Titel VIII - De Unie en haar naaste omgeving - Hoofdinhoud
I-56: De Unie en haar naaste omgeving
-
1.De Unie ontwikkelt met de naburige staten bijzondere betrekkingen, die erop gericht zijn een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen welke stoelt op de waarden van de Unie en welke gekenmerkt wordt door nauwe en vreedzame betrekkingen die gebaseerd zijn op onderlinge samenwerking.
-
2.Te dien einde kan de Unie met de betrokken staten overeenkomsten sluiten. Die overeenkomsten kunnen wederkerige rechten en verplichtingen omvatten en tevens voorzien in de mogelijkheid gemeenschappelijk op te treden. Over de uitvoering van de overeenkomsten wordt op gezette tijden overleg gepleegd.
Verklaring voor de slotakte ad artikel I-56 [De kleine buurstaten van de Unie]
De Unie houdt rekening met de bijzondere situatie van de staten met een klein grondgebied die specifieke nabuurschapsbetrekkingen met haar onderhouden.