Mr. A.G.A. (Anthon) ridder van Rappard

Foto Mr. A.G.A. (Anthon) ridder van Rappard
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Na een ambtelijke loopbaan secretaris van de Staatssecretarie en in 1841 directeur van het Kabinet des Konings. Als zodanig was hij zeer invloedrijk en speelde hij regelmatig een belangrijke rol bij het formeren van kabinetten. Vertrouweling van de koningen Willem II1 en Willem III2. Trad vaak bemiddelend op tussen Willem III en diens ministers. In 1854 minister van Hervormde Eredienst en eind 1856 nam hij Binnenlandse Zaken over van Simons3. In die functie bracht hij de Lager-onderwijswet in het Staatsblad. Zijn politieke rol was daarna uitgespeeld, maar hij werd wel president-curator van Utrechtse universiteit.

Conservatieven
functie(s) in de periode 1840-1858: minister, directeur Kabinet van de Koning(in)

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Nevenfuncties
  5. Opleiding
  6. Activiteiten
  7. Wetenswaardigheden
  8. Publicaties van/over
  9. Familie/gezin
  10. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Anthony Gerhard Alexander (Anthon)

geboorteplaats en -datum
Utrecht, 5 oktober 1799

overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 1 april 1869

2.

Partij/stroming

stroming(en)
conservatief

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    advocaat te 's-Gravenhage, van 1824 tot 1825
  • - 
    commies afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, ministerie van Binnenlandse Zaken, van 1 oktober 1825 tot 1831
  • - 
    hoofd afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (rang: referendaris), ministerie van Binnenlandse Zaken, van 1831 tot 1838
  • - 
    griffier der Staatssecretarie, van april 1838 tot 1 januari 1841 (benoemd bij K.B. van 29 maart 1838)
  • - 
    secretaris raad van ministers voor de uitvoering van het tractaat met België en de in de Grondwet te maken wijzigingen, 1839
  • - 
    directeur Kabinet des Konings, van 1 januari 1841 tot 20 januari 1854
  • - 
    secretaris ministerraad, van januari 1841 tot 20 januari 1854
  • - 
    minister voor de Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke, van 20 januari 1854 tot 19 januari 1857
  • - 
    waarnemend minister van Binnenlandse Zaken, van 11 december 1856 tot 19 januari 1857 (in verband met ziekte van minister Simons)
  • - 
    minister van Binnenlandse Zaken, van 19 januari 1857 tot 18 maart 1858

ambtstitel
  • - 
    minister van staat, van 12 maart 1858 tot 1 april 1869

4.

Nevenfuncties

  • - 
    secretaris Staatscommissie ter regeling Hoger Onderwijs, 1828
  • - 
    lid en secretaris Commissie voor de beurzen-stichtingen ten behoeve van het onderwijs, vanaf maart 1832
  • - 
    secretaris Staatscommissie voor Hoger Onderwijs, vanaf 19 juni 1836
  • - 
    staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, van december 1846 tot 20 januari 1854
  • - 
    secretaris Grondwetscommissie, 1847
  • - 
    voorzitter commissie van beheer over nalatenschap koning Willem II, van 1849 tot 1 april 1869
  • - 
    lid en president College van Curatoren Hogeschool te Utrecht, van 2 januari 1859 tot 1 april 1869

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
honorair lid genootschap "Arti et Amicitiae" te Amsterdam

5.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    Latijnse school, tot 9 maart 1815
  • - 
    Frans (via huisonderwijs)

academische studie
  • - 
    Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Utrecht, van 5 januari 1815 tot 17 juni 1824

cursussen
  • - 
    Duits en Engels (na de Latijnse school)

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1857 de Wet op het Lager-Onderwijs (Schoolwet-Van Rappard) tot stand. Het lager onderwijs werd neutraal, maar moest wel (net als in de wet van 1806 stond) opvoeden tot christelijke en maatschappelijke deugden. Alleen openbare scholen (en de leermiddelen op die scholen) werden door de overheid gefinancierd. Er kwam een vakkenpakket voor het lager onderwijs: lezen, schrijven, rekenen, vormleer, Nederlandse taal, aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen. De wet regelde tevens het meer uitgebreid lager onderwijs (m.u.l.o.). De eisen aan het geven van onderwijs werden verscherpt.
  • - 
    Bracht in 1857 een groot aantal wetten tot vereniging van gemeenten (met name in Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht) tot stand
  • - 
    Bracht in 1857 wetten tot afschaffing van de invoerrechten op vreemde vis, inzake de zeevisserij en op de jacht en visserij tot stand

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Vertrouweling van koning Willem III
  • - 
    Speelde tussen 1848 en 1853 een belangrijke rol bij het aanzoeken van ministers

uit de privésfeer
  • - 
    Was bevriend met Thorbecke
  • - 
    Intermediair tussen kabinet-Thorbecke (waarvan hij 'ambtelijk' secretaris was) en (als directeur van het Kabinet des Konings) de koning
  • - 
    Een oudere broer had een betrekking bij het ministerie van Oorlog, en met deze woonde Anthony bijna onafgebroken samen
  • - 
    Zijn vader was Koninklijk Pruisisch richter over Zevenaar, Huissen en De Liemers

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    kandidatuur voor Tweede Kamer in Alkmaar en Utrecht (na zijn ministerschap)
  • - 
    Commissaris des Konings in Noord-Holland (geweigerd)

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    J. de Bosch Kemper, "Levensbericht van A.G.A. ridder van Rappard", in: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden (1870)
  • - 
    J. de Bosch kemper, "Anthonie Gerard Alexander ridder van Rappard, de ontwerper en verdediger van de schoolwet van 1857, uit zijn dagboek en nagelatene aanteekeningen geschetst" (1870)
  • - 
    B.J.L. de Geer, in Utr. Studenten Almanak 1870, 131
  • - 
    Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 1114
  • - 
    G.J. Hooykaas, "Brieven van A.G.A. van Rappard aan C.J. van Assen, in: BMHG 80 (1966), 195

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Negen jaar koning van Nederland. 'Held van Waterloo'. Vocht met de geallieerden mee tegen de legers van Napoleon. Als kroonprins leek hij zich in 1830 op te werpen als leider van de Belgische onafhankelijkheidsbeweging. Regeerde vanaf 1840 aanvankelijk als conservatief vorst, die elke grondwetswijziging tegenhield. Werd in 1848 in één dag (noodgedwongen) uiterst liberaal en steunde Thorbecke en Donker Curtius bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet. Overleed echter al kort na invoering daarvan. Was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Had goede banden met katholieken (verbleef veel in Tilburg). Gold als nogal wispelturig en gemakkelijk beïnvloedbaar.
     
  • 2. 
    Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma, die hem een opvolgster, Wilhelmina, schonk.
     
  • 3. 
    Directeur van de Koninklijke Academie in Delft. Aanhanger van de zg. Groot-protestantse partij, de conservatieve protestanten. Als vertegenwoordiger daarvan in het kabinet-Van der Brugghen opgenomen. Was als minister geen succes, omdat hij zich weinig aan de Kamer gelegen liet liggen. Trad na de verwerping van zijn begroting af, hoewel de koning hem had willen behouden. Kreeg daarna een plaats in de Raad van State, maar werd daaruit in 1862 weer verwijderd. Was later nog een tamelijk onopvallend conservatief Tweede Kamerlid voor Gorinchem.