Motie van afkeuring of wantrouwen
Er zijn twee soorten moties waarmee de Tweede Kamer1 ernstige kritiek op een bewindspersoon kan verwoorden: de motie van afkeuring en de motie van wantrouwen. Het onderscheid tussen beide soorten is in de praktijk overigens niet altijd even duidelijk. Moties van afkeuring of wantrouwen worden geregeld ingediend, maar zelden aangenomen. De Eerste Kamer kende (nauwelijks) moties van afkeuring/wantrouwen, omdat de vertrouwenskwestie2 feitelijk niet speelt bij de Eerste Kamer.
Met een motie van wantrouwen spreekt de Kamer uit geen of niet langer vertrouwen te hebben in een bewindspersoon of in het kabinet. Zij kunnen niet anders doen dan daaraan consequenties te verbinden en opstappen. Hierbij geldt de regel dat een bewindspersoon of kabinet het vertrouwen2 heeft tot het tegendeel is gebleken. Een motie van vertrouwen kennen we in het Nederlandse staatsbestel niet.
Een motie van afkeuring veroordeelt beleid van een bewindspersoon (of van het kabinet3). De ernst van de verwoorde kritiek kan reden zijn voor ontslagaanvraag. Een motie van afkeuring wordt in die zin soms opgevat als een motie van wantrouwen. Dat is afhankelijk van de lading die een bewindspersoon, het kabinet of de Kamer er zelf aan geven. Een bewindspersoon of kabinet kan de vertrouwenskwestie2 verbinden aan een motie, ook al wordt in die motie niet expliciet de term 'afkeuring' gebruikt.
Soms neemt de Kamer een 'motie van treurnis' aan. Dat is een mildere vorm van afkeuring en hoeft bij aanneming dan ook geen consequenties te hebben. Ook bij dergelijke moties geldt dat een bewindspersoon er wel degelijk gebrek aan vertrouwen kan zien.
Belangrijker dan aanneming van een motie van afkeuring of treurnis is dan ook de vraag of een bewindspersoon zelf nog het gevoel heeft over voldoende steun in de Kamer te beschikken. Een bewindspersoon (of kabinet) kan ook zelf de vertrouwenskwestie stellen en bijvoorbeeld een motie van wantrouwen of afkeuring proberen uit te lokken. Verwerping daarvan betekent dan dat het vertrouwen van de Kamer er nog is. Overigens kan het, als zo'n motie met geringe meerderheid wordt verworpen, toch aanleiding zijn voor de betreffende bewindspersoon om zich over zijn/haar positie te beraden.
De enige aangenomen motie van wantrouwen is de motie-Deckers4 uit 1939 waarin het optreden van het kabinet-Colijn V5 werd afgekeurd. Het kabinet werd daardoor al na vier dagen demissionair. De enige keer dat nadien een motie tegen het optreden van het kabinet werd ingediend, was in 1982 bij de regeringsverklaring van het kabinet-Van Agt III6. Deze motie-Bakker (CPN) kreeg echter alleen steun van PvdA, PPR, CPN en PSP.
In 1966 diende Schmelzer7, de fractievoorzitter van de KVP, de grootste regeringspartij, een motie in waarin om betere dekking van de uitgaven werd gevraagd. Hij verklaarde dat zijn motie niet als motie van wantrouwen moest worden uitgelegd. Het kabinet dacht daar echter anders over en diende, na aanneming van de motie, zijn ontslag in.
In 1980 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet werd opgeroepen een olieboycot tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime in te stellen. Toen minister-president Van Agt8 later diezelfde vergadering meedeelde dat het kabinet de motie niet zou uitvoeren, diende oppositieleider Den Uyl9 hierover een motie van afkeuring in. Deze werd verworpen. Of de motie van afkeuring zonder gevolgen had kunnen blijven, is twijfelachtig. Dat afkeuring van beleid tot aftreden moet leiden, is op grond van voorbeelden uit de parlementaire geschiedenis echter onjuist.
In 1981 kwam de PvdA met een motie waarin het huurbeleid van staatssecretaris Brokx10 in stadsvernieuwingsgebieden werd afgewezen. Na aanneming verklaarde zowel de staatssecretaris als de Kamermeerderheid vervolgens dat de motie niet als motie van wantrouwen mocht worden uitgelegd. Een meerderheid deelde die opvatting. De staatssecretaris bleef zitten.
In februari 1985 nam de Tweede Kamer een motie-Meijer aan waarin de conclusies van de enquêtecommissie werden onderschreven. Daarin stond een afkeurend oordeel over minister Van Aardenne11. De motie werd aangenomen, nadat de indiener had aangegeven dat de motie niet ging over het vertrouwen in de minister. In december 1984 was een gelijkaardige motie-Den Uyl juist verworpen, omdat de indiener vond dat de minister na aanneming diende op te stappen.
