Dr. R.F.M. (Ruud) Lubbers
Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl1. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel2. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl3 werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
KVP, CDA
functie(s) in de periode 1973-1994: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, minister-president, politiek leider
Inhoudsopgave
Rudolphus Franciscus Marie (Ruud)
wijziging in naam en/of titulatuur
-
-Drs. R.F.M. Lubbers, van 5 april 1962 tot 6 september 2004
-
-Dr. R.F.M. Lubbers, vanaf 6 september 2004
geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 7 mei 1939
overlijdensplaats en -datum
Rotterdam, 14 februari 2018 partij(en)
-
-KVP (Katholieke Volkspartij), van 1964 tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
-
-directiesecretaris Lubbers' constructiewerkplaats en machinefabriek "Hollandia b.v." te Krimpen aan de IJssel, van 1963 tot 1965
-
-lid directie Lubbers' constructiewerkplaats en machinefabriek "Hollandia b.v." te Krimpen aan de IJssel, van 1965 tot 11 mei 1973
-
-lid Rijnmondraad, van 22 september 1970 tot 11 mei 1973
-
-minister van Economische Zaken, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1977 tot 8 september 1977
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 december 1977 tot 4 november 1982
-
-waarnemend fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 november 1978 tot 13 december 1978
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 13 december 1978 tot 27 mei 1981 (werd op 7 december 1978 gekozen)
-
-waarnemend fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 2 september 1981 tot 11 september 1981
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 11 september 1981 tot 4 november 1982
-
-minister-president en minister van Algemene Zaken, van 4 november 1982 tot 22 augustus 1994
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 mei 1986 tot 14 juli 1986
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juni 1986 tot 14 juli 1986
-
-fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 september 1989 tot 7 november 1989
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 september 1989 tot 7 november 1989
-
-tijdelijk belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen en Aruba betreffend en met zorg voor de aan de Nederlandse Antillen en Aruba te verlenen hulp en bijstand, van 7 november 1989 tot 14 november 1989 (benoemd voor het tijdvak dat nog geen andere minister benoemd was)
-
-minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, van 27 mei 1994 tot 22 augustus 1994 (na het aftreden van minister Hirsch Ballin)
-
-ambteloos, van augustus 1994 tot mei 1995 (vervulde diverse spreekbeurten en deeltijdfuncties)
-
-deeltijd-hoogleraar globalisering van de economie, Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg, van mei 1995 tot 1 januari 2001 (twee dagen per week)
-
-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, van 1 januari 2001 tot 24 februari 2005 (kondigde 20 februari 2005 zijn aftreden aan)
-
-ambteloos, van februari 2005 tot 14 februari 2018
ambtstitel
-
-minister van staat, van 31 januari 1995 tot 14 februari 2018
(in)formateurschap(pen)
-
-informateur, van 30 mei 1981 tot 3 augustus 1981 (samen met drs. J. de Koning en vanaf 7 juli ook met drs. E. van Thijn)
-
-kabinetsformateur, van 30 oktober 1982 tot 4 november 1982
-
-kabinetsformateur, van 11 juli 1986 tot 14 juli 1986
-
-informateur, van 13 september 1989 tot 27 oktober 1989
-
-kabinetsformateur, van 27 oktober 1989 tot 7 november 1989
-
-informateur, van 1 juli 2006 tot 5 juli 2006
-
-informateur, van 21 juli 2010 tot 3 augustus 2010
-
-vicefractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 december 1977 tot 6 november 1978
-
-lid redactie "AR-staatkunde in christen-democratisch perspectief", van januari 1978 tot december 1980
-
-vicefractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 26 mei 1981 tot 11 september 1981
-
-politiek leider CDA, van 6 november 1982 tot 29 januari 1994
-
-lid Strategisch Beraad CDA, 1995
-
-voorzitter WI (Wetenschappelijk Instituut voor het CDA), van september 1995 tot 5 juni 1999
-
-adviserend lid dagelijks bestuur CDA, van september 1995 tot 5 juni 1999
lijsttrekkerschappen
-
-lijsttrekker CDA Tweede Kamerverkiezingen 1986, van 1 februari 1986 tot 21 mei 1986
-
-lijsttrekker CDA Tweede Kamerverkiezingen 1989, van 15 juli 1989 tot 6 september 1989
-
-lid Raad van Commissarissen "Hollandia Industriële Maatschappij" (voorheen Hollandia-Kloos), vanaf juni 1995
-
-lid Raad van Commissarissen "Content Beheer" B.V. (uitzendbureau)
-
-lid Raad van Commissarissen Air Products ande Chemicals Inc.
