Ervaring als Tweede Kamerlid
In het verleden waren er Kamerleden die lang in de Tweede Kamer1 zaten. Sinds de jaren '60 van de vorige eeuw vertoont de ervaring van Tweede Kamerleden2 een - zij het niet constante - dalende lijn. Het aantal Kamerleden met langdurige Kamerervaring neemt af. Er komen bij verkiezingen bovendien steeds meer nieuwkomers.
Vroeger was het veel gebruikelijker dat leden langdurig lid bleven. Op dit moment is de gemiddelde ervaring van alle (huidige) Tweede Kamerleden 3 jaar en 11 maanden.
Het huidige Kamerlid met de meeste ervaring in de Tweede Kamer is Geert Wilders3.
overzicht
naam |
partij/stroming |
periode |
duur |
---|---|---|---|
ARP |
1901-1946 |
44 jaar, 9 maanden |
|
CHU |
1922-1963 |
40 jaar, 11 maanden |
|
liberaal |
1877-1917 |
39 jaar, 1 maand |
|
VDB |
1897-1936 |
38 jaar, 9 maanden |
|
liberaal |
1879-1917 |
38 jaar, 4 maanden |
|
ARP |
1918-1956 |
37 jaar, 9 maanden |
|
AR/CH |
1879-1921 |
37 jaar, 4 maanden |
|
RKSP/KVP |
1925-1963 |
37 jaar, 3 maanden |
|
liberaal |
1849-1884 |
35 jaar, 9 maanden |
|
SDAP |
1901-1937 |
35 jaar, 9 maanden |
|
SGP |
1929-1961 |
35 jaar, 6 maanden |
|
SDAP |
1899-1934 |
35 jaar, 4 maanden |
|
RKSP |
1896-1931 |
34 jaar, 9 maanden |
|
liberaal |
1863-1897 |
34 jaar, 7 maanden |
|
AR/CH |
1879-1913 |
34 jaar |
|
RKSP/KVP |
1933-1967 |
33 jaar, 9 maanden |
|
ARP |
1922-1956 |
33 jaar, 9 maanden |
|
AR/CH |
1881-1916 |
33 jaar, 3 maanden |
|
SGP |
1929-1933 1937-1971 |
33 jaar, 1 maand |
Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van Kamerleden met de meeste of minste ervaring in een bepaalde periode.
Meer over
- 1.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 2.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 3.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 4.Vooraanstaand ARP-Tweede Kamerlid uit orthodox-gereformeerde hoek. Langstzittende Kamerlid uit de parlementaire geschiedenis (1901-1946). Vermaard omdat hij tijdens zijn lidmaatschap van luitenant opklom tot generaal en vanwege het feit dat hij het 'Leve de Koningin' aanhief op Prinsjesdag. Kwam in 1901 als afgevaardigde voor Steenwijk in de Tweede Kamer. Defensie-woordvoerder en behartiger van de belangen van de Zuiderzeevissers. Oprichter van de Bond tegen het Vloeken en van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, een tegen revolutionaire woelingen gerichte burgerwacht. Had als koosnaam 'Duympie'.
- 5.Voorman van de CHU in het midden van de twintigste eeuw. Bijna eenenveertig jaar Tweede Kamerlid en later tevens fractievoorzitter en partijvoorzitter. Was oorspronkelijk officier. Werd een gezaghebbend Kamerlid met name op defensie- en onderwijsgebied en was jarenlang secretaris van de Onderwijsraad. Gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Leidde zijn partij door de crisis over de Indische politiek, waarbij hij met veel interne oppositie te maken had. Exponent van de gematigde, gouvernementele CHU, wars van scherpslijperij. Trad als partijleider zelfstandig op, maar gaf fractieleden wel de ruimte om een minderheidsstandpunt in te nemen. Tamelijk pragmatisch ingesteld, geen theoreticus. Kwam altijd per fiets naar het Binnenhof.
