Jhr.Mr. F. Beelaerts van Blokland

Foto Jhr.Mr. F. Beelaerts van Blokland
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Hoffelijke, bescheiden diplomaat en minister; raadsman van de koningin. Was aanvankelijk gezant in China en later ambtenaar. Werd in 1923 als buitenstaander onverwacht formateur, overigens zonder succes. Minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-De Geer I1 en het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck III2. Vergezelde als vicepresident van de Raad van State de koningin naar Londen en was daar haar belangrijkste adviseur. Had een matigende invloed en durfde haar als één van de weinigen op haar constitutionele positie te wijzen. Had tamelijk feodale opvattingen over de omgang met medewerkers en wenste door ambtenaren van de Raad van State aangesproken te worden als 'president'. Kon geen afscheid nemen van het vicepresidentschap, ook niet nadat vanuit het kabinet was aangedrongen op zijn vertrek. Overleed zodoende op 84-jarige leeftijd 'in het harnas'.

CHU
functie(s) in de periode 1927-1956: minister, vicepresident Raad van State

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Nevenfuncties
  5. Opleiding
  6. Activiteiten
  7. Wetenswaardigheden
  8. Publicaties van/over
  9. Familie/gezin
  10. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Frans

geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 21 januari 1872

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 27 maart 1956

2.

Partij/stroming

partij(en)
CHU (Christelijk-Historische Unie)

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    advocaat te 's-Gravenhage, vanaf 1895
  • - 
    klerk ter griffie, Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, van 1895 tot 1 augustus 1897
  • - 
    ambtenaar hoofdkantoor Posterijen en Telegrafie te 's-Gravenhage, van 1 augustus 1897 tot 1 januari 1904
  • - 
    secretaris Derde Haagse Conferentie voor Internationaal Recht, van 1899 tot 1900
  • - 
    secretaris regeringscommissie van advies voor spoorweg- en havenaangelegenheden, vanaf 1900
  • - 
    secretaris Staatscommissie voor de verdeling van de Britse schadevergoeding voor maatregelen in Zuid-Afrika (Staatscommissie-Rahusen), van februari 1902 tot 1 januari 1904
  • - 
    commies-griffier Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 januari 1904 tot 1 april 1909
  • - 
    buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister (ambtstitel: minister-resident) te Peking, van 19 maart 1909 tot december 1918 (na conflict met Franse en Britse collegae teruggeroepen)
  • - 
    chef afdeling diplomatieke zaken, ministerie van Buitenlandse Zaken, van juli 1919 tot 1 april 1927 (trad in 1919-1921 tijdens verlofperioden van R.J.H. Patijn op als waarnemend waarnemend secretaris-generaal)
  • - 
    minister van Buitenlandse Zaken, van 1 april 1927 tot 20 april 1933
  • - 
    vicepresident Raad van State, van 20 april 1933 tot 27 maart 1956 (benoemd bij K.B. van 30 maart, geïnstalleerd 25 april 1933)
  • - 
    voorzitter Buitengewone Raad tot Advies te Londen, van 8 juni 1942 tot september 1944

ambtstitel
  • - 
    minister van staat, van 22 december 1936 tot 27 maart 1956

(in)formateurschap(pen)
  • - 
    kabinetsformateur, van 24 november 1923 tot 5 december 1923 (poging mislukt)

4.

Nevenfuncties

  • - 
    lid hoofdbestuur Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging
  • - 
    correspondent voor Nederland van "Le Journal de Genève", van 1902 tot 1909
  • - 
    lid/secretaris examencommissies vak der Posterijen en Telegrafie, van 1898 tot 1903
  • - 
    gedelegeerde naar de Vlootconferentie te Washington, van november 1921 tot februari 1922
  • - 
    kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina en koningin Juliana, van 1 januari 1927 tot 27 maart 1956
  • - 
    vertegenwoordiger van Nederland in de Volkenbondsraad, van 1927 tot 1928
  • - 
    leider Nederlandse regeringsdelegatie Ontwapeningsconferentie te Genève, van 1931 tot april 1933
  • - 
    voorzitter Nationale Raad voor Nederland en Nederlands-Indië van het Institute of Pacific Relations, vanaf 1933
  • - 
    lid Hoge Raad van Adel, van 4 oktober 1935 tot 1 januari 1947
  • - 
    lid en voorzitter van diverse internationale verzoeningscommissies
  • - 
    bijzondere zending naar de Unie van Zuid-Afrika in verband met het Eeuwfeest "Grote Trek", 1935
  • - 
    lid comité van controle van de Volkenbond, van 1944 tot 1946
  • - 
    voorzitter 'verklaringscommissie' Tijdelijke Staten-Generaal, september 1945 (toelating van leden tot het Nood-parlement)
  • - 
    voorzitter benoemingscommissie Voorlopige Staten-Generaal, van 30 oktober 1945 tot mei 1946
  • - 
    voorzitter Nederlandse delegatie naar laatste Volkenbondsvergadering, 1946
  • - 
    lid Pensioenraad Nederlandse Hervormde Kerk, omstreeks 1946
  • - 
    lid Raad van Commissarissen Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V., omstreeks 1946
  • - 
    voorzitter Hoge Raad van Adel, van 1 januari 1947 tot 27 maart 1956
  • - 
    voorzitter Comité voor Benelux-samenwerking, tot 27 maart 1956
  • - 
    voorzitter Koninklijke Nederlandse Vereniging "Ons Leger", vanaf 1955
  • - 
    voorzitter Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde
  • - 
    voorzitter Raad van Bestuur Concertgebouw

