J. (Joaquín) Almunia Amann - Hoofdinhoud
De Spanjaard Joaquín Almunia (1948) was in 2004-2014 lid van de Europese Commissie. In de Commissie-Barroso I (2004-2010) was hij belast met economische en monetaire zaken en in de commissie-Barroso II met mededinging. Hij bekleedde tussen 1982 en 1991 ministersposten in de socialistische regering van Felipe Gonzales. In 1997 werd Almunia partijleider van de PSOE (de Spaanse sociaaldemocratische partij), maar hij verloor in 2000 de verkiezingen van José Maria Aznar's Partido Popular.
functie(s) in de periode 2004-2014: lid Europese Commissie
Inhoudsopgave
Spanje
geboorteplaats en -datum
Bilbao (Spanje), 17 juni 1948 partij
PSOE (Partido Socialista Obrero Español, Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Spanje) hoofdfuncties/beroepen
-
-gastdocent aan de Universiteit Alcalà de Henares (Madrid) over werkgelegenheid en sociale wetgeving
-
-werkzaam bij het bureau van de Spaanse Kamers van Koophandel in Brussel, van 1972 tot 1975
-
-econoom bij de vakbond UGT, van 1976 tot 1979
-
-lid Congres van Afgevaardigden (Cortes), van maart 1979 tot maart 2004 (zeven keer herkozen)
-
-minister van Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid, van 2 december 1982 tot 22 juni 1986 (kabinet-Gonzalez I)
-
-minister voor Openbaar Bestuur, van 22 juni 1986 tot 12 maart 1991 (kabinet-Gonzalez II)
-
-fractievoorzitter PSOE, Congres van Afgevaardigden (Cortes), van 1994 tot 1997
-
-partijleider PSOE, van 1997 tot 2000
-
-lid Europese Commissie, belast met het economisch beleid (onder meer bewaking van het Stabiliteits- en Groeipact), van 19 april 2004 tot 10 februari 2010 (Commissie-Barroso I)
-
-lid en vicevoorzitter Europese Commissie, belast met mededinging, van 10 februari 2010 tot 1 november 2014 (Commissie-Barroso II)
-
-gasthoogleraar London School of Economics, Paris School of International Affairs of Sciences Po, en College of Europe in Natolin (Polen)
-
-voorzitter Center for European Studies
-
-lid federaal comité PSOE
-
-directeur onderzoeksprogramma naar 'gelijkheid en herverdeling van inkomens' bij de "Fundacion Argentaria", van 1991 tot 1994
-
-rechten en economie, Universiteit van Deusto te Bilbao
-
-vervolgstudies "Ecole Pratique des Hautes Etudes" te Parijs
-
-"Senior managers in government"-programma aan de Kennedy School of Government, Harvard (Verenigde Staten)
-
-Bewaakte de uitvoering van de Lissabon-agenda voor economische groei en werkgelegenheid
-
-Lanceerde in september 2004 plannen voor een hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact, die in maart en juni 2005 door de Europese Raad werden bekrachtigd
-
-Publiceerde in december 2004 een strategie om het toezicht op een Europees systeem van fiscale statistieken te verbeteren, in maart en mei 2005 volgden specifieke richtlijnen; de maatregelen volgen mede op onthullingen in september 2004 dat Griekenland en wellicht ook Italië sjoemelden met economische statistieken waardoor zij een te rooskleurige voorstelling gaven van hun begrotingstekort
-
-Presenteerde in juni 2005 aanbevelingen met betrekking tot de nationale zijde van euromuntstukken
-
-Waarschuwde EU-lidstaten tijdens een interview met de Financial Times (6 oktober 2005) om geen boekhoudkundige trucs te gebruiken om hun begrotingstekorten te rooskleurig voor te stellen; refereerde met name aan het 'wegpoetsen' van tekorten door deze af te wentelen op publiek-private partnerschappen
-
-Stimuleert sinds december 2005 een Europees debat over hervorming van nationale pensioenstelsels in een periode van globalisering en vergrijzing
-
-Presenteerde in oktober 2006 een mededeling over de houdbaarheid van de openbare financiën op de lange termijn in de EU, waarin wordt ingegaan op de stijging van de pensioenkosten door een sterk vergrijzende bevolking; constateerde dat Nederland weinig budgettaire risico's loopt, terwijl grootschalige hervormingen nodig zijn in landen als Tsjechië, Cyprus, Griekenland, Hongarije, Portugal en Slovenië
-
-=
-
-Euro:
-
-Speelde een actieve en toezichthoudende rol in het proces dat leidde tot de koppeling van de euro aan de Estse kroon, de Sloveense tolar en de Litouwse litas in juni 2004; de Letse lat, de Maltese lira en de Cypriotische pond in april 2005; en de Slowaakse koruna in november 2005 (tweede fase van het European Exchange Rate Mechanism ERM-II, de een-na-laatste stap op weg naar invoering van de euro)
-
