Europese politieke samenwerking (EPS)
Al in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw bestond bij de lidstaten van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap1 (EEG) de wens om de bestaande economische samenwerking uit te breiden met een politieke dimensie. Dit streven leidde ertoe dat in 1970 de Europese Politieke Samenwerking (EPS) tot stand werd gebracht in informele vorm.
De EPS voorzag in overleg tussen de lidstaten op het gebied van het externe beleid. In dit kader dienden de lidstaten van de EEG de standpunten van het Europees Parlement in overweging te nemen, en binnen internationale organisaties (zoals de Verenigde Naties2) zoveel mogelijk gemeenschappelijke standpunten te verdedigen. In 1986 werd de EPS door middel van de Europese Akte3 geïnstitutionaliseerd.
De samenwerking binnen het kader van de EPS is een wisselend succes gebleken. Zo wisten de Europese landen gedurende de jaren zeventig van de twintigste eeuw via de EPS nog een rol van betekenis te spelen in het vredesproces in het Midden-Oosten. Ook gaf de EPS de Europese landen de mogelijkheid om zich gezamenlijk in te zetten voor de oprichting van wat later de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa4 (OVSE) zou worden. Het zwakke optreden van de Europese landen met betrekking tot de Russische inval in Afghanistan (1979) en de oorlogen in voormalig Joegoslavië (1991-1995) bracht echter de gebreken van de EPS als gemeenschappelijk beleidsinstrument aan het licht. De verdragen van Maastricht5 (1992) en Amsterdam6 (1997) voorzagen respectievelijk in de oprichting en versterking van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB), de opvolger van de EPS.
- 1.De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
- 2.De Verenigde Naties (VN) zijn een mondiale organisatie van overheden, samenwerkend op het gebied van internationaal recht, mondiale veiligheid, behoud van humanitaire rechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar sociaal-maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.
- 3.De in december 1985 onder de naam Europese Akte overeengekomen aanpassing van het Verdrag van Rome had betrekking op de besluitvorming, de inrichting van de interne markt, het monetaire beleid en de Europese Politieke Samenwerking. Een aantal beleidsterreinen, met name met betrekking tot de interne markt, werd in de Akte expliciet aan het Verdrag toegevoegd, zoals milieu- en technologiebeleid.
- 4.De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE; in het Engels OSCE) is een intergouvernementele organisatie van circa 55 landen in Europa, Centraal-Azië en Noord-Amerika, die zich sinds 1973 bezighoudt met samenwerking op het gebied van militair, economisch en humanitair beleid.
- 5.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 6.Dit Europese verdrag, waarover de Europese Raad het in juni 1997 eens werd na twee jaar onderhandelen, maakte de weg vrij voor de start van het uitbreidingsproces van de Europese Unie.