-
-visiting professor Kennedy School for Government, Harvard University te Cambridge (MA, VS), van 1995 tot 1 januari 2001
-
-lid Club van Rome, vanaf februari 1996
-
-lid Raad van Toezicht Stichting voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO, van maart 1996 tot 1 januari 2001
-
-voorzitter AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), van juli 1997 tot 1 januari 2001
-
-internationaal voorzitter WNF (Wereld Natuur Fonds), van november 1999 tot 1 januari 2001
-
-vicevoorzitter IWCO (Independent World Commission on the Oceans)
-
-lid bestuur Instituut voor Oost-West Studies
-
-lid Raad van Commissarissen "HIM Furness" N.V.
-
-voorzitter Raad van Advies "Nexus", Tilburg
-
-voorzitter Exodus Nederland Preventiefonds, Amsterdam
-
-voorzitter Maatschappelijke Raad van Advies "Tinbergen Instituut"
-
-lid Raad van Bestuur Beheersmaatschappij "Breesaap" B.V., vanaf maart 2005
-
-voorzitter Raad van Toezicht ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland), van 1 juni 2005 tot 2012
-
-voorzitter curatorium VNO-NCW, vanaf januari 2006
-
-voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten, UAF, van 1 juli 2006 tot 2014
-
-voorzitter IAB (International Advisory Board) Rotterdam, van juli 2006 tot 1 juni 2009
-
-voorzitter bestuur Stichting "Universiteit van Tilburg", van oktober 2006 tot 1 juni 2014
-
-lid Earth Council en Earth Charter
-
-kwartiermaker "Rotterdam Klimaat Initiatief", vanaf 2008
-
-co-chair (eerder chair) "Worldconnectors"
-
-lid Raad van Commissarissen "Mercon" (energiewinning, infrastructuur)
afgeleide functies, presidia etc.
-
-voorzitter bijzonder commissie voor de Spreiding van Rijksdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 5 april 1978 tot 8 februari 1979
-
-ondervoorzitter bijzondere commissie voor het Rapport onderzoek aanvoer vloeibaar aardgas (LNG) in Nederland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 14 september 1978 tot maart 1979
-
-voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 30 september 1981 tot 30 september 1982
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter dagelijks bestuur Earth Charter International, vanaf februari 2011
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
primair onderwijs-
-R.K. "Sint Bavoschool" te Rotterdam-Kralingen, van 1945 tot 1950
voortgezet onderwijs
-
-gymnasium-b, R.K. "Sint Canisius College" te Nijmegen, van 1950 tot 1957 (internaat van de paters Jezuïeten)
academische studie
-
-economie, Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, van september 1957 tot 5 april 1962 (cum laude)
eredoctoraten
-
-eredoctoraat voor algemene politieke en economische verdiensten, Universiteit Pras-os-montes te Vila Real (Por.), 1993
-
-rechtswetenschappen, Georgetown Universiteit te Washington (VS), 1993
-
-politieke wetenschappen, Hanguk Universiteit te Seoul (Zuid-Korea), 1993
-
-eredoctoraat Grand Valley State University (Michigan, VS), 1994
-
-eredoctoraat Radboud Universiteit Nijmegen, 6 september 2004
-
-Voerde in 1978 samen met fractievoorzitter Aantjes namens zijn fractie het woord bij het debat over de Nota Bestek'81 en de algemene financiële beschouwingen
-
-Voerde in 1978 en 1979 het woord bij de debatten over de zaak-Aantjes
-
-Had in de periode 1978-1981 als fractievoorzitter met een groep van circa tien fractieleden te maken die kritisch stond tegenover delen van het kabinetsbeleid. Onder hen bevonden zich zeven leden die tegen het ontwerp-regeerakkoord hadden gestemd, maar het kabinet 'gedoogden' (de 'loyalisten'), en voorts onder anderen Sytze Faber en Marten Beinema en de later toegetreden Fred Borgman, Henk Couprie en Jan Buikema. De kritische opstelling betrof onder meer het sociaal-economisch beleid (met name het inkomensbeleid), de instelling van een olieboycot jegens Zuid-Afrika en de kernbewapening. Hoewel op sommige momenten fractieleden vóór moties van de oppositie stemden, bewerkstelligde hij dat het kabinet-Van Agt/Wiegel de gehele kabinetsperiode kon uitzitten.
