus en bestuurskundige, die een belangrijke rol speelde tijdens de formatie 2010 en daarna minister van Buitenlandse Zaken werd in het kabinet-Rutte I. Autoriteit op het gebied van veiligheids- en crisismanagement en oprichter van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement BV. In Rotterdam en Leiden hoogleraar bestuurskunde en elf jaar Eerste Kamerlid voor de VVD, waarvan vijf jaar fractievoorzitter. Ondernam in 2010 met Wallage tevergeefs pogingen om een Paars kabinet te vormen, met GroenLinks als vierde partij. Zijn ministerschap verliep moeizaam. Had geen al te goede relatie met zijn ambtenaren. Hij kreeg verder onder meer te maken met de terechtstelling van Iraans-Nederlandse in Iran. Verdedigde met succes deelname aan missies in Afghanistan, Libië en Zuid-Soedan en zette zich in voor een vrij internet.
- 6.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 7.Gedegen advocate, specialiste op het gebied van het arbeidsrecht, die acht jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Gepromoveerd op een proefschrift over de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werd in 2003 fractievoorzitter en voerde behalve over onderwerpen op het gebied van justitie en sociale zaken dan ook over uiteenlopende onderwerpen het woord. Pleitte voor een grotere nadruk op goede uitvoerbaarheid van wetgeving en op heldere regelgeving. Deed dat in zorgvuldig opgebouwde, heldere betogen. Was nadien vijf jaar hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
- 8.Vooraanstaande D66-politicus. Zoon van een bekende voorvechter van de Europese gedachte. Advocaat en op betrekkelijk jonge leeftijd Tweede Kamerlid. Nadat hij in 1982 niet was herkozen enige tijd partijvoorzitter. Keerde in 1986 terug in de Tweede Kamer en was daarvan een gerespecteerd lid dat onder meer een initiatiefvoorstel over euthanasie verdedigde. Hield zich als Kamerlid verder bezig met politie, justitie en binnenlands bestuur. In 1994 staatssecretaris van onder meer het grotestedenbeleid in het kabinet-Kok I. Eindigde zijn politieke loopbaan als senator. Was voorzitter van de Autoriteit Persoonsgevens (tot 2016 College Bescherming Persoonsgegevens). Humanist met grote culturele belangstelling.
- 9.Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.