Opt-out
Het begrip opt-out staat voor een uitzonderingsregeling waardoor een lidstaat van de Europese Unie1 niet verplicht is om zich aan een bepaalde Europese afspraak te houden. Een regeling als een opt-out maakt het voor de Europese Unie2 mogelijk om het proces van integratie voort te zetten ondanks het feit dat een of meerdere lidstaten niet van plan zijn zich te binden aan eventuele nieuwe Europese afspraken.
In het Verdrag van Maastricht3 (1992) waren twee zogenoemde opt-out-clausules opgenomen. Deze hadden betrekking op het Verenigd Koninkrijk*, Ierland en Denemarken.
Economische en Monetaire Unie (EMU)
De eerste opt-out-clausule betreft deelname aan de Economische en Monetaire Unie4 (EMU). Het Verenigd Koninkrijk* kreeg de mogelijkheid zelfstandig te besluiten niet deel te nemen aan de derde fase van de EMU (het invoeren van de euro5). Tijdens de Europese Raad6 in Edinburgh in december 1992 besloten de EU-lidstaten bovendien akkoord te gaan met een vergelijkbare uitzonderingspositie voor Denemarken. Ook de Denen konden zodoende zelf beslissen of zij de euro wilden invoeren.
Schengen
De tweede opt-out-clausule betreft de EU-afspraken op het gebied van vrij verkeer van personen, asiel en immigratie. Het Verenigd Koninkrijk*, Ierland en Denemarken wensten zich in 1995 niet te binden aan de EU-afspraken op deze gebieden.
Het Verenigd Koninkrijk* en Ierland hebben het Akkoord van Schengen7 en de bijbehorende uitvoeringsovereenkomst niet ondertekend. Het Schengenacquis (wet- en regelgeving) wordt in deze landen dan ook niet toegepast. Denemarken is in 2001 alsnog toegetreden tot de groep van Schengenlanden.
Beide bovenstaande voorbeelden hebben in de praktijk niet geleid tot stagnatie van het proces van Europese samenwerking. Zowel het invoeren van de euro als deelname aan Schengen is door het merendeel van de EU-landen doorgevoerd, ondanks het 'achterblijven' van enkele collega-lidstaten.
Brexit
*Door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie8 per 31 januari 2020 zijn de opt-outs voor dat land niet meer van belang.
- 1.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 2.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 3.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 4.De Economische en Monetaire Unie (EMU) is in 1991 opgericht door de Europese regeringsleiders. Het doel was een gezamenlijk economische politiek op te zetten, de prijsstabiliteit te bevorderen en de werking van de interne markt te verbeteren.
- 5.De Euro is de naam van de gemeenschappelijke Europese munt die op 4 januari 1999 is ingevoerd. Vanaf die datum voeren de nationale centrale banken en het gehele bankwezen in de eurozone onderlinge transacties in euro’s uit en worden nieuwe overheidsschulden in euro’s uitgegeven. Vanaf 1 januari 2002 zijn de euromunten en -biljetten in circulatie gebracht en verloopt het geldverkeer nog uitsluitend in euro’s. Er zijn op dit moment 20 landen lid van de Eurozone.
- 6.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 7.Het Akkoord van Schengen heeft tot doel de geleidelijke afschaffing van controles aan de gemeenschappelijke grenzen tussen de 26 deelnemende landen. Daarnaast voorziet het akkoord in de instelling van een regeling voor vrij verkeer van alle burgers uit de deelnemende staten, de overige staten van de Europese Unie en een aantal derde landen. De naam komt van het Luxemburgse plaatsje Schengen waar het akkoord op 14 juni 1985 is ondertekend.
- 8.Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 de Europese Unie. Het is daarmee het eerste land ooit dat uit de Europese Unie stapte. Het vertrek van de Britten ('brexit') was de uitkomst van een referendum over het lidmaatschap van de EU in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Nadien volgden lange onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden en de overgangsperiode na de brexit, die op 31 december 2020 afliep. Eind december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst regelt vanaf 1 januari 2021 de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.