Mr. E.F.M.J. (Edgar) baron Michiels van Verduynen

Foto Mr. E.F.M.J. (Edgar) baron Michiels van Verduynen
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Gedistingeerde en hoffelijke diplomaat uit een adellijke katholieke familie, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen tegelijkertijd gezant en minister was. Gefortuneerde zakenman, die het zich kon veroorloven diplomatieke functies af te wisselen met een bestaan als rentenier. Werd kort na na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gezant in Londen, na eerder de eerste gezant in de jonge republiek Tsjechoslowakije te zijn geweest. Kwam krachtdadig op voor de Nederlandse belangen. Trad in Londen als minister zonder portefeuille op als vervanger van Van Kleffens1. Stond bij zijn collega-ministers goed aangeschreven als echte gentleman met een weliswaar behoudend, maar ook bezadigd oordeel.

Liberaal, maar partijloos
functie(s) in de periode 1942-1945: minister

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Nevenfuncties
  5. Opleiding
  6. Wetenswaardigheden
  7. Publicaties van/over
  8. Familie/gezin
  9. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Edgar Frederik Marie Justin (Edgar)

geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 2 december 1885

overlijdensplaats en -datum
Londen, 13 mei 1952

2.

Partij/stroming

stroming(en)
liberaal, partijloos

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    werkzaam bij Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij te Batavia (Ned.-Indië), tot 1915
  • - 
    souschef directie Economische Zaken (rang commies, 1 april 1919 referendaris), ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1915 tot februari 1920
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Praag, van 18 februari 1920 tot 1 december 1923 (terugroeping op verzoek 13 september 1923)
  • - 
    ambteloos, van 1923 tot 1927
  • - 
    hoofd afdeling diplomatieke zaken, ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1 mei 1927 tot 1 augustus 1929
  • - 
    ambteloos, van 1 augustus 1929 tot september 1939
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Londen, van 16 september 1939 tot 27 mei 1942
  • - 
    minister zonder portefeuille, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, van 1 januari 1942 tot 25 juni 1945 (kon de minister van Buitenlandse Zaken vervangen als deze in het buitenland verbleef)
  • - 
    buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur te Londen, van 28 mei 1942 tot 13 mei 1952

4.

Nevenfuncties

  • - 
    kamerjonker van koningin Wilhelmina, vanaf 6 juli 1909
  • - 
    lid commissie belast met onderzoek naar de bekwaamheid en de geschiktheid voor de diplomatieke dienst, vanaf 9 november 1936 (nog in 1938)
  • - 
    lid bestuur voetbalvereniging HVV (Haagsche Voetbal Vereeniging)
  • - 
    lid Raad van Commissarissen N.V. Gemeenschappelijke Mijnbouwmaatschappijen "Billiton", tot september 1939
  • - 
    lid Pacific War Council te Londen, vanaf januari 1942

5.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    gymnasium

academische studie
  • - 
    rechtsgeleerdheid (gepromoveerd op stellingen), Rijksuniversiteit Leiden, van 21 september 1906 tot 8 mei 1912

6.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Werd in oktober 1946 genoemd als mogelijke opvolger van Van Mook als hoogste gezagdrager in Nederlands-Indië, maar weigerde een benoeming

uit de privésfeer
  • - 
    Zijn echtgenote was eerder (in 1902) gehuwd met E.L.L. baron van Tuyll van Serooskerken. Het huwelijk was op 7 november 1916 ontbonden. Omdat zijn echtgenote was gescheiden, kon zij volgens de geldende hofetiquette niet door de Koningin worden ontvangen.
  • - 
    Zijn broer, F.E.M.H. baron Michiels van Verduynen, was gezant in Buenos Aires (1924-1927) en Wenen (1928-1932)
  • - 
    Zijn grootvader, A.N.J.M. baron van Brienen van de Groote Lindt, was lid van de Raad van Voogdij over koningin Wilhelmina. Hij was een kleinzoon van A.W. baron van Brienen van de Groote Lindt, Eerste Kamerlid.

7.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    A.E. Kersten, "Michiels van Verduijnen, Edgar Frederik Marie Justin baron (1885-1952)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 386
  • - 
    L. de Jong "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IX (eerste helft), 342

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

8.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

9.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Juridisch geschoolde diplomaat en topambtenaar, die in 1939 minister van Buitenlandse Zaken werd in het tweede kabinet-De Geer. Was veel opener dan zijn voorgangers; ook over de dreigende Duitse inval. Vloog in mei 1940 direct na de Duitse aanval naar Londen om steun te vragen bij de Engelsen. Speelde in de Londense kabinetten een voorname rol, ook al omdat hij het vertrouwen behield van koningin Wilhelmina. Kon daardoor vaak bemiddelend optreden in conflicten tussen de koningin en premier Gerbrandy. Bleef na de oorlog nog enkele jaren minister. Tijdens zijn ministerschap werd de aanzet gegeven tot samenwerking in Benelux-verband. Nadien bekleedde hij diverse internationale functies. Werd door sommigen als een hartelijke persoon beschouwd, door anderen juist als afstandelijk en koel.