Artikel 113: Beginselen, besluitvormingsprocedures - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
-
1.Na afloop van de overgangsperiode wordt de gemeenschappelijke handelspolitiek gegrond op eenvormige beginselen met name wat betreft de tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek, alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies.
-
2.De Commissie doet voorstellen aan de Raad om over te gaan tot toepassing van deze gemeenschappelijke handelspolitiek.
-
3.Indien moet worden onderhandeld over akkoorden met derde landen, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen.
De Commissie voert deze onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, door de Raad aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het raam van de richtlijnen welke de Raad haar kan verstrekken.
-
4.Bij de uitoefening van de bevoegdheden welke hem bij dit artikel zijn verleend besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Voor de wijzigingen, welke uit tariefonderhandelingen met derde landen voortvloeien, geldt dat de resultaten hiervan goedkeuring van de Raad eisen, waarvoor gedurende de etappen unanimiteit nodig is, en daarna een gekwalificeerde meerderheid - tevens vier landen omvattend (artikelen 111, lid 3 i, 113, lid 4, juncto artikel 148, lid 2, laatste alinea i).
-
1.Na afloop van de overgangsperiode wordt de gemeenschappelijke handelspolitiek gegrond op eenvormige beginselen met name wat betreft de tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek, alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies.
-
2.De Commissie doet voorstellen aan de Raad om over te gaan tot toepassing van deze gemeenschappelijke handelspolitiek.
-
3.Indien moet worden onderhandeld over akkoorden met derde landen, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen.
De Commissie voert deze onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, door de Raad aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het raam van de richtlijnen welke de Raad haar kan verstrekken.
-
4.Bij de uitoefening van de bevoegdheden welke hem bij dit artikel zijn verleend besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
-
1.De gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gegrond op eenvormige beginselen, met name wat betreft de tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek, alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies.
-
2.De Commissie doet aan de Raad voorstellen voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek.
-
3.Indien moet worden onderhandeld over akkoorden met één of meer staten of internationale organisaties, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen. De Raad en de Commissie zien erop toe dat die akkoorden verenigbaar zijn met het interne beleid en de interne voorschriften van de Gemeenschap.
De Commissie voert de onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, door de Raad aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het raam van de richtsnoeren welke de Raad haar kan verstrekken. De Commissie brengt regelmatig verslag uit aan het speciaal comité over de stand van de onderhandelingen.
De desbetreffende bepalingen van artikel 300 i zijn van toepassing.
-
4.Bij de uitoefening van de bevoegdheden welke hem bij dit artikel zijn verleend, besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
-
5.Onverminderd lid 6 zijn de leden 1 tot en met 4 ook van toepassing op onderhandelingen over en de sluiting van akkoorden op het gebied van de handel in diensten en de handelsaspecten van intellectuele eigendom, voorzover de akkoorden in kwestie niet onder die leden vallen.
In afwijking van lid 4 besluit de Raad terzake van onderhandelingen over en de sluiting van een akkoord op een van de in de eerste alinea bedoelde gebieden met eenparigheid van stemmen, indien dat akkoord bepalingen bevat waarvoor interne voorschriften met eenparigheid van stemmen worden aangenomen, of betrekking heeft op een gebied ten aanzien waarvan de Gemeenschap haar bevoegdheden uit hoofde van dit Verdrag nog niet heeft uitgeoefend door interne voorschriften aan te nemen.
De Raad besluit met eenparigheid van stemmen terzake van onderhandelingen over en de sluiting van een horizontaal akkoord, voorzover dat akkoord ook betrekking heeft op de aangelegenheden, bedoeld in de voorgaande alinea of lid 6, tweede alinea.
Dit lid laat het recht van de lidstaten om akkoorden met derde landen of internationale organisaties te handhaven en te sluiten onverlet, voorzover die akkoorden in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht en de overige toepasselijke internationale akkoorden.
-
6.De Raad kan geen akkoord sluiten dat bepalingen bevat die de interne bevoegdheden van de Gemeenschap overschrijden, in het bijzonder omdat zij zouden leiden tot harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op een gebied ten aanzien waarvan dit Verdrag een dergelijke harmonisatie uitsluit.
In dit verband behoren handelsakkoorden betreffende culturele en audiovisuele diensten, onderwijsdiensten alsmede sociale en volksgezondheidsdiensten, in afwijking van lid 5, eerste alinea, tot de gedeelde bevoegdheid van de Gemeenschap en haar lidstaten. Derhalve is voor onderhandelingen over dergelijke akkoorden, behalve een overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van artikel 300 genomen besluit van de Gemeenschap, onderlinge overeenstemming van de lidstaten vereist. De bij de onderhandelingen tot stand gekomen akkoorden worden door de Gemeenschap en de lidstaten gezamenlijk gesloten.
Titel V en artikel 300 i blijven van toepassing op onderhandelingen over en de sluiting van internationale akkoorden op het gebied van vervoer.
-
7.Onverminderd lid 6, eerste alinea, kan de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement met eenparigheid van stemmen besluiten de toepassing van de leden 1 tot en met 4 uit te breiden tot onderhandelingen en internationale akkoorden betreffende intellectuele eigendom, voorzover deze niet onder lid 5 vallen.