Nederland in Europa

Vergeleken met de nationale politici spelen Nederlandse Europarlementariërs een marginale rol in de media en in de Nederlandse politiek. Wel maken binnenlandse politici geregeld een overstap naar het Europees Parlement1 (EP) en andersom. De opkomst bij de verkiezingen voor het EP is veel lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen2 en vertoonde tot 1999 een dalende trend. In sommige debatten (met name over Europa) gunt de Tweede Kamer3 spreekrecht aan Nederlandse Europarlementariërs.

  • meer informatie

Inhoudsopgave

  1. Verkiezingen voor het Europees Parlement
  2. Invloed in Europa
  3. Gele kaart
  4. Parlementaire debatten

1.

Verkiezingen voor het Europees Parlement

De verkiezingen voor Nederlandse leden van het Europees Parlement zijn qua systematiek vergelijkbaar met de verkiezingen voor de Tweede Kamer2. Voor de brexit (31 januari 2020) had Nederland 26 zetels; daarna is een deel van de Britse zetels herverdeeld waardoor Nederland er drie zetels bij kreeg. Na uitbreiding van het ledental heeft Nederland 31 Europarlementariërs.

Onderdanen uit andere EU-lidstaten mogen onder bepaalde voorwaarden kiezen en gekozen worden in Nederland, en Nederlanders mogen meedoen aan de EP-verkiezingen in andere lidstaten.

  • meer informatie
  • Verkiezingen en zetelverdeling Europees Parlement 1979-20244

2.

Invloed in Europa

De Tweede Kamer zonder personen [flickr/-JvL-]
Bron: flickr/-JvL-

Als het parlement (de Eerste en/of Tweede Kamer) een voorstel dat in de Raad van Ministers besproken wordt erg belangrijk vindt voor Nederland, kan het parlement de regering vragen om niet met het voorstel in te stemmen voordat het hierover een debat met de regering heeft gevoerd. Na zo'n parlementair voorbehoud (ook wel behandelvoorbehoud genoemd) moet de regering de Kamer(s) informeren over de voortgang.

Het parlementair voorbehoud is ingevoerd bij de goedkeuringswet van het Verdrag van Lissabon. Het heeft alleen betekenis tussen het Nederlandse parlement en de Nederlandse regering; andere lidstaten zijn er niet door gebonden.

3.

Gele kaart

De nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie hebben de mogelijkheid om bij nieuwe voorstellen voor Europese wetgeving aan te geven dat het onderwerp van een wetsvoorstel niet op Europees niveau, maar op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau thuishoort.

  • meer informatie

4.

Parlementaire debatten

Voorafgaand aan besprekingen in de Raden van ministers voert de betreffende Kamercommissie als regel overleg met de bewindslieden over hun inbreng. Als er aanleiding is dan kunnen tijdens een tweeminutendebat5 plenair moties worden ingediend. Ook de uitkomst van het overleg in Brussel kunnen reden zijn voor overleg en moties.

Voorafgaand aan Europese Toppen is er een debat met de minister-president over de belangrijkste te bespreken punten. Vaak worden na dit debat moties in stemming gebracht. Ook de uitkomst van Europese Toppen is reden om te debatteren.

Jaarlijks debatteert de Tweede Kamer over de Staat van de Unie. Daaraan nemen ook de leiders (parlementsleden) van de Nederlandse delegaties in het Europees Parlement deel. De Eerste Kamer houdt jaarlijks algemene Europese beschouwingten.


  • 1. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 2. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
     
  • 3. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 4. 
    In Nederland vonden vanaf 1979 iedere vijf jaar verkiezingen plaats voor de Nederlandse volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement. De opkomst daalde van 58,1 procent van de kiesgerechtigden in 1979 naar een dieptepunt van onder de 30 procent in 1999. Sinds 2004 ligt het opkomstpercentage tussen de 30 en 46 procent. De verkiezingen waren op 6 juni 2024.
     
  • 5. 
    Een tweeminutendebat is een debat in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer, waarbij iedere fractie slechts eenmaal twee minuten het woord krijgt over een verslag van een (mondeling) commissiedebat of schriftelijk overleg. De aanvrager van het debat krijgt als eerste het woord. In principe kan alleen wie aan het commissiedebat of schriftelijk overleg heeft deelgenomen, het woord voeren in een tweeminutendebat.