Richtlijn 96/75/EG van de Raad van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 96/75/EG van de Raad van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap
Publicatieblad Nr. L 304 van 27/11/1996 blz. 0012 - 0014
RICHTLIJN 96/75/EG VAN DE RAAD van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),
Overwegende dat de groeiende problemen in verband met de verzadiging van wegen en spoorwegen, de veiligheid van het vervoer, het milieu, de energiebesparing en de levenskwaliteit van de burger, in het algemeen belang een verdere ontwikkeling en een betere benutting van de mogelijkheden van het vervoer over de binnenwateren noodzakelijk maken, met name door versterking van zijn concurrentievermogen;
Overwegende dat de verschillen tussen de nationale wetgevingen met betrekking tot de manieren van commerciële exploitatie van de binnenvaart niet bevorderlijk zijn voor de goede werking van de binnenmarkt in genoemde sector; dat er derhalve op communautair vlak een gemeenschappelijke regeling dient te komen voor de gehele markt van de binnenvaart, overeenkomstig de resolutie van de Raad van 24 oktober 1994 betreffende de structurele sanering van de binnenscheepvaart (4);
Overwegende dat de goede werking van de binnenmarkt op het gebied van het goederenvervoer over de binnenwateren een op grotere commerciële flexibiliteit gerichte aanpassing vereist van de organisatie van de bevrachtingssystemen volgens toerbeurt, teneinde te komen tot een stelsel van vrije bevrachting en vrije vorming van vervoersprijzen;
Overwegende dat daartoe in een overgangsperiode dient te worden voorzien waarin het toepassingsgebied van het bevrachtingssysteem volgens toerbeurt geleidelijk wordt beperkt, opdat de vervoerders zich aan de voorwaarden van een vrije markt kunnen aanpassen en zich eventueel kunnen organiseren in belangengroeperingen die beter op de logistieke behoeften van de verladers zijn afgestemd;
Overwegende dat het, in naleving van het subsidiariteitsbeginsel, zowel noodzakelijk als voldoende is om op communautair niveau een eenvormig tijdschema vast te stellen voor de geleidelijke vrijmaking van de markt, waarbij de Lid-Staten de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de liberalisering wordt gelaten;
Overwegende dat de bepalingen moeten worden vastgesteld, op grond waarvan op de betreffende vervoersmarkt kan worden opgetreden in geval van ernstige verstoring van die markt; dat te dien einde aan de Commissie de bevoegdheid moet worden gegeven, om passende maatregelen te nemen volgens de procedure van het raadgevend comité,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
-
a)"bevrachtingssysteem volgens toerbeurt": een systeem waarbij de aanvragen van scheepsruimte van de opdrachtgevers op een bevrachtingsbeurs tegen vastgestelde prijzen en bekendgemaakte voorwaarden worden verdeeld in de volgorde waarin de schepen na lossing beschikbaar komen. De vervoerders wordt verzocht in de volgorde van aanmelding bij toerbeurt te reflecteren op één van de ladingen die hun worden aangeboden. Degenen die niet reflecteren, behouden desondanks hun plaats op de lijst van aangemelde schepen;
-
b)"vervoerder": een eigenaar of exploitant van één of meer binnenschepen;
-
c)"bevoegde autoriteit": de autoriteit die door de Lid-Staat belast is met het beheer en de organisatie van het bevrachtingssysteem volgens toerbeurt;
-
d)"ernstige verstoring van de markt": het optreden op de markt van het goederenvervoer over de binnenwateren van marktspecifieke problemen die ertoe leiden dat het aanbod de vraag, wellicht voor langere tijd, verre zal overtreffen, hetgeen een ernstige bedreiging betekent voor het financieel evenwicht en het voortbestaan van een groot aantal ondernemingen voor goederenvervoer over de binnenwateren, mits de prognoses op korte en middellange termijn voor de betrokken markt geen aanzienlijke en duurzame verbeteringen aangeven.
Artikel 2
Op het gebied van het nationale en internationale goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap worden door de betrokken partijen vrij overeenkomsten gesloten en wordt vrij over de prijzen onderhandeld.
Artikel 3
In afwijking van artikel 2 mogen de Lid-Staten gedurende een overgangsperiode tot 1 januari 2000 een stelsel van verplichte minimumtarieven alsmede bevrachtingssystemen volgens toerbeurt handhaven, mits:
-
-de regels van de artikelen 4, 5 en 6 worden nageleefd;
-
-ervoor wordt gezorgd, dat de bevrachtingssystemen volgens toerbeurt en de prijsregelsystemen onder dezelfde voorwaarden voor alle vervoerders in de Lid-Staten vrij toegankelijk zijn.
