Richtlijn 91/383/EEG van de Raad van 25 juni 1991 ter aanvulling van de maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van de werknemers met arbeidsbetrekkingen voor bepaalde tijd of uitzendarbeid-betrekkingen

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31991L0383

Richtlijn 91/383/EEG van de Raad van 25 juni 1991 ter aanvulling van de maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van de werknemers met arbeidsbetrekkingen voor bepaalde tijd of uitzendarbeid-betrekkingen

Publicatieblad Nr. L 206 van 29/07/1991 blz. 0019 - 0021

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 5 blz. 0063

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 5 blz. 0063

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 25 juni 1991 ter aanvulling van de maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van de werknemers met arbeidsbetrekkingen voor bepaalde tijd of uitzendarbeid-betrekkingen (91/383/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel

118 A,

Gezien het voorstel van de Commissie(1 ),

In samenwerking met het Europese Parlement(2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3 ),

Overwegende dat in artikel 118 A van het EEG-Verdrag wordt bepaald dat de Raad door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vaststelt om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, ten einde een betere bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te waarborgen;

Overwegende dat volgens dit artikel in deze richtlijnen wordt vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen;

Overwegende dat het gebruik van arbeidsvormen zoals arbeid voor bepaalde tijd of uitzendarbeid zeer sterk is toegenomen;

Overwegende dat onderzoek uitwijst dat in het algemeen werknemers met een arbeidsbetrekking voor bepaalde tijd of een uitzendarbeid-betrekking in bepaalde sectoren meer blootstaan aan de risico's van beroepsongevallen of beroepsziekten dan de andere werknemers;

Overwegende dat deze extra risico's die in bepaalde sectoren bestaan gedeeltelijk verband houden met de bijzondere wijzen waarop de werknemers in het bedrijf worden opgenomen; dat deze risico's verminderd kunnen worden door passende voorlichting en opleiding vanaf het begin van de arbeidsbetrekking;

Overwegende dat de richtlijnen inzake de veiligheid en de gezondheid op het werk en met name Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk(4 ) bepalingen bevatten ter verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen;

Overwegende dat de specifieke situatie van de werknemers met een arbeidsbetrekking voor bepaalde duur of een uitzendarbeid-betrekking, alsmede het bijzondere karakter van de risico's die deze in bepaalde sectoren lopen, bijzondere aanvullende regels noodzakelijk maken, met name voor wat betreft de voorlichting, de opleiding en het medische toezicht voor de betrokken werknemers;

Overwegende dat deze richtlijn een concreet onderdeel vormt in het kader van de verwezenlijking van de sociale dimensie van de interne markt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

AFDELING I TOEPASSINGSGEBIED EN DOEL

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze richtlijn is van toepassing op :

1.arbeidsbetrekkingen die worden geregeld bij een rechtstreeks tussen de werkgever en de werknemer gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarin het einde van de arbeidsovereenkomst wordt bepaald door objectieve voorwaarden, zoals het bereiken van een welbepaalde datum, de voltooiing van een bepaalde taak of het zich voordoen van een bepaalde gebeurtenis;

2.uitzendarbeid-betrekkingen tussen een uitzendbureau, zijnde de werkgever, en de werknemer, waarbij laatstgenoemde ter beschikking wordt gesteld van een inlenende onderneming en/of vestiging om voor en onder toezicht van deze onderneming en/of vestiging te werken .

Artikel 2

Doel

1 . Deze richtlijn heeft tot doel ervoor te zorgen dat werknemers met een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1, wat de veiligheid en gezondheid op het werk betreft, dezelfde mate van bescherming genieten als de overige werknemers van de inlenende onderneming en/of vestiging .

2 . Het bestaan van een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1 rechtvaardigt geenszins een verschil in behandeling met betrekking tot de arbeidsomstandigheden voor zover het gaat om de bescherming van de veiligheid en de gezondheid op het werk, met name wat betreft de toegang tot persoonlijke beschermingsmiddelen .

3 . Richtlijn 89/391/EEG alsmede de bijzondere richtlijnen in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG, zijn ten volle van toepassing op werknemers die een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1 hebben, onverminderd meer dwingende en/of meer specifieke bepalingen in de onderhavige richtlijn .

AFDELING II ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 3

Voorlichting van de werknemers

Onverminderd artikel 10 van Richtlijn 89/391/EEG nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen opdat :

1.alvorens een werknemer met een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1 begint aan enige werkzaamheid, deze werknemer door de inlenende onderneming en/of vestiging op de hoogte wordt gesteld van de risico's welke hij loopt;

2.deze voorlichting :

-met name informatie omvat over de noodzaak van bijzondere beroepskwalificaties of -vaardigheden of van speciaal medisch toezicht zoals omschreven in de nationale wetgeving;

-precies aangeeft welke eventuele specifieke verhoogde risico's, zoals omschreven in de nationale wetgeving, aan de in te nemen arbeidsplaats zijn verbonden .