In 1988 gaf premier Lubbers12 aan een tegen minister Van den Broek13 gerichte motie-Meijer/Nuis de lading 'motie van wantrouwen'. In de motie werd de minister gevraagd de kritische bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie paspoortaffaire14 te onderschrijven en daarnaar te handelen. Van den Broek vond dat onaanvaardbaar en Lubbers verbond aan aanneming van de motie het lot van het kabinet.
Overigens kan alleen al het feit dat een regeringsfractie met een motie van afkeuring of wantrouwen komt voor het kabinet reden zijn om op te stappen. In 1989 diende Voorhoeve15 (voorzitter van regeringsfractie VVD) een motie in tegen de afschaffing van het reiskostenforfait. Deze motie kwam zelfs niet in stemming, maar het kabinet zag er toch reden in om zijn ontslag in te dienen.
In 1990 trad minister Braks16 af vanwege een aangekondigde motie van afkeuring van zijn visfraudebeleid. Alleen het feit dat de coalitiegenoot PvdA zo'n motie zou steunen, was voor hem reden om op te stappen. In 1996 trad staatssecretaris Linschoten17 af, omdat hij voorzag dat er een motie van afkeuring tegen zijn beleid inzake het Ctsv18 zou worden ingediend.
In september 2021 stapte demissionair minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag19 op, nadat de Tweede Kamer een motie van afkeuring had aangenomen. Daarin werd het kabinetsbeleid ten aanzien van de evacuaties uit Afghanistan afgekeurd. Na deze stap besloot ook minister van Defensie Ank Bijleveld20 te vertrekken als minister. Ook tegen haar beleid was een motie van afkeuring aangenomen.
Tegen het gehele kabinet gerichte moties van afkeuring en wantrouwen vanaf 10 januari 2022
jaar |
wie |
kabinet |
onderwerp |
voorstemmers |
---|---|---|---|---|
2025 |
Stephan van Baarle21 (DENK) |
Schoof |
eenheid van kabinetsbeleid inzake de ondertekening van lintjes-voordrachten |
SP, PvdD, DENK |
2024 |
Stephan van Baarle21 (DENK) |
Schoof |
miskennen gelijkheidsbeginsel |
PvdD, DENK |
2024 |
Stephan van Baarle21 (DENK)/Esther Ouwehand22 (PvdD) |
Schoof |
opzeggen vertrouwen |
PvdD, DENK |
2024 |
Pepijn van Houwelingen23 (FVD) |
Rutte IV |
niet informeren Kamer over militaire betrokkenheid bij aanvallen op Houthi's |
FVD, DENK |
2023 |
Pieter Omtzigt24 en Sandra Beckerman25 (SP) |
Rutte IV |
afkeuren beleid na aardbeving in Huizinge in 2012 |
PVV, PvdA, GL, SP, PvdD, JA21, Groep-Van Haga, DENK, Volt, den Haan, Omtzigt, Gündogan |
2023 |
Wybren van Haga26 (Groep-Van Haga) |
Rutte IV |
debat over de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen |
Groep-Van Haga, JA21, FVD |
2023 |
Renske Leijten27 en Lilian Marijnissen28 (SP) |
Rutte IV |
niet juist informeren Kamer bij opvolging kindertoeslagen-affaire |
SP, BBB, BIJ1, DENK, FVD, Groep Van Haga, JA21, PvdD, PVV |
2023 |
Jesse Klaver29 (GroenLinks), Geert Wilders30 (PVV), Farid Azarkan31 (DENK), Attje Kuiken32 (PvdA), Lilian Marijnissen28 (SP), Esther Ouwehand22 (PvdD), Laurens Dassen33 (Volt), Pieter Omtzigt24 (Lid-Omtzigt), Joost Eerdmans34 (JA21), Caroline van der Plas35 (BBB), Wybren van Haga26 (Groep Van Haga) |
Rutte IV |
GroenLinks, PvdA, BBB, PVV, PvdD, DENK, Lid-Omtzigt, Groep Van Haga, SP, Volt, JA21 |
|
2022 |
Marjolein Faber-Van de Klashorst36 (PVV) (Eerste Kamer) |
Rutte IV |
PVV, Fractie-Otten |
|
2022 |
Geert Wilders30 (PVV) |
Rutte IV |
PVV, SP, BBB, JA21, FVD, Groep-van Haga |
|
2022 |
Geert Wilders30 (PVV) en Lilian Marijnissen28 (SP) |
Rutte IV |
PVV, SP, JA21, DENK, FVD, Groep-van Haga, BBB |
|
2022 |
Geert Wilders30 (PVV) en Lilian Marijnissen28 (SP) |
Rutte IV |
SP, BIJ1, Lid-Omtzigt, BBB, JA21, PVV, FVD en Groep-Van Haga |
|
2022 |
Freek Jansen37 (FVD) |
Rutte IV |
PVV, FVD, Groep-Van Haga, BBB |
|
2022 |
Edgar Mulder38 en Geert Wilders30 (PVV) |
Rutte IV |
PVV, JA21, FVD, Groep-Van Haga, BBB |
|
2022 |
Marjolein Faber-Van de Klashorst36 (PVV) (Eerste Kamer) |
Rutte IV |
niet uitvoeren motie over koppeling AOW-uitkering en minimumloon |
PVV, Fractie-Otten |
2022 |
Sylvana Simons39 (BIJ1) |
Rutte IV |
BIJ1, Groep-Van Haga, PVV |
|
2022 |
Wybren van Haga26 + Hans Smolders40 (Groep-Van Haga) |
Rutte IV |
Groep-Van Haga, FVD, PVV |
|
2022 |
Geert Wilders30 (PVV) |
Rutte IV |
PVV, FVD |
Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht sinds 1971.