5.

Opleiding

primair onderwijs
  • - 
    onderwijs privéschool "Van Bouscholte" te 's-Gravenhage

voortgezet onderwijs
  • - 
    Openbaar "Gymnasium Haganum" te 's-Gravenhage

academische studie
  • - 
    rechtsgeleerdheid (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Leiden, van 22 september 1890 tot 18 december 1895

cursussen
  • - 
    tekenonderwijs

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • - 
    Streefde als minister naar verbetering van de betrekkingen met België en naar samenwerking met de Oslo-staten (Scandinavische landen, België en Luxemburg)
  • - 
    Tijdens zijn ministerschap sloot Nederland zich (in 1929) aan bij het Briand-Kellogg-pact over uitbanning van oorlog ter oplossing van internationale geschillen; de in 1932 gehouden algemene ontwapeningsconferentie te Genève werd echter een mislukking.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1930 een wet tot stand inzake Goedkeuring van het Protocol nopens de chemische en bacteriologische oorlog van 17 juni 1925
  • - 
    Bracht in 1931 de wet tot goedkeuring van de handelsovereenkomst van Genève (Ouchy) tot stand. De overeenkomst had slechts een beperkte invloed op verbetering van het internationale handelsverkeer en markeerde eerder het failliet van het vrije handelsverkeer.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Behartigde tijdens de Eerste Wereldoorlog tevens de Duitse en Oostenrijkse belangen in Peking. De Chinese regering verklaarde hem op aandrang van Britse en Franse gezanten tot persona non grata
  • - 
    Volgens zijn vriend en opvolger De Graeff had hij als minister veel dingen laten versloffen
  • - 
    Was vanaf 1933 de voornaamste raadgever van de koningin. Vervulde soms geheime opdrachten voor haar.
  • - 
    Werd in 1936 benoemd tot minister van staat vanwege de bemiddelingsrol die hij had gespeeld bij het tot stand brengen van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard
  • - 
    Week op 13 mei 1940 met de koningin uit naar Engeland

uit de privésfeer
  • - 
    Was eind jaren dertig sympatisant van de Oxford-beweging (morele herbewapening)

anekdotes en citaten
  • - 
    Werd de laatste jaren bij de Raad van State regelmatig slapend aangetroffen op zijn kamer en ook wel tijdens vergaderingen van de Volle Raad

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    gezant te Brussel, 1927 (niet doorgegaan in verband met benoeming tot minister)
  • - 
    lid Tweede Kamer, augustus 1929 (i.v.m. herbenoeming tot minister)
  • - 
    lid Tweede Kamer, april 1933 (i.v.m. benoeming tot vicepresident Raad van State)

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    J. Woltring, "Beelaerts van Blokland, jhr. Frans (1872-1956)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 32
  • - 
    R.E. van Ditzhuyzen, "Jhr.Mr. Frans Beelaerts van Blokland, vice-president Raad van State 1933-1956", in: "450 jaar Raad van State" (1983)
  • - 
    G. Beelaerts van Blokland, "Enkele verhalen van en over mijn vader: Enkele aanvullingen op Raad van State 450 jaar", z.p., 1993, pp. 293-308
  • - 
    T. van Zeeland, "Onder Wilhelmina's vleugels", in: "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken in de twintigste eeuw" (1999)
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Dit kabinet kan worden getypeerd als een extraparlementair intermezzokabinet. Het werd gevormd na de snelle val van het kabinet-Colijn I. Er was geen directe band met partijen en er maakten zowel personen van links als rechts deel van uit. De ministers waren met uitzondering van kabinetsleider De Geer hoofdzakelijk afkomstig uit de bestuurlijk-ambtelijke wereld.
     
  • 2. 
    Dit kabinet bestond uit ministers van de RKSP, ARP en CHU met Ruijs de Beerenbrouck net als tussen 1918 en 1925 als kabinetsleider, maar het was geen parlementair coalitiekabinet. De partijen konden het niet eens worden over binding aan een programma. Besloten werd een extraparlementair kabinet te vormen, zonder directe band met de Kamerfracties.