Het voorzitterschap van de Verenigde Vergadering

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De Verenigde Vergadering1, de gezamenlijke vergadering van Eerste en Tweede Kamer, wordt voorgezeten door de voorzitter van de Eerste Kamer2. Dat is al zo sinds er in 1815 twee Kamers zijn.

Dat betekent ook dat de plechtige bijeenkomst op Prinsjesdag3 van de beide Kamers door de Eerste Kamervoorzitter wordt geleid.

In de jaren tachtig was er discussie over het voorzitterschap. In de Tweede Kamer4 werd voorgesteld de Tweede Kamervoorzitter5 de Verenigde Vergadering te laten leiden. De Eerste Kamer6 verhinderde dat echter.

Inhoudsopgave

  1. Het voorzitterschap
  2. Discussie over het Voorzitterschap

1.

Het voorzitterschap

Het Reglement van Orde van de Verenigde Vergadering7 bepaalt dat de voorzitter de werkzaamheden van de vergadering leidt, de orde moet handhaven bij de beraadslagingen en de uitslag van stemmingen bekend moet maken. Die bepalingen hebben vooral betrekking op vergaderingen waarin besluiten worden genomen, zoals Verenigde Vergaderingen waarin wordt beraadslaagd over wetsvoorstellen over het verlenen van toestemming aan prins(ess)en om te trouwen.

In het reglement van orde van de Verenigde Vergadering is een apart hoofdstuk gewijd aan vergaderingen waarin geen besluiten worden genomen, zoals de vergadering waarin de Troonrede8 wordt voorgelezen.

In deze vergaderingen bestaat de taak van de voorzitter voornamelijk uit het desgewenst benoemen van een commissie van in- en uitgeleide, en uit het in goede banen leiden van de gang van zaken.

Verder is de voorzitter belast met de ordehandhaving. Een lid, dat een vergadering verstoort, kan worden uitgesloten van verdere bijwoning van de vergadering. In de jaren dertig zijn communistische leden die de orde verstoorden op last van de voorzitter door de politie verwijderd.

2.

Discussie over het Voorzitterschap

De Tweede Kamer nam bij de Grondwetsherziening in 1980 een amendement aan van het CDA-lid De Kwaadsteniet9. Daardoor zou de Tweede Kamervoorzitter met de leiding van de Verenigde Vergadering worden belast. De Tweede Kamer vond dat op die manier beter tot uiting zou worden gebracht dat het politieke primaat bij de Tweede Kamer berust.

Met name de CDA-Eerste Kamerfractie onder leiding van oud-minister De Gaay Fortman10 verzette zich tegen dit voorstel. Nadat een eerste stemming onbeslist was gebleven, werd bij een tweede stemming het wetsvoorstel over de inrichting van de Staten-Generaal met 40 tegen 24 stemmen verworpen. Behalve het CDA stemden ook SGP, GPV11 en de gehele VVD tegen (in eerste instantie waren enkele VVD'ers vóór).

Het kabinet-Van Agt I12 diende hierop een nieuw, afzonderlijk voorstel in over het voorzitterschap van de Verenigde Vergadering. Ook ditmaal amendeerde de Tweede Kamer dit. De Verenigde Vergadering moest, zo vond de Tweede Kamer in meerderheid, zelf de voorzitter kiezen.

De Eerste Kamermeerderheid voelde echter niets voor dit compromis. Met 31 tegen 24 stemmen werd het voorstel afgewezen. En zo bleef de voorzitter van de Eerste Kamer voorzitter van de Verenigde Vergadering.

 

Meer over

  • Verenigde Vergadering1

  • 1. 
    De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
     
  • 2. 
    De Eerste Kamervoorzitter leidt de vergadering van de Eerste Kamer en is tevens voorzitter van het College van fractievoorzitters en het College van Voorzitter en Ondervoorzitters (interne organisatie). Hij zit ook de Verenigde Vergaderingen voor. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, zoals in contacten met buitenlandse parlementen en bij ontvangsten van gasten.
     
  • 3. 
    De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
     
  • 4. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 5. 
    De voorzitter leidt de vergadering van de Tweede Kamer. In het Reglement van Orde staat welke bevoegdheden van toepassing zijn. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, bijvoorbeeld in contacten met buitenlandse parlementen. De voorzitter heeft een coördinerende rol tijdens de eerste fase van de kabinetsformatie.
     
  • 6. 
    De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
     
  • 7. 
    Het Reglement van Orde van de Verenigde Vergadering bevat regels over de organisatie en werkwijze voor vergaderingen en bijeenkomsten van beide Kamers gezamenlijk. Het gaat dan onder meer over de taken van de voorzitter, de verslaglegging, de gang van zaken tijdens debatten en de besluitvorming.
     
  • 8. 
    De troonrede is de rede die de Koning jaarlijks op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) voorleest. Hij geeft in de troonrede een uiteenzetting van het regeringsbeleid voor het komende jaar. De Koning schrijft de tekst van de troonrede niet zelf; dat doen de ministers. Het voorlezen van de troonrede vloeit voort uit artikel 65 van de Grondwet.
     
  • 9. 
    Antirevolutionaire staatsrechtsdeskundige uit Rotterdam, die promoveerde op het recht van kamerontbinding. Was net als zijn vader partijsecretaris en vanaf 1973 Tweede Kamerlid. Woordvoerder op het gebied van defensiepersoneel en voor binnenlands bestuur en Grond- en Kieswetaangelegenheden. Een door hem ingediende motie blokkeerde in 1975 verandering van de positie van de Eerste Kamer. Speelde ook een belangrijke rol als woordvoerder Antilliaanse zaken. Sloot zich eind 1977 aan bij de loyalisten en was kritisch over kernbewapening. Kamerlid naar wie vooral werd geluisterd vanwege zijn kennis van de materie waarover hij sprak; een begenadigd spreker was hij niet.
     
  • 10. 
    Gezaghebbende progressieve ARP- en CDA-politicus. Was ambtenaar, secretaris van de rijksbemiddelaars en docent aan de CNV-kaderschool en werd later hoogleraar aan de VU. In 1956 zonder succes formateur tijdens de lange kabinetsformatie van dat jaar. Wist in 1960, het jaar waarin hij ook senator was geworden, echter snel een kabinetscrisis op te lossen. Liet zich in 1973 samen met Boersma overhalen minister te worden in het kabinet-Den Uyl. Had een goede band met de ex-gereformeerde Den Uyl. Als minister een relativerende, vaderlijke figuur. Speelde een belangrijke rol bij de onafhankelijkheid van Suriname en kwam met een plan om Nederland op te delen in 24 provincies. Was in 1981 nog eens als informateur betrokken bij een formatie en wist de weg te openen voor een kabinet van CDA, PvdA en D66. Tot op hoge leeftijd kritisch volger van de koers van het CDA.
     
  • 11. 
    Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
     
  • 12. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.