Uniek
Op 13 december 2006 nam de Tweede Kamer een motie van afkeuring aan tegen minister Rita Verdonk41, die door PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem42 was ingediend. De situatie was uniek: nog niet eerder richtte een motie van afkeuring zich tegen een bewindspersoon in een demissionair kabinet43. Het vervolg was ook uniek: nog niet eerder bleef een bewindspersoon zitten na een aangenomen motie van afkeuring.
ministers die aftraden vanwege een motie
naam |
jaar |
reden |
---|---|---|
Bijleveld20 (Defensie) |
2021 |
Beleid evacuaties Afghanistan |
Kaag19 (Buitenlandse Zaken) |
2021 |
Beleid evacuaties Afghanistan |
Hirsch Ballin44 (Justitie) |
1994 |
ontnemen bevoegdheid IRT-beleid |
Stikker45 (Buitenlandse Zaken) |
1951 |
Nieuw-Guineabeleid (treurnis) |
Bosboom46 (Oorlog) |
1917 |
oproeping landstormjaarklasse 1908 (treurnis) |
Treub47 (Financiën) |
1916 |
gelegde verband tussen ouderdomsrente en pensioenbelasting |
Cool48 (Oorlog) |
1910 |
verbetering van de pensioenen van officieren |
Dyserinck49 (Marine) |
1891 |
passeren Kamerlid Land bij bevordering (treurnis) |
Meer over
Columns
"Een slag in de lucht" (column Bert van den Braak, 29 december 2006)
"Onkunde of onwil?" (column J.Th.J. van den Berg, 22 december 2006)
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over moties, stemgedrag, Kamervragen of andere parlementaire activiteiten? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC52 van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
- 1.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 2.De vertrouwensregel houdt in dat een minister, staatssecretaris of het kabinet als geheel moet aftreden als zij niet langer het vertrouwen genieten van het parlement (lees: de Tweede Kamer). De vertrouwensregel zegt dus niet dat bewindspersonen per se moeten aftreden als ze een fout hebben gemaakt.
- 3.Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.
- 4.De Voorzitter: Door den heer Deckers wordt de navolgende motie van orde voorgesteld:
- 5.Het vijfde kabinet-Colijn werd buiten partijen om gevormd door Colijn, die volgens eigen zeggen de hem gegeven formatieopdracht had aanvaard als ware het een koninklijk bevel. De ministers kwamen uit ARP en CHU of waren partijloze liberalen. Het kabinet telde meer liberalen (vooral oud-Indische bestuurders) dan er in de Tweede Kamer zaten. Het werd echter direct bij zijn eerste optreden naar huis gestuurd.
- 6.Na de val van het kabinet-Van Agt II werd dit minderheidskabinet van CDA en D'66 gevormd. CDA-leider Van Agt bleef premier. De posten die waren opengevallen na het vertrek van de PvdA-bewindslieden, werden opgevuld vanuit de gelederen van de overgebleven coalitiepartners.
- 7.Leider van de KVP in de jaren zestig, toentertijd de grootste partij. Pragmatische christendemocraat, die na een ambtelijke loopbaan snel carrière maakte in de politiek, mede dankzij de steun van KVP-voorman Romme. Werd na staatssecretariaten in de kabinetten-Drees, -Beel en -De Quay eind 1963 fractievoorzitter. Speelde als zodanig een hoofdrol in de naar hem genoemde 'Nacht'. Een door hem ingediende motie leidde toen (14 oktober 1966) tot de val van het door zijn partijgenoot Cals geleide kabinet. Leidde daarna nog tot 1971 zijn partij en werd vervolgens minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Biesheuvel. Charmante, hoffelijke man, die echter evenzeer als behendig machtspoliticus werd gezien. Door de cabaretier Wim Kan werd hij vanwege zijn rol bij de kabinetscrisis van 1966 omschreven als 'een (gladde) teckel met een vette kluif in zijn bek'.
