Democratisch-Socialisten 1970 (DS'70)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

DS'701 was een centrumrechtse sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1970 als afsplitsing van de Partij van de Arbeid2, door leden die ontevreden waren over de koers van die partij, zowel op financieel-economisch gebied als bij het buitenlands beleid. De partij was tot juli 1972 vertegenwoordigd in het kabinet-Biesheuvel I3.

In 1971 haalde de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen4 acht zetels; anderhalf jaar later waren dat er nog zes. Nadat bij de volgende verkiezingen in 19775 nog slechts één zetel was behaald, verdween de partij in 1981 uit de Tweede Kamer6. In 1983 werd DS'70 formeel opgeheven. DS'70 heeft geen zetels in de Eerste Kamer gehad.

Bekende personen binnen DS'70 waren voorman Wim Drees jr7., de zoon van oud-premier Willem Drees8 en de oud-burgemeester van Groningen en oud-Kamerlid Jan Berger9. Ook Drees sr. stapte uit de PvdA en sympathiseerde met de partij.

Inhoudsopgave

  1. Beginselen
  2. DS'70 en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 1977
  3. Historische ontwikkeling
  4. Regeringsdeelname
  5. Afsplitsingen
  6. Persoonlijkheden
  7. Electoraat
  8. Kerngegevens

1.

Beginselen

DS'70 beschouwde zich, zoals de naam al aangeeft, als een sociaaldemocratische partij. De partij meende dat de PvdA mede onder invloed van Nieuw Links10 in te radicaal vaarwater terecht was gekomen. Dit gold met name op het gebied van de overheidsuitgaven en de internationale politiek. DS'70 steunde de anticommunistische politiek van de Verenigde Staten en het Atlantische bondgenootschap en was voor een krachtige defensie. DS'70 was tevens voor beperking van de automobiliteit, voor versterking van het openbaar vervoer en voor een gedegen milieubeleid.

DS'70 kwam op voor krachtige inflatiebestrijding en voor invoering van het zogenaamde profijtbeginsel. Burgers die van bepaalde voorzieningen gebruik maakten, zoals studenten, moesten daarvoor betalen in plaats van dat die voorzieningen uit de algemene middelen werden betaald.

De partij vroeg aandacht voor de problemen die immigratie met zich meebracht. Zij was voorstander van beperking van de instroom van rijksgenoten uit Suriname, die met het oog op de onafhankelijkheid van dat land (en de daarmee samenhangende problemen) naar ons land kwamen.

2.

DS'70 en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 1977

In onderstaand overzicht vindt u de belangrijkste informatie rond Democratisch-Socialisten 1970 (DS'70) en haar deelname aan Tweede Kamerverkiezingen. In dit overzicht staat vermeld met welke lijsttrekker, programma en kandidaten DS'70 deelnam aan de verkiezingen. Ook de belangrijkste gevolgen van de verkiezingen voor de GL staan vermeld in de tabel: het aantal behaalde zetels en het percentage.

  • meer informatie

3.

Historische ontwikkeling

DS'70 werd in 1970 opgericht als afsplitsing van de Partij van de Arbeid. In juni van dat jaar stapten twee leden (Goedhart11 en Schuitemaker12) uit de PvdA-Tweede Kamerfractie vanwege de kritiek op het Amerikaanse optreden in Vietnam. Ook andere PvdA-leden stapten over.

In 1969 was een zogenoemd Democratisch Appèl actief in de PvdA, met als bekendste voorman prof. Arnold Heertje. Behalve op het buitenlandse beleid was er kritiek op de samenwerking met andere linkse partijen, zoals de PSP13, en op standpunten over het financieel-economische beleid. Deze beweging kan als de eerste aanzet tot de oprichting van DS'70 worden beschouwd.

Na de verkiezingswinst in 1971 en de regeringsdeelname3 ging het langzamerhand bergafwaarts met de partij. In 1977 hield de partij nog slechts één zetel over in de Tweede Kamer. In 1983 werd de partij officieel opgeheven, nadat zij in 198114 uit de Tweede Kamer was verdwenen.

4.

