Hoofdstuk VI - Voorziening

1.

Onderverdeling

52: Beginsel van gelijke toegang tot hulpbronnen, verboden, mandaat Agentschap

  • 1. 
    De voorziening van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen geschiedt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, volgens het beginsel van gelijke toegang tot de hulpbronnen en door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid.
  • 2. 
    Te dien einde, en volgens de bepalingen van dit hoofdstuk,
    • a) 
      is elke handelwijze, welke beoogt aan bepaalde gebruikers een bevoorrechte positie te verschaffen, verboden;
    • b) 
      wordt een Agentschap opgericht, dat een optierecht heeft op ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen, voortgebracht op het grondgebied van de Lid-Staten, alsmede het uitsluitend recht heeft om contracten te sluiten voor de levering van ertsen, grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, herkomstig uit landen binnen of buiten de Gemeenschap.

    Het Agentschap mag tussen de gebruikers niet discrimineren op grond van het gebruik dat zij van de gevraagde leveranties wensen te maken, tenzij dit gebruik ongeoorloofd is of indruist tegen de voorwaarden, welke de niet tot de Gemeenschap behorende leveranciers aan de betrokken leverantie hebben verbonden.