- 8.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 9.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
- 10.Brabants KVP- en CDA-bestuurder (gedeputeerde), die enkele keren staatssecretaris van Volkshuisvesting was. Tijdens het eerste kabinet-Van Agt kruiste hij in de Tweede Kamer regelmatig de degens over het huurbeleid met zijn voorganger, PvdA-woordvoerder Marcel van Dam. In 1981 werd hij Tweede Kamerlid, maar een jaar later keerde hij terug als staatssecretaris in het kabinet-Lubbers I. Trad kort na de formatie van 1986 af, nadat CDA-fractievoorzitter Bert de Vries had gesteld dat zijn aanblijven in het vooruitzicht van een parlementaire enquête naar bouwsubsidies een te groot risico inhield. Daarna burgemeester van Tilburg. Welbespraakte en bekwame bestuurder - onder andere van de KNVB -, die als staatssecretaris onder meer de Leegstandswet tot stand bracht.
- 11.Liberaal wis- en natuurkundige met een brede maatschappelijke en culturele belangstelling. Speelde in de VVD dertig jaar een belangrijke rol. Voor hij in de landelijke politiek kwam directeur van een ijzergieterij. In de Tweede Kamer tijdens het kabinet-Den Uyl financieel woordvoerder van de oppositie. Minister van Economische Zaken in de kabinetten-Van Agt I en -Lubbers I (in dat kabinet tevens viceminister-president). Kreeg onder meer te maken met de teloorgang van de Nederlandse scheepsindustrie. 'Aangeschoten wild' door de RSV-enquête, vanwege het onjuist informeren van de Tweede Kamer. Was in 1994 als informateur 'wegbereider' van het paarse kabinet en zag die benoeming als een rehabilitatie. Gedegen stabiele figuur.
- 12.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 13.Juridisch geschoolde CDA-politicus, die lange tijd minister van Buitenlandse Zaken was. Begon zijn loopbaan als advocaat in Rotterdam en was later werkzaam bij Enka in Arnhem. Justitie-woordvoerder van de KVP en het CDA in de Tweede Kamer. Werd in 1982, na één jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. Gold als een overtuigd aanhanger van de Atlantische samenwerking en verdedigde van harte het NAVO-besluit om kruisraketten te plaatsen in Nederland. Dreigde met name op Europees gebied soms overvleugeld te worden door de premier. Was enige tijd 'kroonprins' bij het CDA. Na zijn ministerschap Europees Commissaris voor buitenlandse betrekkingen. Geen voorstander van een moraliserende buitenlandse politiek. Kwam vaak nogal zelfstandig tot zijn beleidskeuzes. Kreeg in 2005 de titel minister van staat.
- 14.In 1988 werd een parlementaire enquête gehouden naar de mislukte poging om een nieuw, fraudebestendig (Europees) paspoort in te voeren. Sinds 1984 werd daaraan gewerkt. De Staat der Nederlanden sloot een contract met de organisatie KEP, een samenwerkingsverband van Kodak, Philips en Elba, een Schiedamse drukkerij. KEP bleek in april 1988 niet in staat zijn verplichtingen na te komen.
- 15.Hoogleraar en wetenschapper, die in 1986 Ed Nijpels opvolgde als fractieleider van de VVD. Was directeur van de Telders-stichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, en daarna hoogleraar internationale betrekkingen. Werd in 1982 Tweede Kamerlid en was aanvankelijk buitenland-woordvoerder. Lijsttrekker in 1989. Op hem bleef het stempel staan van een in de politiek verdwaalde professor. Deelde de politieke leiding van de VVD met vicepremier De Korte, wat onduidelijk was. Trad af op Koninginnedag 1990 en werd opgevolgd door Frits Bolkestein. Stapte over naar de wetenschap, als directeur van Instituut Clingendael. Keerde in 1994 terug als minister van Defensie en kreeg daar te maken met het Srebenica-drama. Na zijn ministerschap Tweede Kamerlid, hoogleraar en lid van de Raad van State. Stapte in 2010 over van de VVD naar D66.
- 16.Vooraanstaand CDA-politicus uit een Brabants boerengezin. Werkte in Brussel als landbouwraad en werd toen hij nog maar drie jaar Tweede Kamerlid was al minister van Landbouw in het eerste kabinet-Van Agt. Keerde vervolgens na een jaar onderbreking in 1982 op die post terug. Kreeg als minister te maken met zaken als de mestproblematiek, problemen rond het dierenwelzijn en de visfraude. Omdat coalitiegenoot PvdA vond dat hij tegen dat laatste te weinig had gedaan en het vertrouwen in hem opzegde, trad hij in 1990 af. Werd daarna voorzitter van de KRO, senator en voorzitter van de CDA-Eerste Kamerfractie. Sloot zijn politieke loopbaan af als voorzitter van de Eerste Kamer, een ambt dat hij met de hem kenmerkende gemoedelijkheid vervulde. Was in 2007-2008 waarnemend burgemeester van Eindhoven
- 17.VVD-politicus. Behoorde in 1982 met onder meer De Grave tot de jonge JOVD-talenten die toen toetraden tot de VVD-Tweede Kamerfractie. Werkte na een niet geheel voltooide rechtenstudie enige tijd in het bankwezen en was daarna fractiemedewerker. In de Tweede Kamer een geducht deelnemer aan debatten over sociale zaken, overheidsfinanciën en ambtenarensalarissen. Nam tijdens de kabinetten-Lubbers regelmatig afstand van het CDA en werd in het eerste kabinet-Kok staatssecretaris van Sociale Zaken. Privatiseerde de Ziektewet en bracht de omstreden Nabestaandenwet tot stand. Stapte na twee jaar op vanwege de CTSV-affaire. Was later kroonlid van de SER, consultant en ondernemer.
