Mr. J.L.H.A. (Louis) baron Gericke van Herwijnen

Foto Mr. J.L.H.A. (Louis) baron Gericke van Herwijnen
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Hoffelijke en nauwgezette katholieke bewindsman en diplomaat. Geboren in Dillenburg en zoon van de Gouverneur van Limburg. Was in Leiden leerling van Thorbecke1, die hem later diverse malen aanzocht als minister. Werd dit pas in 1871 in Thorbecke's laatste kabinet2. Begon zijn loopbaan als ambtenaar en was daarna diplomaat in Parijs en Brussel. Keerde na zijn ministerschap terug naar Brussel en bleef daar tot zijn tachtigste de Nederlandse gezant. Stond in Brussel in hoog aanzien en had goede contacten met het Belgische hof.

Liberalen
functie(s) in de periode 1871-1874: minister

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Nevenfuncties
  5. Opleiding
  6. Activiteiten
  7. Wetenswaardigheden
  8. Publicaties van/over
  9. Familie/gezin
  10. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Joseph Louis Heinrich Alfred (Louis)

geboorteplaats en -datum
Dillenburg (Nassau, Dld.), 18 februari 1814

overlijdensplaats en -datum
Brussel (België), 26 mei 1899

2.

Partij/stroming

stroming(en)
liberaal

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    adjunct-commies eerste klasse, Bureau van algemeen bestuur van Limburg te 's-Gravenhage, vanaf 14 april 1835 (benoemd door vader; salaris f 500,- per jaar)
  • - 
    surnumerair geëmployeerde buiten bezwaar van den lande, ministerie van Buitenlandse Zaken, van 22 september 1835 tot augustus 1836
  • - 
    adjunct-commies, ministerie van Buitenlandse Zaken, van 2 augustus 1836 tot 1 december 1839
  • - 
    legatiesecretaris te Parijs, van 1 december 1839 tot 1 april 1843
  • - 
    waarnemend raad van legatie te Parijs, 1843
  • - 
    raad van legatie te Parijs, van 1 april 1843 tot 1 januari 1851
  • - 
    gezant en gevolmachtigd minister te Brussel, van 1 januari 1851 tot september 1870
  • - 
    waarnemend gezant te Londen, van september 1870 tot januari 1871
  • - 
    minister van Buitenlandse Zaken, van 18 januari 1871 tot 27 augustus 1874
  • - 
    ambteloos, van augustus 1874 tot april 1875 (pensioen f 4000 per jaar)
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Brussel, van april 1875 tot april 1895 (benoemd bij K.B. van 17 januari)

ambtstitel
  • - 
    minister van staat, van 19 april 1895 tot 26 mei 1899

4.

Nevenfuncties

voorzitter commissie belast met het afnemen der diplomatieke examens, van 9 augustus 1866 tot 1897

afgeleide functies, presidia etc.
tijdelijk voorzitter van de ministerraad, omstreeks november 1873

5.

Opleiding

primair onderwijs
  • - 
    lagere school te Brussel

voortgezet onderwijs
  • - 
    Latijnse School, Lange Raamstraat te 's-Gravenhage

academische studie
  • - 
    Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie), Hogeschool te Leiden, van 9 maart 1831 tot 20 juni 1834

cursussen
  • - 
    opleiding te Luik (staatsbetrekking vader)

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1871 samen met minister Jolles de Consulaire Wet (Stb. 91) tot stand. Deze regelt de bevoegdheden van consulaire ambtenaren op het gebied van het opmaken van akten (bijvoorbeeld voor de burgerlijke stand) en het uitoefenen van rechtsmacht.
  • - 
    Bracht in 1872 de wet tot goedkeuring van het verdrag met Groot-Brittannië tot stand over Sumatra. Dit verdrag uit 1871 regelde de afstand van de Kust van Guinea (later Goudkust, Ghana) aan Groot-Brittannië en tevens het verkrijgen van de vrije hand om Sumatra verder aan het Nederlandse gezag te onderwerpen. Dit leidde korte tijd later tot de langdurige Atjeh-oorlog.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Stond onder de gezanten te Brussel goed aangeschreven als diplomaat door zijn kennis, levenservaring en onverminderde ijver
  • - 
    Was succesvol in de onderhandelingen met België over de afkoop van de Scheldetol. Grote zorgzaamheid was daarbij geboden vanwege de Frans-Duitse oorlog.

uit de privésfeer
  • - 
    Tot Nederlander genaturaliseerd op 20 december 1815
  • - 
    Zijn vader werd op eigen verzoek bij K.B. nr. 62 van 7 februari 1833 verheven in de Nederlandse adelstand
  • - 
    Was in Leiden een leerling van Thorbecke

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    minister van Buitenlandse Zaken, 1849 (werd nadien ook diverse keren als kandidaat genoemd)
  • - 
    minister van Buitenlandse Zaken, april 1888

predicaten/adellijke titels
  • - 
    jonkheer, van 18 februari 1814 tot 12 mei 1874
  • - 
    baron, vanaf 12 mei 1874

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 928
  • - 
    M.W. Jurriaanse, "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken 1813-1900"

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
     
  • 2. 
    Net als het voorgaande kabinet was dit een liberaal kabinet, met de 73-jarige Thorbecke als leider. Herziening van de defensie-organisatie stond hoog in het vaandel. Het kabinet was, zo heette het, aangetreden "Met het geweer op de schouder". Van realisering van de plannen tot legerhervorming kwam echter niets terecht. Gedurende de 19 maanden die het kabinet aan het bewind was, waren er liefst drie ministers van Oorlog.