- 6.Vooraanstaand Gronings liberaal politicus, met grote politieke talenten. Pragmatisch ingesteld en gematigd vooruitstrevend. Was onderwijzer en hoofdredacteur van dagblad Het Vaderland. Vervolgens veertig jaar Tweede Kamerlid, waarvan vier jaar voorzitter. Gaf als Kamerlid de aanzet tot de arbeidsenquête van 1886. Leidde na 1893 de fractie van de vooruitstrevende liberalen in de Tweede Kamer. Bekwaam wetgever, die als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Pierson onder andere de Woningwet en de Gezondheidswet tot stand bracht. Formeerde in 1905 het kabinet-De Meester, maar nam daarin zelf geen zitting. Als Kamervoorzitter vermaard vanwege zijn versprekingen ('Curiname en Suraçau'). Hield als Kamerlid goed doorwrochte en vurige betogen, die meestal met veel belangstelling werden beluisterd.
- 7.Vooraanstaand Amsterdams Tweede Kamerlid. Werd in 1897 voor de Radicale Bond gekozen. In de VDB-fractie, waarvan hij sinds 1901 deel uitmaakte, de onderwijsspecialist en verder onder meer financieel woordvoerder. Was zelf werkzaam geweest in het onderwijs en jarenlang voorzitter van de Bond van Nederlandse Onderwijzers. Groot voorstander van openbaar onderwijs en zeer begaan met het lot van kinderen. Naast Kamerlid ook gedeputeerde van Noord-Holland en enige tijd wethouder van onderwijs in Amsterdam. Humoristisch redenaar met een Amsterdamse tongval, die door zijn ontwapende oprechtheid soms het enfant terrible van de Kamer was.
- 8.Rondborstig Tweede Kamerlid uit Friesland; later afgevaardigde voor het district Zutphen. Van huis uit dominee, maar qua uiterlijk meer een stoere zeekapitein. Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met zaken als onderwijs en visserij. Stemde als enige liberaal in 1917 tegen de wijziging van het grondwettelijk onderwijsartikel. Antimilitarist en tegenstander van vermenging van geloof en politiek. Stond bekend om zijn grote rijkdom, zijn humor en zijn snedige interrupties. Tot op hoge leeftijd Kamerlid.
- 9.Bijna veertig jaar lid van de Tweede Kamer voor de ARP en drieëntwintig jaar de zeer dominante fractie- en partijvoorzitter, wiens wil in de fractie wet was. Zoon van een haringvisser uit Maassluis die al op jonge leeftijd ging werken. Subliem product van de Gereformeerde Jongelingsvereniging en typische mannenbroeder. Autodidact. Was in Rotterdam enige tijd wethouder. Fractievoorzitter van de ARP in de Tweede Kamer vanaf de jaren dertig en opvolger van Colijn. Tijdens de bezetting moedig, karaktervast en onverzettelijk. Overleefde het beruchte kamp Mauthausen, maar zei in 1945 tegen Wilhelmina: ik ben niet veranderd. Ageerde met zijn krachtige, sonore stemgeluid tegen de Indië-politiek van de kabinetten-Beel en -Drees. Hield de ARP na de oorlog lange tijd in isolement. Verliet in 1956 de politiek en was nog ruim twee jaar staatsraad.
- 10.Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.
- 11.Katholieke Tweede Kamervoorzitter, die dat ambt vijftien jaar bekleedde. Was advocaat in Amsterdam en secretaris van katholieke werkgeversorganisatie en behoorde tot de vooraanstaande leden van de RKSP- en KVP-fracties, waarvan hij enige tijd secretaris was. Verdedigde als advocaat het 'foute' dagblad De Telegraaf en Pieter Menten. Was ook actief als schrijver en politiek commentator van De Volkskrant. Tijdens zijn voorzitterschap werd onder meer de werkwijze van de Kamer gemoderniseerd. Was voorstander van levendige debatten. Kwam in december 1958 in conflict met de PvdA-fractie toen hij tegen de zin van de PvdA en het demissionaire kabinet afhandeling van een wetsvoorstel doorzette. Zijn charme zorgde er overigens voor dat die 'aanvaring' niet de persoonlijke verhoudingen verstoorde.