-
-Leidde in 1979 een parlementaire delegatie naar de Sovjet-Unie, waar met name de kwestie van de kernbewapening (SS20-dreiging/plaatsing kruisraketten) aan de orde kwam
als minister-president (10/21)
-
-In deze kabinetsperiode werd getracht de groei van het aantal WAO'ers om te buigen door ingrepen in de arbeidsongeschiktheidsregelingen en door invoering van een bonus/malus-stelsel. Belangrijke wetgevende projecten waren de invoering van de basisvorming (1992), de herziening van het politiebestel (1993), de Wet voorzieningen gehandicapten en de regeling van euthanasie (meldingsplicht artsen).
-
-Lanceerde op de Europese Top in juni 1990 in Dublin een plan voor nauwe samenwerking op energiegebied tussen de EG-landen en landen in Oost-Europa. De EG moest daardoor minder afhankelijk worden van de Arabische oliestaten.
-
-In 1990 besloot zijn derde kabinet tot Nederlandse deelname aan de internationale operatie om de Iraakse bezetting van Koeweit ongedaan te maken
-
-Ontving op 23 oktober 1990 de Zuid-Afrikaanse president De Klerk, waarmee herstel van de relatie met Zuid-Afrika werd ingezet nadat dit land stappen had gezet om het apartheidssysteem af te schaffen
-
-Ondertekende op 21 november 1990 samen met staats- en regeringsleiders uit 32 Europese landen en de Verenigde Staten en Canada het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa. De deelnemende landen verplichten zich tot bevordering van democratie, vrijheid, veiligheid en samenwerking in Europa. Hiermee wordt een veel verdergaand vervolg gegeven op de Helsinki-akkoorden van 1975.
-
-Legde op 17 januari 1991 in de Tweede Kamer een verklaring af over de Golfcrisis en de militaire operatie in Irak en op 29 februari 1991 over het staakt-het-vuren in Irak
-
-In februari 1991 bereikte het kabinet overeenstemming over een pakket van maatregelen in het kader van de Tussenbalans, waarbij voor f 12,8 miljard werd bezuinigd en f 4,9 miljard aan fiscale maatregelen werd besloten. Het pakket was nodig vanwege een oplopend financieringstekort.
-
-Leidde in 1991 de besprekingen over de Europese Politieke Unie (Europese top in Maastricht, december 1991). Deze besprekingen leidden op 7 februari 1992 tot het Verdrag van Maastricht, dat op 1 november 1993 in werking treedt. Door dat verdrag komt er een Europese Unie tot stand met een monetaire unie. Buitenlands beleid en interne veiligheid worden nieuwe gemeenschappelijke Europese beleidsterreinen. De wetgevende rol van het Europees Parlement wordt versterkt door een medebeslissingsbevoegdheid op het terrein van het vrije verkeer van werknemers, vrijheid van vestiging, onderwijs, onderzoek, volksgezondheid en consumentenbescherming.