-Speelde een actieve en toezichthoudende rol in het proces waarmee op 16 mei 2006 werd geweigerd om de invoering van de euro per 1 januari 2007 in Litouwen goed te keuren (de inflatie was in 2005 0,1 procent te hoog volgens de normen van het Stabiliteitspact), enkele weken ervoor had Estland de aanvraag voor indiening van de euro teruggetrokken omdat ook dat land net buiten de normen bleek te vallen
-
-Speelde een actieve en toezichthoudende rol in het proces dat op 16 mei 2006 uitmondde in het besluit om Slovenië per 1 januari 2007 toe te laten tot de eurozone; stelde in juni 2006 de vaste wisselkoers tussen de Sloveense tolar en de euro onherroepelijk vast op 239,640 tolar voor één euro
-
-=
-
-Handhaving Stabiliteitspact:
-
-Maande de regeringen van zes lidstaten die per 1 mei 2004 toetraden tot de Europese Unie (Tsjechië, Cyprus, Malta, Polen, Hongarije en Slowakije) in mei, juli en december 2004 om passende maatregelen te nemen tegen het blijvend hoge begrotingstekort (artikel 104 (3) en (7) VEG - procedure); gaf voor elk land een tijdschema aan om het begrotingstekort binnen de 3 procent-norm te brengen (noemde in juli 2004 de volgende streefdata: 2005 voor Cyprus, 2006 voor Malta, 2007 voor Polen en Slowakije, en 2008 voor Tsjechië)
-
-Maande de Nederlandse regering in mei 2004 om het hoge begrotingstekort (3,2 procent in 2003) aan te pakken (artikel 104 (5),(6) en (7) VEG - procedure), sloot de procedure in juni 2005
-
-Maande de Griekse regering in mei en december 2004, en februari 2005 om passende maatregelen te nemen tegen het blijvend hoge begrotingstekort van 5,5 procent in 2004 en 3,6 procent in 2005 (artikel 104 (7) en (9) VEG - procedure)
-
-Besloot in december 2004 om Frankrijk en Duitsland geen boete te geven wegens schending van het Stabiliteits- en Groeipact; in juli 2005 bleek dat Frankrijk en Duitsland het Stabiliteitspact vijf achtereenvolgende jaren zouden schenden (minstens tot 2006), stopte de procedure (artikel 104, lid 8 en 9) tegen Frankrijk in november 2006
-
-Maande de Hongaarse regering in december 2004, en februari, maart en oktober 2005 om passende maatregelen te nemen tegen het blijvend hoge begrotingstekort (artikel 104 (7) en (8) VEG - procedure), waarschuwde in oktober 2005 dat het land EU-structuurfondsen (subsidie voor regionale ontwikkeling) dreigt mis te lopen als de regering geen actie onderneemt tegen het blijvend excessieve begrotingstekorten, maar gaf Hongarije in september 2006 een extra jaar respijt - tot 2009 - om het begrotingstekort binnen EU-normen te krijgen
-
-Maande de Italiaanse regering in juni 2005 om passende maatregelen te nemen tegen het blijvend hoge begrotingstekort van 3,2 procent in 2003 en 2004 (artikel 104 (3) VEG - procedure); toonde zich in februari 2006 tevreden over de Italiaanse inspanningen tot dan toe
-
-Maande de Portugese regering in juni 2005 om passende maatregelen te nemen tegen het blijvend hoge begrotingstekort van 6,2 procent in 2005 en naar verwachting 4,8 procent in 2006 (artikel 104 (3) VEG - procedure), toonde zich in juni 2006 tevreden over de genomen maatregelen waardoor verdere stappen uitbleven
-
-Maande de Britse regering in januari 2006 om het blijvend hoge begrotingstekort (3,2 procent in 2004 en 3,3 procent in 2005) aan te pakken (artikel 104 (5) VEG - procedure)
-
-Besloot in maart 2006 om extra stappen te nemen tegen Duitsland wegens het blijvend hoge begrotingstekort (artikel 104 (9) VEG - procedure), in september 2006 werd de procedure gestaakt nadat Duitsland het begrotingstekort weer voldoende onder controle had
-
-Besloot in juni 2006 om Cyprus te belonen voor het begrotingsbeleid, door de procedure voor landen met een excessief hoog begrotingstekort te staken; Cyprus blijft naar verwachting vanaf 2006 onder de 3-procentnorm
-
-Maande de Poolse regering in november 2006 en februari 2007 om het blijvend hoge begrotingstekort (4,4% in 2005, 3,9% in 2006 en naar verwachting 3,4 procent in 2007) aan te pakken (artikel 104 (7) VEG - procedure)
-
-Maande in januari 2010 de Letse en Hongaarse regeringen voort te gaan met de terugdringing van het begrotingstekort
-
-Opvolger van Pedro Solbes, die in april 2004 minister van Financiën werd in het kabinet-Zapatero.
uit de privésfeer
-
-oprichter en directeur van de progressieve denktank "Laboratorio de Alternativas", vanaf 2002
diverse boeken en artikelen huwelijk/samenlevingsvorm
gehuwd
kinderen
2 kinderen
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.