Mr. C.F. (Felix) van Maanen
Belangrijkste minister onder Willem I. Begon zijn bestuurlijke loopbaan tijdens de Bataafse tijd en was minister van Justitie en Politie onder Lodewijk Napoleon1. Maakte deel uit van de Grondwetscommissies in 1814 en 1815. Had een groot aandeel in de totstandkoming van de codificatie van het recht in wetboeken. Aanvankelijk tamelijk verlicht en voorstander van openbare Kamervergaderingen. Onder Willem I speelde hij echter een belangrijke rol bij het tegengaan van oppositie, onder andere door maatregelen om de persvrijheid te beperken. Tegenstander van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid2 en voorstander van het regeren bij besluit. Willem II verving hem door de liberalere Van Hall3.
Technocraat, Ultraconservatief (vóór 1848)
functie(s) in de periode 1807-1842: minister 1801-1814, minister, lid Grondwetscommissie 1813-1814, lid Grondwetscommissie 1815
Inhoudsopgave
Cornelis Felix (Felix)
geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 9 september 1769
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 14 februari 1846 stroming(en)
unitariër (in de Bataafse Tijd)
-
-advocaat te 's-Gravenhage, van juli 1793 tot 15 april 1795
-
-secretaris provisionele raad van 's-Gravenhage, van januari 1795 tot 2 april 1795
-
-secretaris stedelijke raad van 's-Gravenhage, van 2 april 1795 tot 14 april 1795
-
-adjunct-advocaat-fiscaal en procureur-generaal Hof van Holland, van 13 april 1795 tot 11 december 1807
-
-lid in buitengewone dienst, Staatsraad, van augustus 1807 tot 11 december 1807
-
-minister van Justitie en Politie, van 10 december 1807 tot 11 april 1809
-
-lid Raad voor de Zaken van Holland te Parijs, van 22 juli 1810 tot 29 oktober 1810
-
-lid Conseil d'Etat (Staatsraad) te Parijs, 1810
-
-eerste president Keizerlijk Hof te 's-Gravenhage, van maart 1811 tot 1 december 1813
-
-president Hooggerechtshof te 's-Gravenhage, van 1 december 1813 tot 16 september 1815
-
-lid Grondwetscommissie, van 21 december 1813 tot 2 maart 1814
-
-lid Grondwetscommissie, van 22 april 1815 tot 13 juli 1815
-
-minister van Justitie, van 16 september 1815 tot 3 september 1830
-
-minister van Justitie, van 5 oktober 1830 tot 1 april 1842
ambtstitel
-
-minister van staat, van 16 maart 1842 tot 14 februari 1846
-
-Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Leiden, van 19 augustus 1788 tot 22 juni 1793
-
-Bracht in 1809 het Burgerlijk Wetboek, dat gebaseerd was op de Franse Code Civil, en een Crimineel Wetboek tot stand
-
-Verdedigde in de jaren 1819-1826 met succes de delen van de Nederlands Burgerlijk Wetboek, die de Franse Code Civiel vervingen
-
-Verdedigde in 1829 met succes de ontwerp-Wet houdende Algemeene Bepalingen der Wetgeving van het Koninkrijk
-
-Verdedigde in 1830 met succes het ontwerp voor een Wetboek van Strafvordering
-
-Verdedigde in 1835 met succes de ontwerp-Wet op de zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. Het ontwerp hiervoor was in 1827 ingediend.
-
-Voerde per 1 oktober 1838 het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de nieuwe rechterlijke organisatie in
-
-Verdedigde in 1840 samen met minister Verstolk van Soelen in de Eerste Kamer de voorstellen tot grondwetsherziening
-
-Op 3 september 1830 kreeg hij eervol ontslag op verzoek, nadat hem eerder te verstaan was gegeven dat zijn terugtreden mogelijk gunstige invloed zou hebben op de stemming in de Zuidelijke Nederlanden. Hij werd per 6 september tot minister van Staat benoemd en per 1 oktober zou zijn presidentschap van het Hooggerechtshof herleven. Vanwege de loop der gebeurtenissen kon hij echter begin oktober 1830 terugkeren als minister van Justitie.
-
-Was begin 1838 met Verstolk van Zoelen, Van Zuylen van Nijevelt en Falck deelnemer aan een conferentie met de koning waarin het principebesluit werd genomen om de volhardingspolitiek jegens België op te geven
-
-Weerhield de koning in augustus 1839 van een voorgenomen huwelijk met de katholieke hofdame Henriette d'Oultremont de Wégimont
-
-Was in 1840 nauw betrokken bij de abdicatie van de koning. Stelde de bijbehorende proclamatie op.
-
-Nam in 1842 ontslag na de ongunstige ontvangst in de Tweede Kamer van de ontwerp-Conflictenwet (over administratieve geschillen). Ook zijn afgenomen gezag als minister speelde daarbij een rol.
uit de privésfeer
-
-Zijn zoon, G.A.G. van Maanen, was procureur-generaal bij de Hoge Raad
-
-Zijn dochter was gehuwd met een zoon van P.A. Brugmans, staatsraad en Eerste Kamerlid
-
-Zijn schoonvader was procureur-generaal in het Hof van Holland en raad in de Vroedschap van 's-Gravenhage
-
-Zijn vader was advocaat, opzichter van de gemene middelen en raadsheer in het Hof van Holland
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-M.E. Kluit, "Cornelis Felix van Maanen. Tot herstel der onafhankelijkheid 9 september 1769-6 december 1813" (Groningen/Djakarta, 1953)
-
-Levensbericht door M. Siegenbeek, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1846, 30
-
-J.J.F. Wap, "Mr. Cornelis Felix van Maanen en Mr. Willem Bilderdijk: eene historische bijdrage", 's-Gravenhage, 1840
-
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel III, 803
-
-A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel V
-
-Ned. Patriciaat, 1910
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Broer van keizer Napoleon die in 1806-1810, tijdens de Franse overheersing van grote delen van Europa, de eerste koning van de eenheidstaat Nederland was. Doordat hij zijn medeleven betuigde bij rampen als de kruitramp in Leiden (1807) en de overstromingen in het rivierengebied (1809) verwierf hij een zekere populariteit bij de bevolking. Zette zich meer in voor de Nederlandse belangen dan zijn broer wenselijk achtte en abdiceerde ten gunste van zijn zoontje. Was nogal wispelturig. Na zijn aftreden in ballingschap in Bohemen en Italië.
- 2.De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.
- 3.Belangrijk staatsman uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Als moderaat vertegenwoordiger van de Amsterdamse handels- en bankierswereld, die als behendig politicus zowel vóór als na 1848 een voorname rol speelde. Volgde in 1842 Van Maanen op als minister van Justitie en saneerde in 1844 als minister van Financiën de staatsfinanciën met een gedwongen ('vrijwillige') geldlening. Volgde in 1853 Thorbecke op als kabinetsleider en wist de gemoederen na de Aprilbeweging tot bedaren te brengen. In 1860 bewerkstelligde hij als minister een regeling voor de aanleg van spoorwegen. Politieke tegenstander van Thorbecke en bête noire van de liberalen. Vaak onderwerp van spotprenten vanwege zijn rode gelaatskleur. Weigerde een benoeming tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Werd in 1856 door de koning tot baron verheven.