-
-Speelde in 1992 samen met de Noorse premier Gro Harlem Brundtland en de Franse voormalige eerste minister Michel Rocard een belangrijke rol bij het opstellen van de Verklaring van Den Haag over duurzame ontwikkeling. Woonde in datzelfde jaar samen met minister Alders de Milieutop in Rio de Janeiro bij, die de aanzet gaf tot een Wereldklimaatverdrag.
-
-Had een intensieve en coördinerende rol bij het beleid voor opvang van de grote stroom asielzoekers en vluchtelingen in de jaren 1993 en 1994. Bracht hierover in 1994 een brief uit en verdedigde de beleidsaanpak in de Tweede Kamer. Het kabinet besloot onder meer tot controles na het passeren van de grens. (19.637, nr. 99)
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Voerde eind 1973 een tijdelijke distributie van benzine in, vanwege de olieboycot door Arabische landen. Bracht de beleidsnota beperking gevolgen olieschaarste uit. (12.739)
-
-Was in 1973 met minister Boersma in de Tweede Kamer de voornaamste verdediger van het wetsvoorstel Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid, die het kabinet bevoegdheden gaf om de loon- en prijsontwikkeling en de energievoorziening in de hand te houden. (12.723)
-
-Bracht in 1974 de Energienota uit. Hierin staan voorstellen om de groei in het verbruik van energie te vertragen en over het zekerstellen van de energievoorziening. Het onderzoekscentrum Petten gaat zich behalve met nucleair onderzoek ook bezighouden met onderzoek naar besparingen en alternatieve energie. De Nederlandse energiehuishouding moet flexibeler worden en het tempo waarin de aardgasvoorwaarden worden verbruikt, moet omlaag. (13.122)
-
-Verdedigde in 1974 samen met minister Vorrink in de Tweede Kamer de in 1972 uitgebrachte nota inzake het kernenergiebeleid (11.761)
-
-Bracht in 1975 samen met onder anderen minister Boersma de Interimnota Inkomensbeleid uit. Hierin staan voorstellen voor herstructurering van het bedrijfstakken en voor stimulering van het regionale beleid. Knelpunten bij overheids- en particuliere investeringen zullen worden weggenomen. Aardgasbaten gebruiken voor investeringen en onderzoek in de energiesector. Er wordt slechts een beperkte rol voor kernenergie voorzien. De instelling van een Algemene Energie Raad wordt aangekondigd. (13.399)
-
-Bracht in 1976 de Economische Structuurnota (Nota inzake de selectieve groei) uit. Deze nota gaat in op de vraag wat de gewenste omvang en richting van investeringen is. Verder wordt aandacht besteed aan de versterking en 'vermaatschappelijking' van de economische structuur. Er wordt een Wet investeringsrekening aangekondigd als nieuw instrument om investeringen te stimuleren en sturen. (13.955)
-
-Bracht in 1976 de Perspectievennota Zuid-Limburg uit over de herstructurering van dat gebied na het proces van de mijnsluitingen. Het betreft met name ontwikkelingen op sociaal-economisch, sociaal-cultureel, ruimtelijk en bestuurlijk/financieel terrein. (13.969)
-
-Bracht in 1976 samen met minister Van der Stoel een beleidsbrief uit over het Ultracentrifuge-project. Deelname van Nederland aan uitbreiding van het gezamenlijke project van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk tot 2000 ton jaarcapaciteit wordt verantwoord geacht. Wel zal met de partners worden overlegd over commercieel-economische en organisatorische uitgangspunten en over waarborgen omtrent de levering van nucleair materiaal. Het besluit loopt niet vooruit op een beslissing over eventuele nieuwe kerncentrales. (14.261, nr. 2)
-