Artikel 4
Gedurende de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode zijn de bevrachtingssystemen volgens toerbeurt niet van toepassing op:
-
a)vervoer van koolwaterstoffen, bulkvervoer van vloeibare en poedervormige goederen, uitzonderlijk vervoer van zware en ondeelbare voorwerpen, containervervoer, goederenvervoer binnen de haven, vervoer voor eigen rekening alsmede elk type van vervoer dat reeds buiten het bevrachtingssysteem volgens toerbeurt om wordt afgehandeld;
-
b)vervoer waarvan een doelmatige afhandeling door middel van deze systemen niet mogelijk is, met name:
-
-vervoer waarbij van met goederenbehandelingswerktuigen uitgerust materieel gebruik moet worden gemaakt;
-
-gecombineerd vervoer, dit wil zeggen intermodaal vervoer waarvan het traject hoofdzakelijk over waterwegen gaat en het - zo kort mogelijke - eerste en/of laatste stuk daarvan over de weg of per spoor.
Artikel 5
Gedurende de in artikel 3 bedoelde overgangsperiode doen de Lid-Staten het nodige om de bevrachtingssystemen volgens toerbeurt zo flexibel mogelijk te maken, met name:
-
-door de bevrachters de mogelijkheid te geven overeenkomsten te sluiten voor meerdere reizen, dit wil zeggen een reeks door een zelfde schip in opeenvolging verrichte reizen;
-
-door te bepalen dat één of meer bepaalde reizen die tweemaal achtereen volgens het bevrachtingssysteem volgens toerbeurt zijn aangeboden zonder dat erop is gereflecteerd, buiten het systeem vallen en vrij mogen worden verhandeld.
Artikel 6
Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn nemen de Lid-Staten die bij de bevrachtingssystemen volgens toerbeurt betrokken zijn, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevrachters de vrije keus hebben tussen drie soorten overeenkomsten:
-
-tijdbevrachtingsovereenkomsten, hieronder begrepen huurovereenkomsten, waarbij de vervoerder één of meer schepen met bemanning voor een bepaalde tijd uitsluitend ter beschikking van een bepaalde opdrachtgever stelt voor het vervoer van de goederen die laatstgenoemde hem toevertrouwt, tegen betaling van een bepaald bedrag per dag. De overeenkomst wordt vrij tussen de partijen gesloten;
-
-tonnageovereenkomsten, waarbij de vervoerder zich ertoe verbindt, gedurende een in de overeenkomst vastgelegde periode een bepaalde hoeveelheid lading te vervoeren tegen betaling van een vrachtprijs per ton. De overeenkomst wordt vrij door de partijen gesloten en moet betrekking hebben op grote hoeveelheden goederen;
-
-overeenkomsten voor één of meerdere reizen.
Artikel 7
-
1.In geval van ernstige verstoring van de markt kan de Commissie, onverminderd Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad van 27 april 1989 betreffende de structurele sanering van de binnenscheepvaart (5), op verzoek van een Lid-Staat passende maatregelen nemen, met name maatregelen die iedere verdere toename van de op de betrokken markt aangeboden vervoerscapaciteit moeten tegengaan. De beslissing wordt genomen volgens de procedure van artikel 8, lid 2.
-
2.Indien een Lid-Staat om passende maatregelen verzoekt, wordt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek een beslissing genomen.
-
3.Het verzoek van een Lid-Staat om passende maatregelen vast te stellen, moet vergezeld gaan van alle inlichtingen die nodig zijn om de economische situatie in de betreffende sector te kunnen beoordelen, met name:
-
-de gemiddelde kosten en prijzen van de verschillende typen van vervoer;
-
-de bezettingsgraad van de scheepsruimte;
-
-prognoses inzake de ontwikkeling van de vraag.
Bovengenoemde inlichtingen mogen slechts voor statistische doeleinden worden gebruikt. Het is verboden ze voor belastingdoeleinden te gebruiken of ze aan derden door te geven.
-
4.De krachtens dit artikel genomen beslissingen waarvan de werking de duur van de marktverstoring niet mag overschrijden, worden onverwijld aan de Lid-Staten medegedeeld.
Artikel 8
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is opgericht bij Richtlijn 91/672/EEG (6).
-
2.De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie, advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.
Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.
De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.
Artikel 9
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om voor 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie onmiddellijk de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op de onder deze richtlijn vallende gebieden vaststellen.
Artikel 10
Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 11
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 19 november 1996.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
H.COVENEY
-
(1)PB nr. C 318 van 29. 11. 1995, blz. 8.
-
(2)PB nr. C 39 van 12. 2. 1996, blz. 96.
-
(3)Advies van het Europees Parlement van 13 februari 1996 (PB nr. C 65 van 4. 3. 1996, blz. 32), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 juni 1996 (PB nr. C 264 van 11. 9. 1996) en besluit van het Europees Parlement van 17 september 1996 (PB nr. C 320 van 28. 6. 1996)
-
(4)PB nr. C 309 van 5. 11. 1994, blz. 5.
-
(5)PB nr. L 116 van 21. 4. 1989, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2254/96 (zie bladzijde 1 van dit Publikatieblad).
-
(6)PB nr. L 373 van 31. 12. 1991, blz. 29. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.