- 18.Begin 1996 verschenen berichten over problemen bij het College van Toezicht Sociale Verzekeringen (CTSV). Met name de verhoudingen tussen bestuur en directie waren ernstig verstoord. Bovendien was de Tweede Kamer niet in kennis gesteld van CTSV-rapporten over evaluatie van de Wet terugdringing ziekteverzuim (TZ). Daaruit bleek dat door die wet een besparing die in drie jaar had moeten worden gehaald, al in één jaar was bereikt. De affaire zou uiteindelijk leiden tot het aftreden van staatsecretaris Linschoten, op 27 juni 1996.
- 19.Sigrid Kaag (1961) was van 10 januari 2022 tot 8 januari 2024 minister van Financiën en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Zij was eerder tot 29 mei 2021 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van 25 mei 2021 tot 17 september 2021 minister van Buitenlandse Zaken. Van 31 maart 2021 tot 10 januari 2022 was zij Tweede Kamerlid en in 2020-2023 was zij politiek leider van D66. Mevrouw Kaag was voor haar ministerschap diplomate bij de VN. Sinds januari 2015 was zij VN-coördinator in Libanon en daarvoor onder meer betrokken bij de VN-missie ter vernietiging van chemische wapens in Syrië. Eerder werkte zij onder andere bij de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen en bij UNICEF. Mevrouw Kaag begon haar loopbaan bij Shell en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Sinds 2024 is zij namens de VN humanitair- en wederopbouwcoördinator voor Gaza.
- 20.Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
- 21.Stephan van Baarle (1991) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van DENK. Sinds 2 augustus 2023 is hij fractievoorzitter. Hij was eerder beleidsmedewerker bij de Tweede Kamer en fractievoorzitter van DENK in de gemeenteraad van Rotterdam. De heer Van Baarle houdt zich als Tweede Kamerlid met name bezig met algemene politieke vraagstukken, binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, defensie, buitenlandse zaken en Europese zaken.
- 22.Esther Ouwehand (1976) is sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PvdD (Partij voor de Dieren) en sinds 9 oktober 2019 fractievoorzitter en partijleider (trad als zodanig op 24 september 2023 tijdelijk terug). Mevrouw Ouwehand verving eerder van 11 oktober 2018 tot 31 januari 2019 Marianne Thieme als fractievoorzitter en nam ook in januari-mei 2012 het fractievoorzitterschap al even waar. Mevrouw Ouwehand was eerder medewerker op het partijbureau van de Partij van de Dieren. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 was zij opnieuw lijsttrekker van haar partij.
- 23.Pepijn van Houwelingen (1980) is sinds 1 april 2025 Tweede Kamerlid voor FVD. Eerder was hij dat van 31 maart 2021 tot 6 december 2023 en van 18 januari tot 19 november 2024. De heer Van Houwelingen was sinds 2010 als onderzoeker verbonden aan het Sociaal en Cultureel Planbureau en medeorganisator van het Oekraïne-referendum. De heer Van Houwelingen houdt zich als Tweede Kamerlid onder meer bezig met binnenlandse zaken, Europese zaken, landbouw, natuur en voedselkwaliteit, sociale zaken en werkgelegenheid en volksgezondheid, welzijn en sport. Eerder was hij lid van de enquêtecommissie corona.
- 24.Pieter Omtzigt (1974) was met korte onderbreking vanaf 3 juni 2003 tot en met 13 mei 2025 lid van de Tweede Kamer. Vanaf 2023 was hij partijleider van het door hem opgerichte Nieuw Sociaal Contract, waarmee hij twintig zetels haalde. Voordien was hij lid van de CDA-fractie, die hij verliet na langdurig aanhoudende frictie. Stond bekend als 'dossiervreter', vooral in de toeslagenaffaire. Zette zich als econometrist verder veel in voor onderwerpen als pensioenen en belastingen. Was daarnaast actief in de Raad van Europa, namens welke hij een schandaal in Malta blootlegde. Trad in 2025 terug, nadat het na meerdere pauzes niet gelukt was te herstellen van een burn-out.