-Bracht in 1977 samen met minister Boersma de Nota regionaal sociaal-economisch beleid 1977 t/m/ 1980 uit. In de nota wordt onder meer voortzetting van het stimuleringsbeleid voor het Noorden des Lands, het Oosten, de IJsselmeerpolders, Zuiden en Zeeland uiteengezet. (14.372)
-
-Diende in 1976 samen met minister Duisenberg en staatssecretaris Van Rooijen het wetsvoorstel Wet Investeringsrekening in. Dit (gewijzigde) voorstel werd in 1978 wet. (14.377)
als bewindspersoon (wetgeving) (10/12)
-
-Bracht in 1974 samen met minister Van Agt en staatssecretaris Polak de Wet aardgasprijzen (Stb. 765) tot stand, die de regering de mogelijkheid geeft om in te grijpen in de prijzen voor aardgas. Dit kan als de exportprijzen en binnenlandse verkoopprijzen achterblijven bij de marktwaarde van het gas. De minister van EZ kan eventueel contracten doorbreken. (13.146)
-
-Bracht in 1975 een wijziging (Stb. 290) van de Wet selectieve investeringsregeling tot stand, warrdoor de werking van die wet werd beperkt tot het Rijnmondgebied en er binnen dat gebied voorlopig zou worden gewerkt met een laag tarief voor de heffingen op gebouwen. (13.158)
-
-Bracht in 1976 de Wet voorraadvorming aardolieprodukten (Stb. 569) tot stand. Deze wet legt vast dat Nederland moet beschikken over een voldoende aardolievoorraad, om daarmee onverwachte onderbreking in de aanvoer op te vangen. Met de wet wordt uitvoering gegeven aan een EG-richtlijn. Het voorstel was in 1971 ingediend door minister Nelissen. (11.327)
-
-Bracht in 1976 de Wet intrekking van de Wet financiering ontwikkeling snelle kweekreactor (Stb. 690) in. Hiermee eindigt de Nederlandse bijdrage aan het Kalkarproject. (14.128)
-
-Bracht in 1977 de Wet beperking cadeaustelsel 1976 (Stb. 659) tot stand. Deze wet verbiedt het door bedrijven als geschenk aanbieden van branchevreemde goederen. Hierdoor moet oneerlijke concurrentie worden tegengegaan. Het wetsvoorstel was in 1975 ingediend en in 1977 met succes in de Tweede Kamer verdedigd door staatssecretaris Hazekamp. (13.358)
-
-Bracht in 1985 als minister van Algemene Zaken samen met minister Rietkerk de Wet lidmaatschap Koninklijk Huis (Stb. 578) tot stand, die (in de toekomst) het lidmaatschap van het Koninklijk Huis wat de kinderen betreft, beperkt tot de kring van potentiële troonopvolgers. (18.351)
-
-Bracht in 1987 samen met minister Van Dijk de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Stb. 635) tot stand, waardoor voor al deze diensten één wettelijk kader werd geschapen. Verdedige het wetsvoorstel in 1985 in de Tweede Kamer samen met de ministers Rietkerk, De Ruiter en Korthals Altes. (17.363)
-
-Bracht in 1991 samen met minister Dales een nieuwe Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 703) tot stand. Deze bevat hoofdzakelijk technisch-procedurele wijzigingen ten opzichte van de wet uit 1978 en brengt ook elektronische data onder de wet. (19.859)
-
-Bracht in 1992 samen met de ministers Van den Broek en Kok en staatssecretaris Dankert de Wet Goedkeuring van het op 2 februari 1992 in Maastricht tot stand gekomen verdrag inzake de Europese Unie tot stand. Dit Europese verdrag vormde de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Voortaan behoren ook andere terreinen dan economische aangelegenheden en kernenergie tot het gemeenschappelijke Europese beleid. De bestaande EG-Verdragen werden uitgebreid met bepalingen over buitenlands en veiligheidsbeleid, sociaal beleid en onderdelen van de beleidsterreinen van justitie en binnenlandse zaken. Het Verdrag legde verder de basis voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en van de invoering van een gemeenschappelijke munt (de euro). (22.647)
-