- 12.Rondborstige Zeeuws-Vlaming - in zijn jeugd deed hij aan 'krachttraining' - met een karakteristieke 'leeuwenkop' en een vlugge tong. Zoon van predikant. Volbloed Thorbeckiaan, die gezworen had zijn baard pas af te scheren als er een liberale Grondwet kwam. Had in Den Haag een drukke praktijk als advocaat. Langdurig (1849-1884) Tweede Kamerlid voor Zeeuwse districten en ijveraar voor de Zeeuwse belangen. Gedegen jurist, die de onderwerpen die hij behandelde altijd uitvoerig uitpluisde. Als antimilitarist en medeoprichter en voorzitter van de Vredebond, maakte hij zich sterk voor vreedzame beslechting van internationale geschillen.
- 13.Uit Groningen afkomstig SDAP-Kamerlid en bestuurder; in 1914 de eerste SDAP-burgemeester (van Zaandam). Was jarenlang onderwijzer en werd in 1901 op 30-jarige leeftijd in de Tweede Kamer de belangenbehartiger van onderwijzers en van dienstplichtigen en het lagere defensiepersoneel (zadelmakers, geweermakers etc.). Bleef dat tot 1937. In 1909 werd hij afgevaardigde voor een Haags district, na eerder door Hoogezand te zijn gekozen. Combineerde zijn Kamerlidmaatschap met dat van de Haagse gemeenteraad. Zeer actief in beide functies. Publiceerde daarnaast meer dan dertig boeken over Multatuli, folklore, Groningen en taal. Met zijn broer Jan, collega-Kamerlid, aangeduid als 'de firma Ter Laan'.
- 14.Orthodox-hervormde predikant, die door zijn kenmerkende zwarte pak en conservatief-protestantse opvattingen jarenlang een opvallende figuur in de Tweede Kamer was. Pleitbezorger van een protestants, volgens bijbelse normen geregeerd Nederland. Antipapistisch. Maakte bijvoorbeeld bezwaar tegen een bankbiljet, omdat daarop een kleine afbeelding van Sint Maarten stond. Als nestor van de Kamer diverse keren waarnemend Kamervoorzitter. Raakte nooit zijn spreekangst kwijt, maar kon wel met Gronings accent scherp uit de hoek komen, bijvoorbeeld over de Indiëpolitiek. Was ook lange tijd gemeenteraadslid in Delft en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
- 15.Voormalige schildersgezel die naast Troelstra en Vliegen een belangrijk voorman van de SDAP was. Kwam in 1899 in de Tweede Kamer en had daarin tot zijn dood in 1934 zitting. Fel en goed debater, die het middel van de parlementaire obstructie niet schuwde. Sprak over uiteenlopende onderwerpen. Toen Troelstra in 1901 niet was herkozen, leidde hij ruim een jaar de SDAP-fractie. Vele jaren vicevoorzitter van de Tweede Kamer. Behoorde tot de gematigde vleugel van de SDAP. Nam in november 1918 in de Tweede Kamer behendig afstand van Troelstra's revolutiepoging, zonder zijn leider openlijk af te vallen. Nuchtere Groninger die met beide benen op de grond stond. Gewaardeerd door andersdenkenden vanwege zijn pragmatische opstelling. Was in de periode 1926-1934 tevens lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
- 16.Limburgse priester en staatsman. Dé grote voorman van de katholieken in de eerste helft van de twintigste eeuw. Tot hij in 1896 Tweede Kamerlid werd docent aan het College Rolduc. Behoorde tot de meer democratisch gezinde katholieke Kamerleden. Was pleitbezorger van sociale wetgeving en van de belangen van de mijnwerkers. In 1910 fractievoorzitter, in welke functie hij later als voorzitter van de grootste regeringsfractie een belangrijk stempel op de Nederlandse politiek drukte. Opende in 1918 als formateur de weg naar het kabinet-Ruys I. Kwam in 1922 met de leer van de uiterste noodzaak, waardoor er geen samenwerking met de sociaaldemocraten kwam. Hield, anders dan de bisschoppen wilden, echter de weg daartoe open. Een veel minder goed spreker dan zijn voorganger Schaepman, maar desondanks zeer gezaghebbend in de Kamer. Kende geen enkele persoonlijke eerzucht.
