Zesde kaderprogramma voor onderzoek (KP6)
Het zevende kaderprogramma voor onderzoek was een programma dat tot doel had om het onderzoeksbeleid beter af te stemmen op de economische en sociale ambities van de Europese Unie1. Specifiek poogde het programma om een gemeenschappelijke Europese strategie te bewerkstelligen voor de versterking van wetenschap en technologie in de mondiale omgeving.
Het zesde kaderprogramma vormde een doelbewuste trendbreuk met de vorige kaderprogramma's. Dat gold zowel voor de ambitie en het toepassingsgebied van het programma als voor de instrumenten voor de uitvoering ervan. Het was de bedoeling om de aandacht meer toe te spitsen op problemen van Europees belang en een sterkere partnerschap te creëren tussen de spelers in de Europese onderzoeksruimte2.
Het programma liep van 2002 tot 2006. In 2007 werd het budget voor onderzoek, de zogenoemde Europese Onderzoeksruimte2, verhoogd om het zevende kaderprogramma mogelijk te maken. In 2014 ging het achtste kaderprogramma van start onder de naam Horizon 20203.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.De Europese Onderzoeksruimte omvat alle middelen waarover de Europese Unie beschikt om (grensoverschrijdend) onderzoek en innovatieactiviteiten te coördineren en te stimuleren. Net als in de interne markt wil de Europese Commissie dat in de Europese Onderzoeksruimte onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologieën zich vrij kunnen bewegen. Het doel hiervan is Europese onderzoekspresentaties te verbeteren door grensoverschrijdende interactie te bevorderen en concurrentie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling aan te zwengelen.
- 3.Horizon 2020 was een financieringsprogramma van de Europese Commissie voor wetenschap, innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Het programma had als doel de mondiale concurrentiepositie van Europa te verbeteren en de economische en sociale ambities van de Europese Unie te stimuleren. Om dit te realiseren moest het obstakels voor innovatie uit de weg ruimen en samenwerking tussen publieke en particuliere sectoren bevorderen. Het was daarmee een belangrijke pijler van de Innovatie-Unie en de 2020-strategie.
- 4.Een aanzienlijk deel van de uitgaven van de Europese Unie is bestemd voor subsidieregelingen. Deze zijn bedoeld om de doelstellingen te realiseren die zijn vastgesteld voor de verschillende beleidsterreinen van de EU.