-Bracht in 1993 een wet tot stand waarbij de Inlichtingendienst Buitenland per 1 januari 1994 werd opgeheven. Een deel van de (offensieve) activiteiten wordt beëindigd en een ander deel (met name de contacten met inlichtingendiensten in andere landen) wordt overgenomen door MID en BVD. (23.045)
als (in)formateur
-
-Kreeg op 30 mei 1981 samen met J. de Koning het verzoek de mogelijkheden te onderzoeken van de vorming van een kabinet, dat mocht vertrouwen op een zo breed mogelijke steun in de volksvertegenwoordiging. Zij ontwierpen een regeerakkoord voor een kabinet van CDA, PvdA en D'66 en een voorstel voor de zetelverdeling. Na veel aarzelingen en een mislukte poging om Jelle Zijlstra te bewegen premier te worden, stelde Van Agt zich beschikbaar als minister-president van het centrum-linkse kabinet. D'66 en PvdA stemden daarmee uiteindelijk in. Nadat op 10 juli Van Thijn als derde informateur was opgetreden, werd voorgesteld dat de beoogde PvdA-minister van Sociale Zaken ook integrerend minister voor werkgelegenheid zou worden. Op 3 augustus brachten de drie informateurs hun eindverslag uit, waarin werd geadviseerd tot voortzetting van de onderhandelingen, zowel over het financieel-economisch beleid als over de defensieparagraaf.
-
-Kreeg op 30 oktober 1982 de opdracht tot het vormen van een kabinet dat mocht rekenen op een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging. Op basis van de werkzaamheden van informateur Scholten werden kandidaten aangezocht voor het nieuwe kabinet. Op 4 november aanvaardde hij de opdracht. De opmerkelijkste benoemingen waren die van De Ruiter op Defensie en van Schoo op Ontwikkelingssamenwerking.
-
-Kreeg op 11 juli 1986 de opdracht om, uitgaande van het eindrapport van de informateur en de daarin vervatte conclusies, een kabinet te vormen dat zou mogen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal. Na het aanzoeken van nieuwe bewindspersonen aanvaardde hij op 13 juli deze opdracht. Veel zittende bewindslieden gingen over uit het vorige kabinet. Bij de VVD werd De Korte en niet Winsemius minister van Economische Zaken. Bukman volgde Schoo op als minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
-
-Kreeg op 13 september 1989 het verzoek om, mede gelet op het eindrapport van de informateur, een onderzoek te in te stellen naar de mogelijkheid tot de vorming van een centrum-links kabinet. Vanwege bezwaren tegen de voorgestelde zetelverdeling en een meningsverschil over de wettelijke regeling van euthanasie haakte D66 op 21 september 1989 af. Tussen de onderhandelaars van CDA (De Vries en Brinkman) en PvdA (Kok en Wöltgens) werd overeenstemming bereikt over een ontwerp-regeerakkoord. Op 27 oktober adviseerde hij daarom tot vorming van een kabinet van die twee partijen.
-
-Kreeg op 27 oktober 1989 de opdracht tot vorming van een kabinet van CDA en PvdA. Bereikte een akkoord over de zetelverdeling en personele invulling van de posten. Bij het CDA werd uiteindelijk niet Heerma, maar Europarlementariër Maij-Weggen naar voren geschoven als kandidaat voor Verkeer en Waterstaat. Bij de PvdA zag Van Kemenade vanwege zijn gezondheid af van het ministerschop op Binnenlandse Zaken. Stemerdink werd gepasseerd voor een hernieuwd ministerschap op Defensie. Op 4 november aanvaardde Lubbers de opdracht tot formatie.
-
-Kreeg op 1 juli 2006 het verzoek om op zo kort mogelijke termijn een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid een missionair kabinet te vormen van CDA en VVD, dat echter ook de taak zou hebben vervroegde verkiezingen te bevorderen op een nader o.l.v. de informateur te bepalen datum in november 2006 en mitsdien ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij bracht hierover op 5 juli verslag uit.
