27551 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepaling inzake de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 11 december 2000 ingediend door de minister van Algemene Zaken, Kok1, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Vries2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepaling inzake de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester.
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepaling inzake de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester
2 |
11 december 2000, memorie van toelichting, nr. 3
KST50275 Memorie van toelichting publicatie: 15 december 2000 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 2.Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.
- 3.Gedurende ruim twaalf jaar woordvoerster van de D66-Tweede Kamerfractie op het terrein van het binnenlands bestuur en een gedegen pleitbezorgster van bestuurlijke vernieuwing. Was wetenschappelijk medewerker staats- en administratiefrecht in Leiden, wetgevingsjuriste op het ministerie van Binnenlandse Zaken, (vice)partijvoorzitter, gemeenteraadslid en wethouder. Behalve bestuur en democratie hadden ook het politie- en ambtenarenbeleid en de relaties met de Antillen haar belangstelling. Echtgenote van oud-staatssecretaris Michiel Scheltema.
- 4.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 5.Waterstaatsdeskundige, die promoveerde op een dissertatie over waterstaatsrecht. Als SGP-Tweede Kamerlid hield hij zich evenwel ook bezig met onder meer binnenlands bestuur, defensie, buitenlandse zaken en volkshuisvesting. Voor hij in de Kamer kwam, was hij in dienst van de Provincie Overijssel. Werkzaam en gewaardeerd Kamerlid met groot historisch besef. Lidmaat van één van de meest orthodox-gereformeerde kerkgenootschappen.
- 6.PvdA-politicus en burgemeester, die in Tweede en Eerste Kamer woordvoerder was voor staatsrechtelijke vraagstukken, het koninklijk huis en binnenlands bestuur. Bouwde als Tweede Kamerlid op die terreinen snel een goede naam op. Hield zich ook bezig met hoger onderwijs en was een pleitbezorger voor LHBTI-rechten. Voor zijn Kamerlidmaatschap medewerker staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, particulier secretaris van minister Ritzen en stafmedewerker van de WBS. Werd in 2004, anderhalf jaar na zijn vertrek uit de Tweede Kamer, burgemeester in Naarden en bleef dat vijfenhalf jaar. Was in die tijd tevens Eerste Kamerlid (2007-2009). Zijn burgemeesterschap van Groningen eindigde na ruim vier jaar voortijdig. Keerde vanaf 2017 terug als waarnemend burgemeester van respectievelijk Zaltbommel, Bergen (NH), Dijk en Waard (NH) en Voorne aan Zee (ZH) en sinds 2025 Alphen aan den Rijn.
- 7.Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
- 8.VVD-bestuurder en politicus, die vier keer tussentijds Tweede Kamerlid werd. Hij was wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken, advocaat, en in de perioden 1986-1990 en 1994-1997 wethouder van Amersfoort. Combineerde als één van de weinigen het raadslidmaatschap met het Tweede Kamerlidmaatschap. Vooral deskundig op gebied van lokaal bestuur en staatsrecht. Voerde regelmatig het woord bij onderwerpen als de gekozen burgemeester, het kiesrecht, de werkwijze van de Kamer en Antilliaanse zaken en nam diverse wetgevende initiatieven. Het bekendste daarvan, over echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst, werd door de Senaat verworpen. In 2006-2010 was hij wederom wethouder van Amersfoort, en van 2010-2014 in Lelystad.
- 9.Kamerlid van GroenLinks, die bekend stond als 'de man met de rode shawl'. Sportieve buurtactivist uit Groningen. Kenner van de kraakbeweging. Behoorde als oud-PSP'er tot de linkervleugel van GroenLinks. Als Eerste Kamerlid woordvoerder op velerlei terreinen, waarbij hij bewindslieden en opponenten strijdbaar tegemoet trad. In de Tweede Kamerfractie van GroenLinks, waarnaar hij in 2001 tussentijds overstapte, lag hij minder goed vanwege zijn solistische optreden. Overtuigd Republikein en antimilitarist.
- 10.Beschouwende Groningse staatsrechtgeleerde, die als senator voor het CDA een gedegen inbreng had in debatten over bestuur, constitutie, justitie en media. Daarnaast was hij in de Eerste Kamer voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zoon van een Friese katholieke onderwijzer. Was universitair hoofddocent en bijzonder hoogleraar decentrale overheden in Groningen en in de Martinistad tevens gemeenteraadslid. Liefhebber van debatten over het staatsrecht en hij was daarbij dan ook geregeld bij de interputiemicrofoon te vinden.
- 11.Uit de PSP afkomstige senator van GroenLinks, die ondanks door hem regelmatig geopperde bezwaren tegen het instituut een actief lid van de Eerste Kamer was. Hield zich onder andere bezig met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en was daarnaast woordvoerder financiën, Antilliaanse zaken en Europese samenwerking. Opmerkelijk was het op zijn verzoek gehouden interpellatiedebat over een ingezonden brief van Prins Bernhard aan De Volkskrant. Was voorzitter van GroenLinks, schrijver van reis- en wandelgidsen en veranderingsmanager bij stadsdeel Amsterdam-Oost/Watergraafsmeer. Verder was hij gemeenteraadslid in Bussum en Amsterdam.
- 12.Natuurkundige, jeugdboekenschrijver en D66-voorman; na Van Mierlo hét gezicht van D66. In 1971 Tweede Kamerlid en in 1973 fractievoorzitter. Wist in 1976 zijn partij te redden en vervolgens naar electoraal succes te leiden. Vicepremier en minister van Economische Zaken in het tweede kabinet-Van Agt. Botste toen vaak met zijn collega-minister Den Uyl en kwam zowel binnen als buiten zijn partij onder vuur te liggen. Werd in 1982 met tegenzin weer lijsttrekker, maar verdween na de voor D66 teleurstellende verkiezingen enige jaren van het politieke toneel. In 1991 de eerste D66-Commissaris van de Koningin en later nog vier jaar senator. Kalme, vriendelijke domineeszoon, die als de verpersoonlijking van 'het redelijke alternatief' (de slogan van zijn partij) bekendstond en door velen werd getypeerd als 'de ideale schoonzoon'.
- 13.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 14.Amsterdamse liberaal, die twaalf jaar voor de VVD in de Eerste Kamer zat. Begon zijn loopbaan als medewerker van Huub Jacobse en was gemeenteraadslid in Amsterdam. Via allerlei andere functies verbonden met het culturele en economische leven in de hoofdstad. Was geruime tijd directeur Corporate Affairs van Schiphol. In de Eerste Kamer onder meer woordvoerder mediabeleid, telecommunicatie, binnenlandse zaken en voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken. Beroepsmatig actief op het gebied van communicatie. Wist zich ook persoonlijk altijd uitstekend te presenteren.
- 15.Amsterdamse, gepassioneerde sociaaldemocraat, die als Joodse jongen de bezetting overleefde en daarna een onvermoeibaar mensenrechtenstrijder werd. Vanuit de WBS, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, spoedig raadslid in Amsterdam en vooraanstaand Tweede Kamerlid, dat zich met binnenlandse zaken en verkeer bezighield. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie. Werd daarna (opnieuw) woordvoerder staatkundige vernieuwing en in 1981 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. Vanaf 1983 tien jaar een populaire burgemeester van Amsterdam die veel betrokkenheid toonde met de stad in alle facetten. Keerde in 1994 terug als minister, maar de IRT-affaire dwong hem tot voortijdig aftreden. Speelde als senator in 2005 een cruciale rol bij het 'afschieten' van het voorstel voor de gekozen burgemeester. Goed bestuurder en debater; cultuur- en sportliefhebber.