Socialistische Partij (1918-1924)
De Socialistische Partij (SP), opgericht in 1918, was een radicaal-socialistische en republikeinse partij die met alle middelen de toestand van de arbeiders wilde verbeteren. De partij was gelieerd aan de extreem-linkse vakbond, het Nederlands Arbeiders Secretariaat (NAS).
Inhoudsopgave
De SP streefde naar gemeenschapsbezit en bestrijding van de heersende bezittende klasse.
Voornaamste programmapunten waren verder:
-
-invoering van de republiek
-
-gelijke rechten voor mannen en vrouwen
-
-afschaffing van de geheime diplomatie en van leger en vloot
-
-zelfstandigheid voor Nederlands-Indiƫ
-
-afschaffing van indirecte belastingen en een sterk progressieve inkomstenbelasting
-
-kosteloos onderwijs
-
-invoering van de 8-urige werkdag
-
-afschaffing van huis- en nachtarbeid en een verbod op kinderarbeid
-
-uitbreiding van de sociale zekerheid
-
-krachtige bestrijding van drankgebruik.
De politiek leider van de SP was Harm Kolthek1, die tussen 1918 en 1922 de partij in de Tweede Kamer vertegenwoordigde. Tot februari 1920 maakte hij deel uit van de revolutionair-socialistische fractie. Kolthek was onder meer drukker, journalist en secretaris van het NAS.
De SP kreeg bij de verkiezingen van 19182 bijna 9000 stemmen (0,7%). Bij de verkiezingen van 1922 ging deze ene zetel weer verloren. De partij bestond nog tot midden jaren 1920, maar leidde een marginaal bestaan.
Meer over
- 1.Tussen 1918 en 1922 vertegenwoordiger van de vooroorlogse (revolutionaire) Socialistische Partij in de Tweede Kamer. Was secretaris van het Nationaal Arbeids Secretariaat, de syndicalistische vakbeweging in Nederland. Weigerde zich in de Kamer te houden aan de vertrouwelijkheid van het gesprokene in Kamercommissies. Nadat hij kritiek had geuit op J.W. Kruyt, zijn collega in de revolutionair-socialistische fractie waarvan hij sinds 1918 deel uitmaakte, werd in februari 1920 de samenwerking verbroken en ging hij verder als eenling. Was ook gemeenteraadslid in Amsterdam en Groningen.
- 2.De Tweede Kamerverkiezingen van 1918 waren op 3 juli. Het waren de eerste waarbij alle mannen mogen meestemmen. Het waren tevens de eerste verkiezingen volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Er werd niet meer per district gestemd volgens een meerderheidsstelsel, maar kiezers brengen hun stem uit op een persoon die op een kandidatenlijst van een partij staat. Alle uitgebrachte stemmen tellen vanaf deze verkiezingen mee voor de zetelverdeling.