-
-Kreeg op 21 juli 2010 het verzoek om op zeer korte termijn te informeren over de mogelijkheden die (thans) reëel aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en die daarom inhoudelijk nader onderzocht dienen te worden, en daarbij aan te geven op welke wijze deze mogelijkheden kunnen worden beproefd. In zijn eindverslag adviseerde hij een onderzoek naar de vorming van een kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV en de aanwijzing van Ivo Opstelten als informateur.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (5/23)-
-Kwam in mei 2004 in opspraak nadat een vrouwelijke medewerker van de UHNCR hem had beschuldigd van seksuele intimidatie. Hijzelf sprak van een vriendschappelijk bedoeld gebaar. Een vertrouwelijk onderzoeksrapport van de VN leverde niet het bewijs dat er sprake was geweest van seksuele intimidatie en werd door minister van Staat, Max van der Stoel, die door de Nederlandse regering en Lubbers was gevraagd het rapport te beoordelen, onder andere bekritiseerd wegens gebrek aan objectiviteit en onpartijdigheid jegens Lubbers. (zie: http://www.parlement.com/9235000/p/017/01734rapport.doc).
-
-Na het oordeel ingewonnen te hebben van Stephen Schwebel, een vroegere president van het Internationale Hof van Justitie, verklaarde secretaris-generaal Kofi Annan, die zich wel bezorgd had getoond over de wijze waarop Lubbers met de klacht van de vrouwelijke stafmedewerker was omgegaan, de zaak voor gesloten. Hij had de vrouw schriftelijk benaderd met het voorstel om tot een schikking te komen.
-
-In februari 2005, kort voordat hij een jaarlijks gesprek met secretaris-generaal Kofi Annan zou hebben, lekte het vertrouwelijke rapport over de vermeende seksuele intimidatie uit, waarbij nieuwe perspublicaties verschenen. Hoewel hij ontkende schuldig te zijn, maakte hij op 20 februari bekend af te treden vanwege de schade door de affaire voor de VN, de vluchtelingenorganisatie en voor hemzelf. Ook meende hij niet meer goed als Hoge Commissaris te kunnen functioneren. Kofi Annan zelf was tezelfdertijd in opspraak gekomen door het 'Olie-voor-voedsel-hulpprogramma' voor Irak, waarvan onder meer een bedrijf van diens zoon had geprofiteerd. Deze affaire werkte mogelijk in Lubbers' nadeel.
-
-Kreeg veel waardering voor zijn inzet voor en betrokkenheid bij het vluchtelingenvraagstuk
-
-Werd in februari 2010 door het kabinet voorgedragen als voorzitter van het Nationaal Comité Viering 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden, maar hij zag af van die functie
uit de privésfeer (5/7)
-
-Reed op 8 februari 1974 in Scheveningen een verkeerszuil om, terwijl hij onder invloed was (0.3 promille). Hij reed door en meldde het ongeluk pas later. Er werden geen politieke gevolgen aan verbonden.
-
-Kwam 8 maart 1978 in opspraak door de zogenaamde R3-affaire. Dit betrof Lubbers' deelname in de Bouwbeleggings- en Exploitatiemaatschappij R 3 CV van de drie Lubbers-broers. Deze maatschappij had tonnen fiscale investeringsaftrek genoten. In een door hem uitgegeven verklaring bevestigde hij de gang van zaken en verklaarde hij dat het achteraf gezien beter was geweest als hij als minister had afgezien van de investeringsaftrek om zo het karakter van een strikte privébelegging beter te benadrukken. Maakte na deze affaire, in november 1978, in een brief aan Kamervoorzitter Vondeling zijn belangen in bedrijven en onroerend goed openbaar. (brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 30-11-1978.)
-
-Had als minister-president en minister van staat een goede band met koningin Beatrix, ook op persoonlijk vlak. Het kwam in 2013 tot een breuk toen hij in het openbaar vertelde de koningin te hebben geadviseerd minder kritisch te zijn over mogelijke partners van haar zonen.
