Christelijk-Democratische Unie (CDU)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid1.

In de jaren 1929-1946 was de CDU eerst met één en later met twee zetels in de Tweede Kamer2 vertegenwoordigd. De partij zat steeds in de oppositie.

Voormannen van de CDU waren H. van Houten, Fedde Schurer en dominee J.J. Buskes.

Inhoudsopgave

  1. Beginselen
  2. Historische ontwikkeling
  3. Persoonlijkheden
  4. Electoraat

1.

Beginselen

De CDU streefde naar een rechtvaardige samenleving, gebaseerd op bijbelse normen. Zij wees oorlog als middel tot beslechting van conflicten af, en huldigde een volstrekt antimilitaristisch standpunt.

Om tot een rechtvaardiger samenleving te komen moest redelijke behoeftenbevrediging uitgangspunt zijn voor productie en distributie. Arbeiders dienden medezeggenschap te krijgen en de grond moest aan de gemeenschap komen. Ook een aantal belangrijke bedrijven moest worden genationaliseerd. Door een sterk progressieve belasting dienden er rechtvaardiger inkomensverhoudingen te komen.

Op koloniaal gebied erkende de CDU het zelfbeschikkingsrecht van alle volken.

2.

Historische ontwikkeling

Als voorlopers van de CDU kunnen worden beschouwd de Christelijk-Sociale Partij3, de Christen-Democratische Partij4 en een deel van de Bond van Christen-Socialisten5, die in 1919 was opgegaan in de Christelijke Volkspartij. Deze drie splinterpartijen vormden in 1924 de Christen-Democratische Federatie, die in december 1926 werd omgevormd tot de CDU.

Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU grotendeels op in de PvdA. Enkele voormalige CDU'ers traden later, vanwege hun pacifistische opstelling, toe tot de PSP.

3.

Persoonlijkheden

De bekendste voorman van de CDU was Hendrik van Houten6, een directeur van een verzekeringskantoor. Hij zette zich vooral in voor de pachtboeren in Friesland.

Andere vooraanstaande CDU'ers waren Fedde Schurer7, een Friese onderwijzer en dichter, Rintje van der Brug8, een typograaf uit Gouda en ds. J.J. Buskes, een bekende Amsterdamse predikant. Schurer en Van der Brug werden na 1946 Tweede Kamerlid voor de PvdA.

4.

Electoraat

De aanhang van de CDU was deels afkomstig uit vrijzinnigen in de Nederlands Hervormde kerk en deels uit gereformeerden. Zij lieten zich inspireren door de Duitse theoloog Karl Barth, die militarisme volstrekt afwees. Een aantal gereformeerde predikanten, die in 1926 uit hun ambt waren gezet en overgingen in de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, behoorde eveneens tot de CDU.

Door de Gereformeerde Synode werden diverse tuchtmaatregelen genomen tegen CDU'ers, omdat de Gereformeerde kerk meende dat het CDU streefde naar een te radicale maatschappijhervorming.

 

Meer over

  • Opgeheven partijen9
  • Tweede Kamerfractie Christelijk-Democratische Unie (CDU)10

Kijk voor meer informatie over de Christelijk-Democratische Unie op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

 

  • 1. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 2. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 3. 
    De Christelijk-Sociale Partij (CSP), opgericht in 1912, was een protestants-christelijke, anti-Roomse partij met socialistische trekjes. De partij richtte zich tegen de samenwerking van ARP en CHU met de RKSP. Daarnaast was zij voorstander van bedrijfsmedebezit en winstdeling voor arbeiders.
     
  • 4. 
    De in 1905 opgerichte Christen-Democratische Partij (CDP) is als een afsplitsing van de ARP te beschouwen. Voorman en initiatiefnemer was A.P. Staalman, die tussen 1894 en 1905 voor het district Den Helder antirevolutionair Tweede Kamerlid was. Staalman vond dat de ARP onder leiding van Kuyper te weinig een sociaal gezicht had en onvoldoende opkwam voor kiesrechtuitbreiding.
     
  • 5. 
    De in 1907 opgerichte Bond van Christen-Socialisten (BCS) was een socialistische partij die de bijbel als uitgangspunt had. De BCS wees het kapitalisme af en was tegenstander van particulier bezit. De klassenstrijd werd aanvaard. Het BCS-Kamerlid J.W. (Willy) Kruyt maakte deel uit van de revolutionair-socialistische fractie.
     
  • 6. 
    Christendemocraat (in de vooroorlogse CDU), die zich vooral inzette voor de pachtboeren in Friesland. Aanvankelijk lid van de ARP. Sloot zich aan bij de Christelijk-Democratische Unie en werd voor die partij in 1933 Tweede Kamerlid. Sociaal voelend, antimilitarist. Vanwege zijn houding in de oorlog, waarin hij actief was in de nationaal-socialistische Landstand, in 1945 niet teruggekeerd in het parlement.
     
  • 7. 
    In de Kamer de spreekbuis van een kleine pacifistische minderheid in de PvdA. Belangrijke Friese dichter van vroom gereformeerden huize, die in 1929 als onderwijzer aan een christelijke school in Lemmer werd ontslagen omdat zijn antimilitaristische opvattingen onbijbels zouden zijn. Sloot zich aan bij de CDU en werd onderwijzer aan een openbare school in Amsterdam. Onderging de invloed van Karl Barth en J.J. Buskes en werd in 1938 lid van de SDAP. Na de oorlog als hoofdredacteur van de Friese Koerier tegelijk politicus en taalkunstenaar. Militant strijder voor het gebruik van Fries in onderwijs en rechtsverkeer. Een principiële man die van nature koos voor de onderliggende partij.
     
  • 8. 
    PvdA-Tweede Kamerlid uit de kring van christensocialisten. Geboren in een eenvoudig Fries boerengezin, maar zelf werkzaam in Gouda als typograaf. Was daar ook raadslid. Werd in november 1945 als vertegenwoordiger van de protestantse CDU benoemd in het noodparlement en 'brak door' naar de PvdA. Was eerder actief in de Christelijk-Sociale Partij, de Protestantse Volkspartij, bij de geheelonthoudersbond en in de christelijke vakbeweging. Vooral deskundig op het gebied van de volkshuisvesting. Matig spreker, maar een goed organisator.
     
  • 9. 
    Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.
     
  • 10. 
    De Christelijk-Democratische Unie was van 9 mei 1933 tot 9 februari 1946 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. De fractie telde in 1937-1946 twee leden. Fractievoorzitter was H. van Houten, maar hij keerde na de bevrijding niet terug.