- 25.Sandra Beckerman (1983) is sinds 23 maart 2017 lid van de Tweede Kamerfractie van de SP. Zij is gepromoveerd archeoloog en was op dat vakgebied docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Verder was zij fractievoorzitter van de SP in de Provinciale Staten van Groningen. In de Tweede Kamer houdt mevrouw Beckerman zich bezig met wonen, economie, klimaat, milieu, gaswinning, landbouw, onderwijs, cultuur
- 26.Wybren van Haga (1967) was van 31 oktober 2017 tot 6 december 2023 lid van de Tweede Kamer. Tot 13 mei 2021 maakte hij deel uit van de FVD-fractie, daarna vormde hij met twee anderen de Groep-Van Haga. Eerder, op 24 september 2019, werd hij uit de VVD-fractie gezet, na voor een derde keer in opspraak te zijn geraakt. De heer Van Haga vormde daarna een eenmansfractie, maar trad per 1 december 2020 toe tot de fractie van FVD. Hij werkte voor Shell in onder meer Gabon, Schotland en Oman en was bestuurder van diverse ondernemingen. Hij was voorts zeven jaar gemeenteraadslid in Haarlem. In augustus 2021 richtte hij de partij BVNL (Belang van Nederland) op, waarmee hij in 2023 zonder succes deelnam aan de verkiezingen.
- 27.Renske Leijten (1979) was van 30 november 2006 tot 5 juli 2023 Tweede Kamerlid voor de SP. Mevrouw Leijten was voorzitter van ROOD, de jongerenorganisatie van de SP. Zij was geruime tijd woordvoerder jeugdbeleid, gezondheidszorg, welzijn en sport van de SP-fractie en later woordvoerder Europa/EU, financiën, binnenlandse zaken en de toekomst van de euro. Verdedigde enkele keren initiatiefwetsvoorstellen, onder meer over het invoeren van een correctief referendum.
- 28.Van jongsaf politiek betrokken SP-politica, die zes jaar politiek leider van haar partij was. Stapte daarmee in de voetsporen van haar vader Jan Marijnissen. Werd al op zeer jonge leeftijd tot gemeenteraadslid in Oss gekozen en moest enige tijd wachten voor zij zitting kon nemen. Was later onder meer cao-onderhandelaar voor Abvakabo FNV en later FNV. Werd al na een half jaar fractievoorzitter. Was sinds haar aantreden als Kamerlid in maart 2017 tevens woordvoerder zorg van de SP-fractie. Bepleitte onder meer succes een parlementair onderzoek naar dienstverlening van en fraudebestrijding door overheidsdiensten. Vriendelijk Kamerlid, dat echter fel oppositie voerde tegen in haar ogen doorgeschoten marktwerking.
- 29.Jesse Klaver (1986) is sinds 17 juni 2010 Tweede Kamerlid. Tot 27 oktober 2023 was dat voor GroenLinks en sindsdien is hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. Van 27 oktober 2023 tot 6 december 2023 was hij voorzitter van de gezamenlijke fracties van PvdA en GroenLinks en eerder (sinds 12 mei 2015) fractievoorzitter en politiek leider van GroenLinks. Bij de verkiezingen van 2017 en 2021 was hij lijsttrekker van GroenLinks. Jesse Klaver is sedert 17 juni 2010 lid van de Tweede Kamer. Hij was voorzitter van CNV-jongeren en was eerder voorzitter van DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks. Hij is woordvoerder Europese zaken van de GL-PvdA-fractie en voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.
- 30.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 31.Drie jaar de voorman van DENK en zes jaar Tweede Kamerlid. Was, zelf van Marokkaanse afkomst, acht jaar actief voor het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland. Bekleedde verder managementfuncties bij de directie Vastgoed, bij de Rijksgebouwendienst en bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en werkte daarvoor bij de gemeente Amersfoort en in het bedrijfsleven. Hield zich als Kamerlid behalve met algemeen beleid bezig met economische zaken en klimaat, wonen, justitie en financiën en was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Eén van de aanjagers van genoegdoening voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire en spreekvaardig strijder tegen discriminatie.
- 32.Vooraanstaande sociaaldemocrate met Groningse roots, die zeventien jaar actief was als Tweede Kamerlid. Was in twee perioden (december 2016-maart 2017 en april 2022-oktober 2023) fractievoorzitter. Voor zij Kamerlid werd beleidsmedewerker Integraal Veiligheidsbeleid bij het ministerie van BZK. In de Tweede Kamer onder meer woordvoerder asiel en migratie en verkeer en voorts voorzitter van de tijdelijke commissie onderzoek onderhoud en innovatie spoor en korte tijd voorzitter van de buitenlandcommissie. Later hield zij zich bezig met onder meer zorg en Koninkrijksrelaties. Kwam uit een 'rood nest' en eenoudergezin. Stond bekend als een doorzetter.
- 33.Laurens Dassen (1985) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van Volt. Hij is fractievoorzitter. Voor de heer Dassen in 2018 fulltime voorzitter van Volt Nederland werd, was hij in diverse functies werkzaam voor ABN AMRO Bank. Behalve met algemeen beleid houdt de heer Dassen zich in de Kamer vooral bezig met binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, Europese zaken, infrastructuur en waterstaat en economische zaken en klimaat.
