Referendum over EU-grondwet in Frankrijk - Hoofdinhoud
De Fransen hebben zich op op zondag 29 mei 2005 uitgesproken over de Europese Grondwet. 54,9 procent van de opgekomen Franse kiesgerechtigden stemde tegen, het 'ja' kreeg 45,1 procent van de stemmen. De opkomst was hoog: 69,7 procent.
De hoogste scores voor het nee werden bereikt in de regio's Nord-Pas de Calais (64,9 procent tegen), Picardië (65,0 procent), Haute Normandie (64,4 procent) en Languedoc-Roussillon (62,4 procent). Van de 93 departementen stemden er slechts 16 in meerderheid vóór de Europese Grondwet. De grootste overwinning voor het ja werd behaald in Parijs, waar 66,5 procent van de kiezers vóór stemde.
Inhoudsopgave
De regeringspartij van president Chirac, de UMP, voerde een actieve campagne voor de Europese Grondwet. Ook de centrumrechtse partij UDF van François Bayrou en Valéry Giscard d'Estaing i was voorstander.
Tijdens de referendumcampagne ontpopte de Europese Grondwet zich tot een splijtzwam binnen de Franse Parti Socialiste (PS). Op 1 december 2004 maakte het partijbestuur van de PS bekend dat een meerderheid van de partijleden zich bij een interne raadpleging had uitgesproken vóór de EU-grondwet. De officiële lijn werd verdedigd door partijleider François Hollande en voormalig partijleider Lionel Jospin. Er waren echter dissidenten in de socialistische gelederen, die vonden dat de Europese Grondwet te liberaal was en een bedreiging vormde voor het Franse sociaal bestel. Met deze punten voerde Laurent Fabius, voormalig premier onder François Mitterrand, een 'tegen'-campagne. Ook partijbaron Henri Emmanuelli was tegen.
Andere tegenstanders waren het Front National van Jean-Marie Le Pen en de partij Mouvement pour la France van de conservatieve ultra-katholiek Philippe de Villiers. Deze partijen grepen de thema's "Turkije" en "Europa Superstaat" aan om campagne te voeren tegen de Grondwet. De communistische partij PCF en de communistische vakbond CGT waren ook tegen, maar de grootste vakbonden (CFDT, Force Ouvrière) waren voor.
Al met al kon de Europese Grondwet in Frankrijk - net als in Nederland - rekenen op een ruime politieke meerderheid. Het Franse 'non' van 29 mei 2005 brengt Frankrijk dan ook in een moeilijk parket, kondigde president Chirac aan.
De Europese Commissie organiseert periodiek opiniepeilingen (de zogenaamde "Eurobarometer") over de Europese Grondwet. In juli 2004 werd Europabreed de volgende stelling getoetst: "De Europese Unie moet een Grondwet aannemen." Hierop antwoordden 85 procent van de Franse respondenten 'liever wel', en 11 procent 'liever niet'.
Franse onderzoeksbureaus gaven echter een ander beeld. Het bureau TNS Sofres stelde in november 2004 een directere vraag, namelijk: "Bent u voor of tegen de Europese Grondwet". Hieruit bleek dat 68 procent van de Fransen voorstander waren, en 32 procent tegen. Het bureau Ipsos gaf in december 2004 de volgende stand: 57 procent voor, 43 procent tegen.
Begin 2005 liep de steun voor de EU-grondwet in de peilingen snel terug, en in maart 2005 kantelde de publieke opinie. De verhouding 'nee'-'ja' groeide medio april 2005 tot 55%-45%.
Begin mei 2005 hadden de voorstemmers weer een krappe meerderheid, maar eind mei gaven de officiële peilingen juist een minieme overwinning voor het 'nee'. De onderzoeksbureaus zeiden echter dat het verschil tussen de voor- en tegenstanders in de peilingen dusdanig krap was, dat zij op basis hiervan geen voorspelling konden doen. De uitgesproken overwinning van het 'non' kwam dan ook als een verrassing.