Plattelandersbond - Hoofdinhoud
De in 1917 opgerichte Plattelandersbond was een politieke partij die opkwam voor de belangen van boeren en tuinders en die zich tegen de volgens haar bestaande achterstelling van het platteland keerde.
In 1933 veranderde de Plattelandersbond haar naam in Nederlandse Boeren-, Tuinders-, en Middenstandsbond i.
Inhoudsopgave
Zaken waar de Plattelandersbond zich voor inzette, waren: afschaffing van de zomertijd, vermindering van belastingen, vrijheid van arbeid, minder overheidsbemoeienis, beter landbouwonderwijs, werkverschaffing, stopzetten van gemeentelijke herindeling en instelling van een ministerie van Landbouw.
Sinds 1919 was Arend Braat i ('Boer Braat') de grote voorman van de Plattelandersbond. Hij was een bekend Kamerlid, dat in het parlement weinig aanzien had door zijn nogal lompe optreden. Hij diende vijf keer een initiatiefvoorstel in om de zomertijd af te schaffen. Geen van die pogingen had succes.
De Plattelandersbond was tussen 1918 en 1933 in de Tweede Kamer i vertegenwoordigd en haalde gemiddeld 1,4% van de stemmen. De aanhang was vooral te vinden op de Zuid-Hollandse eilanden, in Noord-Nederland en in delen van Gelderland. Tussen 1922 en 1925 had de partij twee afgevaardigden. In de overige jaren was er steeds één Kamerlid. In 1925 waren er twee lijsten van de Plattelandersbond: van Braat en De Boer.
Meer over
Kijk voor meer informatie over de Plattelandersbond op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.