Regeringsdeelname

DS'70 maakte deel uit van de regering samen met de KVP15, ARP16, CHU17 en VVD18 in het kabinet-Biesheuvel I3 (1971-1972). In dit kabinet zaten voor DS'70 twee ministers, Wim Drees jr.7 van Verkeer en Waterstaat en Mauk de Brauw19 voor Wetenschap en Wetenschappelijk Onderwijs (zonder portefeuille). DS'70 had ook twee staatssecretarissen, Jan van Stuijvenberg20 (Binnenlandse Zaken) en Fia van Veenendaal-van Meggelen21 (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk).

Het kabinet-Biesheuvel I kwam in 1972 ten val vanwege meningsverschillen over de begroting. Er werd een akkoord bereikt, maar DS'70 was het oneens met bezuinigingen en maakte geen deel uit van het overgangskabinet Biesheuvel-II3, dat tot de verkiezingen van 197222 regeerde.

5.

Afsplitsingen

Direct na de oprichting ontwikkelden zich twee vleugels binnen DS'70: een groep rond medeoprichter Jan van Stuijvenberg, die de nadruk legde op de oude sociaaldemocratische waarden, en een groep rond Frans Goedhart11, die een sterk anticommunistische houding aannam.

In 1975 leidden tegenstellingen in de partij tot een breuk in de fractie. Een groep rond Mauk de Brauw, waartoe ook de econoom Heertje en voormalig fractievoorzitter Jan Berger behoorden, verweet Drees zich te star sociaaldemocratisch op te stellen en niet hervormingsgezind te zijn. Bovendien wilde deze groep dat DS'70 feller oppositie zou gaan voeren. De partij schaarde zich echter achter Drees en de hervormers stapten op. Het conflict deed het imago van de partij geen goed.

6.

Persoonlijkheden

Bekendste persoon binnen DS'70 was voorman Wim Drees jr. Een ander kopstuk van de partij was Jan Berger.

Wim Drees jr.7 (1922-1998), 'de jonge Drees', was de zoon van oud-premier Drees en lijsttrekker voor DS'70 bij de drie verkiezingen waaraan werd deelgenomen. Gaandeweg nam de kritiek vanuit de partij op hem toe, dat hij zich onvoldoende profileerde en te weinig luisterde naar zijn fractie en partij. Van 1977 tot 1984 was hij lid van de Algemene Rekenkamer.

Jan Berger9 (1918-1978) was burgemeester van Groningen, prominent oud-PvdA'er en DS'70-fractievoorzitter in de periode 1971-1973. In 1975 stapte hij uit de partij, omdat hij het niet eens was met de koers van fractieleider Drees.

7.

Electoraat

De kiezers van DS'70 bestonden voornamelijk uit voormalig PvdA2, VVD18 en D'6623-stemmers en zwevende kiezers. De aanhang behoorde vooral tot de middengroepen (ambtenaren, middenstanders).

8.

Kerngegevens

Opgericht:

4 april 1970

Oprichter:

Frans Goedhart, Jan van Stuijvenberg, Henk Pors, Fred Polak, e.a.

Opgeheven:

1 april 1983 (besluit buitengewoon congres 15 januari 1983)

Secretariaat:

Herengracht 94 te Amsterdam

Leden:

hoogste aantal 3.200 (1981)

Contributie:

afhankelijk van het inkomen (tot f 32,50 per kwartaal)

Partijblad:

Politiek Bulletin van DS'70 (vanaf oktober 1978 'Het Buitenhof')

Jongerenorganisatie:

Sociaal-Demokratisch Jongeren Aktief (SDJA)

Wetenschappelijk instituut:

Stichting Wetenschappelijk Instituut DS'70

Logo/beeldmerk:

geen

Bekendste slogan(s):

'Drees. Méér dan een naam... 'n garantie!' (1971)

 

Meer over

  • Opgeheven partijen24
  • Tweede Kamerfractie DS'706

Kijk voor meer informatie over DS'70 op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

 

  • 1. 
    DS'70 was een centrumrechtse sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1970 als afsplitsing van de Partij van de Arbeid, door leden die ontevreden waren over de koers van die partij, zowel op financieel-economisch gebied als bij het buitenlands beleid. De partij was tot juli 1972 vertegenwoordigd in het kabinet-Biesheuvel I.
     
