Vaststelling begroting EU - Hoofdinhoud
De jaarlijkse begroting van de Europese Unie wordt vastgelegd met een bijzonder besluit. Het is een bindend besluit. In de praktijk wordt de begroting naarmate een jaar vordert aangepast aan veranderende omstandigheden en financiële mee- en tegenvallers.
Inhoudsopgave
Toepassingsgebied
De begroting is op veel onderdelen direct van toepassing op de lidstaten. Het bepaalt hoeveel de lidstaten precies moeten bijdragen aan de begroting, en op sommige posten hoeveel lidstaten aan subsidies en steun ontvangen. De precieze uitvoering van het besluit is voor een groot deel de verantwoordelijkheid van de lidstaten i.
Het begrotingsbesluit is aan strikte kaders gebonden, waarvan de volgende de belangrijkste zijn:
-
1.Het eenheidsbeginsel: alle ontvangsten en uitgaven van de EU moeten worden vermeld in één document, zodat het gebruik van gemeenschapsmiddelen gemakkelijk kan worden gecontroleerd. Amendementen kunnen beperkt blijven tot een specifieke begrotingspost.
-
2.Het universaliteitsbeginsel: de gezamenlijke ontvangsten dienen ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten en in principe niet voor bepaalde uitgaven.
-
3.Het beginsel van jaarperiodiciteit: alle handelingen zijn gebonden aan één bepaald begrotingsjaar.
-
4.Het evenwichtsbeginsel: de ontvangsten moeten even hoog zijn als de uitgaven.
-
5.Het specialiteitsbeginsel: alle inkomsten en uitgaven moeten aan een bepaalde begrotingspost toegeschreven kunnen worden.
Besluiten die de begroting aanpassen moeten waar relevant ook aan deze regels voldoen.
Vaststellen begroting
Voor het vaststellen van de jaarlijkse begroting heeft de EU een aparte begrotingsprocedure i.
De begroting vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i (VwEU).
-
-algemene beschrijving: zesde deel VwEU titel II hoofdstuk 3, hoofdstuk 4 (art. 313 t/m 319)
-
-beginselen: financieel reglement (externe site)