- 34.Joost Eerdmans (1971) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamerfractie van JA21. Hij is fractievoorzitter en politiek leider. De heer Eerdmans was secretaris van burgemeester Opstelten van Rotterdam en kwam in 2002 voor de LPF in de Tweede Kamer. Voor de verkiezingen van 2006 stapte hij over naar Eén NL. Toen die partij geen zetel haalde, kwam er vrij onverwacht een einde aan zijn Kamerlidmaatschap. In 2009-2014 was hij wethouder van Capelle aan den IJssel en in 2014-2018 wethouder in Rotterdam namens Leefbaar Rotterdam. In de aanloop naar de verkiezingen van 2021 werd hij adviseur van Thierry Baudet, maar in november 2020 kwam het tot een breuk met FVD.
- 35.Caroline van der Plas (1967) is sinds 31 maart 2021 lid en voorzitter van de Tweede Kamerfractie van BoerBurgerBeweging (BBB). Zij komt uit Deventer en was werkzaam als journalist voor tijdschriften in de agrarische sector. Omschreef zichzelf als 'boerin zonder boerderij'. Behalve met het algemene regeringsbeleid houdt mevrouw Van der Plas zich als Kamerlid bezig met landbouw, natuur, visserij, voedselzekerheid, praktijk- en beroepsonderwijs, arbeidsmigratie en regio. Sinds 2024 is zij voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken.
- 36.Marjolein Faber (1960) is sinds 2 juli 2024 minister van Asiel en Migratie in het kabinet-Schoof. Van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 was zij Tweede Kamerlid voor de PVV. Daarvoor was zij van 7 juni 2011 tot 6 december 2023 Eerste Kamerlid voor de PVV en vanaf juni 2014 fractievoorzitter. Zij was tevens lid (en PVV-fractievoorzitter) van Provinciale Staten van Gelderland. Zij was eerder laborante en werkzaam als IT-specialist. Als Tweede Kamerlid hield mevrouw Faber zich bezig met strafrecht en beleid mensenhandel.
- 37.Frederik Jansen (1992) was van 31 maart 2021 tot 16 januari 2024 Tweede Kamerlid voor FVD. Hij was eerder beleidsmedewerker bij de FVD-Tweede Kamerfractie en voorzitter van de Jongerenvereniging Forum voor Democratie (JFVD). De heer Jansen hield zich als Kamerlid vooral bezig met infrastructuur en waterstaat, sociale zaken en werkgelegenheid en onderwijs, cultuur en wetenschap.
- 38.Edgar Mulder (1961) is sinds 23 maart 2017 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was ruim 30 jaar werkzaam als account- en salesmanager. Daarnaast was hij Statenlid (fractievoorzitter) in Overijssel (2011-2017). In de Tweede Kamer houdt de heer Mulder zich onder meer bezig met arbeidsongeschiktheid en pensioen.
- 39.Sylvana Simons (1971) was van 31 maart 2021 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid. Zij was als eenling voorzitter van de Tweede Kamerfractie van BIJ1. Zij richtte in december 2016 de partij Artikel 1 op. De partij heet sinds oktober 2017 BIJ1. Eerder was zij aangesloten bij DENK. Sylvana Simons was eerder danseres, vj bij TMF en presentatrice van televisie- en radioprogramma's bij SBS, RTL en de NPS. Behalve lifestijl-coach is zij nu antiracismestrijdster. In maart 2018 werd zij gekozen tot raadslid in Amsterdam, wat ze tot november 2020 bleef. Mevrouw Simons was lid van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening.
- 40.Tilburgse politicus, die eerst als LPF'er en later voor FVD en de Groep-Van Haga op de rechterzijde van het politieke spectrum opereerde. Voormalig ijshockey-internationaal en ondernemer, die in de verkiezingstijd van 2002 optrad als chauffeur van Pim Fortuyn. Kreeg daarna, vanaf 2006, vooral bekendheid als raadslid in Tilburg. Werd in 2018 met zijn Lijst Smolders Tilburg in 2018 de grootste partij in de Tilburgse gemeenteraad. In 2019 werd hij tevens Statenlid van Noord-Brabant voor Forum voor Democratie. In de periode 2021-2023 door ziekte minder zichtbaar als Kamerlid.
- 41.Spraakmakende politica in het post-Fortuyn-tijdperk. Kreeg na haar studie in Nijmegen leidinggevende functies bij onder meer het gevangeniswezen en werd in 2003 als 'buitenstaander' minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het tweede kabinet-Balkenende. Was daarna het boegbeeld van het strengere asielbeleid en greep haar toenemende populariteit aan om zich te mengen in de leiderschapsstrijd bij de VVD. Zij werd echter verslagen door Rutte, maar kreeg bij de Kamerverkiezingen in 2006 als nummer twee wel meer stemmen. Claimde toen een leidende rol in de VVD en werd later uit de fractie gezet. De door haar in 2008 opgerichte beweging 'Trots op Nederland' bleek uiteindelijk geen succes. Sinds 2022 is zij raadslid voor Hart voor Den Haag.