  • 2. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 3. 
    Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
     
  • 4. 
    De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.
     
  • 5. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1977 waren op 25 mei. Dit waren vervoegde verkiezingen, nadat het kabinet-Den Uyl in maart ten val was gekkozen. De PvdA won, met als verkiezingsleus: Kies de minister-president, tien zetels en de VVD zes. Nieuwkomer CDA deed het iets beter van KVP, ARP en CHU in 1972. Winst was er ook voor D'66. Vrijwel alle kleinere partijen verloren.
     
  • 6. 
    De Democratisch-Socialisten 1970 (DS'70) was een centrumrechtse en sociaaldemocatische fractie. De fractie was van 11 mei 1971 tot 10 juni 1981 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. DS'70 behoorde in de periode 1971-1972 tot de regering. De groep-Goedhart, die in mei 1970 als afsplitsing van de PvdA ontstond, was de directe voorloper van de DS'70-fractie.
     
  • 7. 
    Voorman van DS'70 en Rekenkamerlid. Maakte carrière als ambtenaar op Financiën en hoogleraar openbare financiën. Stapte in 1971 de politiek in als aanvoerder van DS'70, een rechtse afsplitsing van de PvdA. Bekend als 'de jonge Drees' en als 'zoon van' verwierf hij een zekere populariteit. Zijn partij kwam de Kamer binnen met acht zetels en werd regeringspartij in het kabinet-Biesheuvel. Drees zelf werd minister van Verkeer en Waterstaat. Zette zich in voor bevordering van het openbaar vervoer. Was feitelijk meer ambtenaar en hoogleraar dan politicus. Beschikte over 'droge' humor, vriendelijk en overtuigd van eigen gelijk (wat hij overigens soms ook had). Vanaf 1973 fractieleider in de Tweede Kamer, die met veel interne verdeeldheid te maken kreeg. Besloot zijn bestuurlijke loopbaan als lid van de Algemene Rekenkamer, een functie waarvoor hij geknipt was.
     
  • 8. 
    'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
     
  • 9. 
    PvdA- en DS'70-bestuurder en politicus, 'politiek dier' bij uitstek. Was afkomstig uit de kring van het NVV. In de jaren vijftig en zestig een deskundig PvdA-Tweede Kamerlid op het gebied van de sociale wetgeving, die een belangrijk aandeel had in de totstandkoming van de naoorlogse sociale wetgeving. In 1965 burgemeester van Groningen, maar in 1971 afgetreden om Tweede Kamerkandidaat van DS'70 te worden. Werd, nadat Drees jr. minister was geworden, fractievoorzitter. Was in 1972 niet bij machte om een kabinetscrisis, die werd toegeschreven aan de opstelling van de DS'70-ministers, te voorkomen. Verliet in 1975 de politiek na een conflict met Drees jr. over de koers van de partij. Goed, humoristisch spreker, die zich vaak van anekdotes bediende. Charmant in de omgang, maar ook krachtig als bestuurder.
     
  • 10. 
    In 1965 ontstond onder de naam 'Nieuw Links' een vernieuwingsbeweging in de PvdA. Deze groep vernieuwers streefde naar verbetering van de interne partijdemocratie en wilde door een radicaler programma de duidelijkheid in de politiek vergroten.
     
  • 11. 
    Linkse journalist, die voorman in het verzet was en na de oorlog buitenland-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Schreef tijdens de Bezetting onder het pseudoniem 'Pieter 't Hoen' in verzetskranten (met name Het Parool). Was als PvdA-Kamerlid tegenstander van de Indië-politiek van de kabinetten-Drees, maar werd na een bezoek aan Indonesië in 1952 een even felle opponent van het Soekarno-regime. Met De Kadt in de jaren vijftig de meest uitgesproken anticommunist in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Keerde zich eind jaren zestig tegen de in zijn ogen te anti-Amerikaanse koers van de PvdA en verliet in 1970 zijn partij. Eén van de grondleggers van DS'70.
     
