Afdeling 3 - De humanitaire hulp - Hoofdinhoud
III-223: Beginselen en organisatie humanitaire hulp
-
1.Het optreden van de Unie op het gebied van humanitaire hulp vindt plaats in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Dat optreden strekt tot specifieke bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolkingen van derde landen die het slachtoffer zijn van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, om de uit die situaties voortvloeiende humanitaire noden te lenigen. De activiteiten van de Unie en die van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
-
2.Humanitaire hulp wordt verleend overeenkomstig de beginselen van het internationaal recht, en de beginselen van onpartijdigheid, neutraliteit en non-discriminatie.
-
3.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld die het kader voor de uitvoering van de humanitaire hulpverlening van de Unie bepalen.
-
4.De Unie kan met derde landen en de bevoegde internationale organisaties alle internationale overeenkomsten sluiten die de in lid 1 en in artikel III-193 genoemde doelstellingen helpen verwezenlijken.
De eerste alinea laat onverlet de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en overeenkomsten te sluiten.
-
5.Er wordt een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulp opgericht, als kader voor gemeenschappelijke bijdragen van Europese jongeren aan humanitaire acties van de Unie. Het statuut en de voorschriften voor de werking van het korps worden bij Europese wet vastgesteld.
-
6.De Commissie kan ieder dienstig initiatief nemen om de coördinatie tussen het optreden van de Unie en het optreden van de lidstaten te bevorderen, teneinde de humanitaire hulpmiddelen van de Unie en van de lidstaten doeltreffender en meer complementair te maken.
-
7.De Unie ziet erop toe dat haar humanitaire hulpverlening gecoördineerd wordt en coherent is met die van internationale organisaties en instanties, met name die welke behoren tot het bestel van de Verenigde Naties.