Artikel 4

Opleiding van de werknemers

Onverminderd artikel 12 van Richtlijn 89/391/EEG nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de werknemer in de in artikel 3 bedoelde gevallen een, gelet op zijn kwalificaties en ervaring, toereikende en voor de specifieke kenmerken van de arbeidsplaats adequate opleiding krijgt .

Artikel 5

Inschakeling van werknemers en medisch toezicht

1 . De Lid-Staten kunnen verbieden dat werknemers met een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1 worden ingeschakeld bij bepaalde, in de nationale wetgeving omschreven werkzaamheden die bijzonder gevaarlijk zijn voor de veiligheid of de gezondheid van deze werknemers en met name bij werkzaamheden die een in de nationale wetgeving omschreven speciaal medisch toezicht vergen .

2 . Wanneer de Lid-Staten geen gebruik maken van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid, nemen zij onverminderd artikel 14 van Richtlijn 89/391/EEG de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat werknemers met een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1, die worden ingeschakeld bij werkzaamheden welke een in de nationale wetgeving omschreven speciaal medisch toezicht vergen, onder een passend speciaal medisch toezicht staan .

3 . De Lid-Staten mogen bepalen dat het speciale medische toezicht, bedoeld in lid 2, ook na beëindiging van de arbeidsbetrekking van de betrokken werknemer geldt .

Artikel 6

Beschermings - en preventiediensten

De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de werknemers, diensten of personen die overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 89/391/EEG zijn aangewezen om zich bezig te houden met de activiteiten op het gebied van de bescherming tegen en de preventie van beroepsrisico's in kennis worden gesteld van de tewerkstelling van werknemers de één van de in artikel 1 bedoelde arbeidsbetrekkingen voor zover de aangewezen werknemers, diensten of personen die informatie nodig hebben om zich op adequate wijze van hun beschermings - en preventieactiviteiten ten behoeve van alle werknemers in de onderneming en/of vestiging te kunnen kwijten .

AFDELING III BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 7

Uitzendarbeid-betrekkingen : Informatie

Onverminderd artikel 3 van de onderhavige richtlijn nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen opdat :

1.de inlenende onderneming en /of vestiging vóór de beschikbaarstelling van de werknemer met een arbeidsbetrekking als bedoeld in artikel 1, punt 2, het uitzendbureau een nauwkeurige omschrijving geeft ( geven ) van met name de verlangde beroepskwalificatie en de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats;

2.het uitzendbureau al deze gegevens ter kennis van de betrokken werknemers brengt .

De Lid-Staten mogen bepalen dat de nauwkeurige omschrijvingen die door de inlenende onderneming en/of vestiging aan het uitzendbureau dienen te worden gegeven overeenkomstig de eerste alinea, punt 1, dienen te zijn opgenomen in een uitzendcontract .

Artikel 8

Uitzendarbeid-betrekkingen : Verantwoordelijkheid

De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen opdat :

1.onverminderd de in de nationale wetgeving van het uitzendbureau vastgestelde verantwoordelijkheid, de inlenende onderneming en/of vestiging gedurende de tijd van de tewerkstelling verantwoordelijk is ( zijn ) voor de voorwaarden voor het verrichten van de arbeid;

2.voor de toepassing van punt 1 de voorwaarden voor het verrichten van de arbeid limitatief de voorwaarden omvatten welke verband houden met de veiligheid, de gezondheid en de arbeidshygiëne .

AFDELING IV DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 9

Gunstigere bepalingen

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bestaande of toekomstige nationale en communautaire bepalingen die gunstiger zijn voor de bescherming van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werknemers die een in artikel 1 genoemde arbeidsbetrekking hebben .

Artikel 10

Slotbepalingen

1 . De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis .

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmakingen van die bepalingen . De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten .

2 . De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die op het onder deze richtlijn vallende gebied reeds zijn vastgesteld of die zij op dat gebied vaststellen .

3 . De Lid-Staten brengen om de vijf jaar verslag uit aan de Commissie over de praktische tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze richtlijn, onder vermelding van de standpunten van de sociale partners .

De Commissie doet hiervan mededeling aan het Europese Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats .

4 . De Commissie legt het Europese Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité op gezette tijden een verslag voor over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, daarbij rekening houdend met de leden 1, 2 en 3 .

Artikel 11

Deze richtlijn is gericht tot de Lid -Staten .

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1991 .

Voor de Raad De Voorzitter J.-C . JUNCKER

( 1)PB nr . C 224 van 8 . 9 . 1990, blz . 4 .

( 2)Advies uitgebracht op 20 november 1990 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) en PB nr . C 158 van 17 . 6 . 1991.

( 3)PB nr . C 332 van 31 . 12 . 1990, blz . 167 .

( 4)PB nr . L 183 van 29 . 6 . 1989, blz . 1 .

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.