  • 12. 
    Sociaaldemocratisch Tweede Kamerlid, dat in 1970 met Goedhart uit de PvdA-fractie stapte. Was geruime tijd ambtenaar op Landbouw en nadien woordvoerder natuur en landbouw van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Na een onderbreking van drie jaar keerde hij begin 1970 terug in de PvdA-fractie. Hij verzette zich echter tegen de koers van zijn partij en behoorde tot de oprichters van DS'70, voor welke partij hij ruim een jaar Kamerlid was, totdat hij zich vanwege zijn gezondheid terugtrok. Gold als baanbreker op het gebied van faunabeheer.
     
  • 13. 
    De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
     
  • 14. 
    Op 26 mei 1981 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Dit waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Tweede Kamer. Daarnaast lagen er verschillende grondwetswijzigingen voor, die definitief werden bij de Grondwetsherziening van 1983. Het CDA won de verkiezingen, D66 was de grootste stijger. Daar stond verlies tegenover van PvdA en VVD. CDA en VVD verloren hun krappe meerderheid.
     
  • 15. 
    De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
     
  • 16. 
    De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
     
  • 17. 
    De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
     
  • 18. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 19. 
    DS'70-bewindsman en Tweede Kamerlid. Deftige jonkheer, oud-verzetsman en Irene-brigadier, die vanuit het verzekeringswezen minister werd in het kabinet-Biesheuvel. Wist als minister voor wetenschappelijk onderwijs slechts met moeite zijn wetsvoorstel tot verhoging van het college- en inschrijvingsgeld voor studenten door de Eerste Kamer te loodsen. Sprak in de ministerraad met trompetachtige stem en lag slecht bij sommige collegae (met name bij Boersma), die hem te star vonden. Werd na zijn vertrek als minister Tweede Kamerlid en kwam in 1975 in conflict met Drees jr. over de koers van de partij. Stapte later over naar D66. Begin jaren tachtig voorzitter van de Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie.
     
  • 20. 
    Vertrouwenwekkende sociaaldemocratische econoom van hervormden huize. In jaren zestig bekwaam wethouder van Eindhoven. Nam in 1970 uit ergernis over de invloed van Nieuw Links en de linkse koers van de PvdA, met anderen, het initiatief tot oprichting van DS70 en werd de landelijke partijvoorzitter. Was staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Biesheuvel I en daarna werkzaam als consultant en als ziekenhuisdirecteur. In zijn jonge jaren ontwikkelde hij zich door studie naast zijn dagelijks werk tot een degelijk academicus. Gespecialiseerd op gebied openbare financiën en sociale zekerheid.
     
  • 21. 
    Kamerlid en staatssecretaris voor DS'70. Oud-AJC'ster uit een rood nest. Haar vader was gemeenteraadslid in Zeist. In 1965 kwam zijzelf voor de PvdA in de gemeenteraad van Eindhoven. Verliet in mei 1970 de PvdA en trad in juli bij het vervullen van een vacature direct toe tot de groep-Goedhart. Werd in 1971 de enige vrouw in het kabinet-Biesheuvel als staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (met name belast met welzijnswerk en bijstand), daar waar volkshuisvesting haar voorkeur had. Wist tijdens haar korte staatssecretariaat enkele belangrijke wetten door het parlement te loodsen. Keerde daarna nog een periode terug naar de Tweede Kamer en koos in 1975 bij een intern conflict als enige de zijde van Drees jr.
     
  • 22. 
    Het politieke beeld veranderde door de vervroegde Tweede Kamer­verkiezingen van 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verloren flink (elf zetels), waar PvdA en VVD wonnen. De PvdA bleef met Joop den Uyl als lijsttrekker de grootste. Hans Wiegel leidde de VVD naar zes zetels winst. Winnaar was ook de PPR, die vijf zetels won. Ter rechterzijde won de Boerenpartij twee zetels en behaalde de conservatief-katholieke RKPN één zetel.
     
  • 23. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 24. 
    Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.