- 17.Vermogende ondernemer uit Rotterdam, die ruim vierendertig jaar als afgevaardigde voor die stad de handelsbelangen verdedigde. Sprak in de Tweede Kamer ook regelmatig over spoor- en waterwegen en over militaire zaken. Behoorde tot de antimilitaristen onder de liberalen en was tegenstander van hoge defensie-uitgaven. Enige jaren wethouder en burgemeester van Gorinchem. Zette zich in voor het doofstommenonderwijs en de tuinbouw. Had een lichtelijk ontvlambaar karakter.
- 18.Eén van de leidende figuren van de ongesplitste ARP van vóór 1894. Aanvankelijk officier en daarna landeigenaar in Overijssel en Gelderland. In 1879 gekozen als Tweede Kamerlid voor het district Zwolle in plaats van de liberaal Van Naamen van Eemnes. Enkele keren voorzitter van de antirevolutionaire Kamerclub in de Tweede Kamer. Koos in 1894 de zijde van Lohman. Werd in 1913 verslagen door een vrij-liberaal en werd toen gedeputeerde van Overijssel. Eenvoudige landedelman, die op het fraai gelegen Huize Voorstonden, eigendom van zijn tweede echtgenote barones De Vos van Steenwijk, woonde en die in aanzien stond bij zijn pachters.
- 19.Limburgse landbouwspecialist in de Tweede Kamerfracties van de RKSP en KVP. Gepromoveerd in de landbouwkunde. Was een vooraanstaand voorman van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond en actief in talrijke (Limburgse) landbouworganisaties. Belangrijk tegenspeler van de ministers Mansholt en Vondeling, met veel kennis van de land- en tuinbouw. Hield zich aanvankelijk in de Kamer ook bezig met aangelegenheden inzake de wederopbouw. Goedmoedige Limburgse boerenzoon.
- 20.Landbouwer uit de Haarlemmermeer, die behalve landbouw-specialist ook financieel woordvoerder van de ARP-Tweede Kamerfractie was. Joviale afgevaardigde, die over veel gevoel voor humor en een goed humeur beschikte en die gemakkelijk, levendig sprak. Medeoprichter van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond en daarvan veertig jaar bestuurder (na 1945 bijna veertien jaar voorzitter). Stond bekend als een 'socialistenvreter', die echter door vriend en vijand gewaardeerd werd.
- 21.Sympathieke, minzame diplomaat uit een Duitse militaire en adellijke familie, die in 1882 Tweede Kamerlid werd voor de antirevolutionairen. Koos in 1894 de zijde van Lohman. Sprak in de Tweede Kamer vooral over buitenlandse en koloniale zaken. Werd in 1909 naar voren geschoven als Tweede Kamervoorzitter, omdat bij protestanten de vrees bestond dat de benoeming van de predikant De Visser de weg zou openen voor een toekomstig voorzitterschap van de priester Nolens. Was als Kamervoorzitter niet opgewassen tegen de lastige socialisten. Raakte mede daardoor in ongenade bij de koningin en werd in 1912 vervangen. Hij was onmiskenbaar pro-Duits; zijn zoons vochten in de Eerste Wereldoorlog mee aan Duitse zijde.
- 22.SGP-voorman van christelijk-gereformeerden huize. Scheikundig ingenieur, die jarenlang een onvervalst orthodox-calvinistisch en anti-Rooms geluid in beide Kamers liet horen. Strijder tegen vrouwenkiesrecht, loterijen, crematie, sport, inentingen, emancipatie, de Verenigde Naties, etc., etc. Tevens een fervent dierenbeschermer. Was ruim dertig jaar parlementariër en daarnaast gemeenteraadslid in Rotterdam en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Lange tijd stond hij in de schaduw van de voormannen Kersten en Zandt, maar vanaf 1961 was hij fractieleider en in 1963 en 1967 lijsttrekker. Bekende, beminnelijke en onwankelbaar getuigende politicus, die altijd een donkere jas en hoed droeg.
- 23.Wat is er te zeggen over Tweede Kamerleden in het verleden, bijvoorbeeld over het jongste Tweede Kamerlid, het oudste Tweede Kamerlid, opleidingsniveau of de eerste vrouw in de Tweede Kamer?