Rooms-Katholieke Volkspartij (RKVP)
De Rooms-Katholieke Volkspartij (RKVP) was een linkse katholieke partij die zich verwant voelde met de katholieke vakbeweging. De RKVP werd in december 1922 opgericht en streefde behalve sociale maatregelen typisch katholieke doelen na, zoals herstel van het gezantschap bij de paus en opheffing van het processieverbod.
Inhoudsopgave
Zij kwam met de volgende programmapunten op voor arbeidersbelangen:
-
-steun aan grote gezinnen
-
-geen stijging van prijzen van levensmiddelen
-
-verlaging van huren
-
-bevordering van eigenwoningbezit
-
-een rechtvaardiger belastingdruk
-
-medezeggenschap.
In de Tweede Kamer steunde de enige afgevaardigde, Pius Arts1, voorstellen voor nationale ontwapening.
De enige voorman van de RKVP was Pius Arts, een Tilburgse advocaat en zoon van oud-Tweede Kamerlid en journalist, A.H.A. Arts2.
De RKVP had tussen 1925 en 1929 en tussen 1933 en 1937 één vertegenwoordiger in de Tweede Kamer. De aanhang van de RKVP was vooral te vinden onder de Brabantse fabrieksarbeiders, en was sterk in Tilburg geconcentreerd.
In 1933 fuseerde de RKVP met de Katholiek Democratische Bond (KDB), een afscheiding van de RKSP onder leiding van prof. Veraart3. De partij kreeg als nieuwe naam Katholiek-Democratische Partij (KDP). Bij de verkiezingen van 1937 slaagde de partij er niet in een zetel te veroveren. In 1939 keerde de KDP terug in de RKSP.
Meer over
Kijk voor meer informatie over de RKVP op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.
- 1.Tilburgse advocaat; zoon van het Tweede Kamerlid A.H.A. Arts en voorman van de Rooms-Katholieke Volkspartij. Was in twee perioden in het interbellum als eenling Kamerlid voor deze van de RKSP afgescheiden partij; een partij die een sociale en pacifistische koers voorstond. Bekende politicus in Tilburg onder andere door vele functies in het verenigingsleven. Was onder meer voorzitter van Willem II en bestuurder van de voetbalbond. Zowel voor als na de oorlog gemeenteraadslid. Werd door de RKSP als bête noire gezien. In de Kamer niet zo opvallend.
- 2.Sociaal voelend katholiek Tweede Kamerlid uit Tilburg uit de eerste decennia van de twintigste eeuw. Vocht als luitenant der Zouaven (pauselijke vrijwilligers) in 1870 mee in de kerkelijke staat mee tegen de Garibaldisten. Dat had sterke invloed op zijn verdere loopbaan. Werd journalist en hoofdredacteur van de Nieuwe Tilburgse Courant. Werd gekozen als onafhankelijk lid, maar sloot zich aan bij de Katholieke Kamerclub. In Tilburg een gewaardeerd Kamerlid, maar hij verloor na de invoering van de evenredige vertegenwoordiging zijn zetel omdat zijn partij hem te oud vond. Kwam bij de verkiezingen van 1922 met een eigen lijst, waarop verder alleen zijn zoon Pius stond. Die zoon werd in 1925 Tweede Kamerlid.
- 3.Voorman van de linkervleugel van de RKSP (Verbond Sint Michaël) en als vertegenwoordiger daarvan vier jaar Tweede Kamerlid. Delftse hoogleraar handelsrecht en publicist. Groot voorstander van bedrijfsorganisatie waarbij werkgevers en werknemers samenwerken. Verliet de RKSP in 1932 en leidde de Katholieke Democratische Partij, die echter geen succes werd. Keerde daarna terug in de RKSP. Was tamelijk overtuigd van zijn eigen gelijk en daarbij zeer strijdbaar. Begiftigd met een scherpe pen.