-
-Zag af van zijn salaris en onkostenvergoeding als Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen a raison van 300.000 dollar per jaar en stortte dit bedrag terug aan de VN
-
-Voorafgaande aan zijn begrafenis vond in de Rotterdamse Laurentius- en Elisabethkathedraal een herdenkingsdienst plaats. Voor het publiek was er een dag eerder gelegenheid tot rouwbetoon.
anekdotes en citaten
-
-Zei op 2 mei 1989, kort voordat hij de ontslagaanvrage van zijn kabinet aankondigde: "Ik heb zeven jaar mijn werk mogen doen in deze coalitie. Ik ben dooreen de fracties van CDA en VVD gelijkelijk dankbaar dat zij mij dit mogelijk hebben gemaakt. Met dat gevoelen ga ik hier vanavond heen."
verkiezingen
-
-Was in 1977 nummer 5 op de kandidatenlijst die de KVP opstelde ten behoeve van de (eerste) gezamenlijke kandidatenlijst van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen
-
-Was in 1981 en 1982 nummer 4 op de CDA-kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Volkshuisvesting, november 1977 (beantwoordde de vraag van Van Agt of hij zich kandidaat wilde stellen negatief)
-
-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mei 1982 (geweigerd)
-
-minister van Buitenlandse Zaken, mei 1982 (geweigerd)
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
-
-"De oplossingenmachine"
-
-"Der Macher"
-
-Ruud Shock (bijnaam in het buitenland)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie (16/17)-
-N. Rood (red.), "Het succes van Lubbers. Hoe word ik minister-president?" (Amsterdam, 1989)
-
-Folkert Jensma, Mark Kranenburg en Rob Meines, "De oplossingenmachine. Portret van R.F.M. Lubbers", NRC Handelsblad, 4 november 1989
-
-J. Tromp en P. Witteman (e.a.), "De baard van Lubbers: zin en onzin over de premier" (1983)
-
-A. Joustra en E. van Venetië, "De geheimen van het Torentje, Praktische gids voor het premierschap" (over Lubbers' premierschap) (Amsterdam, 1993)
-
-Opland, "Dag Ruud!: 12 jaar: 1982-1994" (cartoons, 1994)
-
-R. Ammerlaan (red.), "Afscheid van Ruud Lubbers" (1994)
-
-P.G. Kroeger en J. Stam, "De rogge staat er dun bij. Macht en verval van het CDA 1974-1998" (1998), m.n. 123-130 over de persoon Lubbers
-
-M. Metze, "De stranding: het CDA van hoogtepunt naar catastrofe" (1995)
-
-J.J. Lindner, "Ruud Lubbers. Een post-ideologische premier van formaat", in: P. Brill (red.), "Kopstukken van het laagland. Een eeuw Nederland in honderd portretten" (1999)
-
-B. Steinmetz, "Lubbers als peetvader van het poldermodel" (2000)
-
-Bert Vuijsje, "Avonturen in besturen. Gesprekken met Hans van Mierlo, Ruud Lubbers, Hans Wiegel en vele anderen" (2006)
-
-Jan Tromp, "Ruud Lubbers (1939-2018): medevormgever van het Nederland zoals we het vandaag kennen", De Volkskrant, 15 februari 2018
-
-Mark Kranenburg, "Hyperintelligente sfinx die zijn stempel op de jaren tachtig drukte", NRC Handelsblad, 15 februari 2018
-
-Wilfried Bles, "Ruud Lubbers, der Macher, Trouw, 15 februari 2018
-
-Johan van Merriënboer, "Lubberiaans, lubberiaanser, lubberiaanst. Noest en ongrijpbaar premier van 1982 tot 1994", in: Jaarboek parlementaire geschiedenis 2018, 115-119
-
-Johan van Merriënboer en Lennart Steenbergen, "Een slag anders. Biografie Lubbers" (2024)
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 2.Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
- 3.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.