- 42.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 43.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 44.Christendemocratische rechtsgeleerde en politicus die twee perioden minister van Justitie was. Zoon van een Joodse, Duitse vluchteling. Stapte in 1989 over van de Tilburgse universiteit naar het kabinet-Lubbers III en had aanvankelijk het imago van een studeerkamergeleerde en zedenmeester. Trad kort voor de verkiezingen van 1994 af vanwege de IRT-affaire en werd nadien Tweede en Eerste Kamerlid. Werd in 2000 staatsraad, maar keerde in 2006 terug als minister van Justitie en bleef dat opnieuw vier jaar. Was in 2010 tevens minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bekwaam wetgever die als vurig verdediger van de rechtsstaat gezag had. Workaholic en voor alles jurist.
- 45.Liberale naoorlogse voorman met een nuchtere, zakelijke inslag. Zoon van een Groningse herenboer. Begon als bankier en was later directeur van bierbrouwerij Heineken. Legde als organisator van de Stichting van de Arbeid tijdens de Tweede Wereldoorlog de basis voor de naoorlogse overlegeconomie. In 1946 medeoprichter van de Partij van de Vrijheid en in 1948 van de VVD. Werd in dat jaar als minister van Buitenlandse Zaken opgenomen in het kabinet-Drees I. Tijdens zijn ministerschap werd de NAVO opgericht en de aanzet gegeven voor Europese samenwerking. Hijzelf was vooral atlanticus en tegenstander van Europees federalisme. Kwam in 1951 in conflict met partijleider Oud over Nieuw-Guinea. Na zijn vertrek uit de politiek ambassadeur en daarna secretaris-generaal van de NAVO. Stond bekend als tamelijk ijdel.
- 46.Minister van Oorlog in het kabinet-Cort van der Linden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Klom bij de artillerie op tot kolonel. Mengde zich als publicist in defensiedebatten. Kon mede door zijn bruuske optreden moeilijk overweg met Kamerleden. Stapte op nadat de Tweede Kamer een hem onwelgevallige motie had aangenomen over het onder de wapenen houden van bepaalde lichtingen dienstplichtigen.
- 47.Vooraanstaand liberaal politicus uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Hoogleraar economie in Amsterdam. Behoorde aanvankelijk tot de Radicalen en werd in 1904 Tweede Kamerlid voor de VDB, waarmee hij later echter brak. In 1913 minister in het kabinet-Cort van der Linden. Bezat uitstekende organisatorische kwaliteiten en zorgde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een voortvarend financieel-economisch beleid. Trad in 1916 af vanwege een conflict over het staatspensioen, maar keerde in 1917 weer terug. Werd in 1918 Tweede Kamerlid voor de Economische Bond, een liberale partij die een 'zakelijke' politiek voor stond. Voerde toen een sterk persoonlijke getinte verkiezingscampagne. Was nogal onberekenbaar; productief in denkbeelden, maar weinig resultaatgericht.
- 48.Officier, die na een Indische militaire loopbaan directeur van de Hogere Krijgsschool werd. Ondanks liberale sympathieën werd hij minister van Oorlog in het rechtse kabinet-Heemskerk. Bereidde veel wetsvoorstellen voor, zoals een nieuwe Militiewet. Door zijn voortijdige aftreden na een conflict met de Tweede Kamer kon hij die voorstellen niet meer zelf verdedigen. Kwam scherp en onomwonden voor zijn mening uit, maar gold wel als een sympathieke figuur.
- 49.Typische negentiende-eeuwse minister van Marine, die zijn loopbaan als zeeofficier begon. Was als zodanig vooral actief in de wateren van Nederlands-Indië en West-Indië. Later onderdirecteur van de Marine in Willemsoord (Den Helder). Werd als minister in het kabinet-Mackay ten val gebracht nadat hij geweigerd had een liberaal Tweede Kamerlid als zeeofficier in rang te bevorderen.
- 50.Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
- 51.Het onjuist informeren van de Tweede Kamer wordt als een 'politieke doodzonde' gezien. Toch betekende dat slechts zelden dat een bewindspersoon om die reden moest aftreden. Vraag is soms of de bewindspersoon schuld had aan die onjuiste informatie en of er geen 'verzachtende omstandigheden' waren. Denkbaar is bijvoorbeeld dat ambtenaren de bewindspersoon niet volledig hadden geïnformeerd.
- 52.Op de website Parlement.com vindt u onafhankelijke informatie over de Nederlandse politiek en over de personen die daarin een rol spelen of hebben gespeeld. De website wordt mogelijk gemaakt door de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut. Deze website is niet verbonden aan en wordt niet gefinancieerd door politieke partijen en/of belangengroepen.