Notaoverleg (NO)
Tweede Kamercommissies1 kunnen een door het kabinet2 ingediende beleidsnota of een initiatiefnota3 van een Kamerlid bespreken met de betrokken bewindspersonen of de initiatiefnemer in een notaoverleg. Het tijdstip waarop het notaoverleg plaatsvindt, wordt door de Kamervoorzitter4 vastgesteld en er mogen er maar twee tegelijk worden gehouden. Vaak zijn er notaoverleggen op maandagen. Alle Tweede Kamerleden5 mogen eraan deelnemen en rijksambtenaren mogen (met instemming van de minister) vragen beantwoorden.
Tijdens een notaoverleg kunnen leden moties6 indienen. Die komen gewoonlijk in stemming in de plenaire vergadering7, nadat het verslag van het overleg is verschenen.
Van het notaoverleg wordt een beknopt verslag dan wel een woordelijk (stenografisch) verslag gemaakt. Dit laatste gebeurt als de commissie daarom vraagt. Als van een notaoverleg slechts een beknopt verslag is gemaakt, kan in de plenaire vergadering in een kort debat (een zogenaamd tweeminutendebat) alsnog een motie worden ingediend. Ook bestaat tijdens de plenaire vergadering de mogelijkheid om een motie te wijzigen of in te trekken.
Het notaoverleg werd in 1994 opgenomen in het Reglement van Orde8.
Meer over
- 1.De Tweede Kamerleden doen hun werk vooral in commissies. In een commissie houdt een groep Kamerleden zich bezig met een beleidsterrein of met een specifiek onderwerp. Vrijwel alle Kamerleden zijn lid van een of meer commissies. Voor specifieke onderwerpen stellen commissies soms werkgroepen in.
- 2.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 3.In een initiatiefnota kan een Tweede Kamerlid een bepaalde beleidskwestie aan de orde stellen en daarover voorstellen doen. Als regel komt de regering met een reactie. De nota wordt vervolgens besproken door de Tweede Kamer, meestal in een algemeen overleg van de betreffende Kamercommissie. Dat debat kan vooraf worden gegaan door een schriftelijke voorbereiding waarin andere Kamerleden vragen kunnen stellen. Verder kan aan het kabinet om een reactie worden gevraagd op de nota.
- 4.De voorzitter leidt de vergadering van de Tweede Kamer. In het Reglement van Orde staat welke bevoegdheden van toepassing zijn. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de Kamer naar buiten toe, bijvoorbeeld in contacten met buitenlandse parlementen. De voorzitter heeft een coördinerende rol tijdens de eerste fase van de kabinetsformatie.
- 5.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 6.Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
- 7.De vergadering van alle 150 Tweede Kamerleden noemen we de plenaire vergadering. Deze wordt geleid door de Tweede Kamervoorzitter en wordt gehouden in de grote vergaderzaal. Er is een publieke tribune. Daarnaast zijn de plenaire vergaderingen live op internet te volgen. Alle plenaire vergaderingen zijn dus openbaar.
- 8.Het Reglement van Orde bevat regels over de gang van zaken in de Tweede Kamer. Wie mag wanneer spreken, hoe komt een besluit tot stand, wat zijn de taken van commissies, welke bevoegdheden heeft de voorzitter, aan welke regels moeten bezoekers zich houden: het is allemaal in dit reglement vastgelegd.
- 9.Tijdens commissievergaderingen komen Tweede Kamerleden in kleinere groepen (commissies) bijeen. Geregeld worden zij hierbij vergezeld door ministers en staatssecretarissen. De voornaamste taak is het bespreken van beleid en wetsvoorstellen. Tweede Kamercommissies bepalen zelf wanneer zij vergaderen.