Mr. P.J. (Koos) Verdam
Hoogleraar Romeins recht en internationaal privaatrecht aan de Vrije Universiteit die korte tijd minister en senator was. Zoon van een rechter, die ook politiek actief was. Meer geleerde dan politicus en in 1966 vrij onverwacht minister van Binnenlandse Zaken als opvolger van Smallenbroek1. Ambieerde echter geen politieke loopbaan en na de post ook in het interimkabinet-Zijlstra2 te hebben vervuld, keerde hij terug naar de wetenschap. Werd in 1970 Commissaris van de Koningin in Utrecht. Speelde in 1977 als informateur met Vrolijk3 een rol bij de mislukte poging om een tweede kabinet-Den Uyl te formeren. Befaamd om zijn zeer geestige tafelspeeches.
ARP
functie(s) in de periode 1966-1986: lid Eerste Kamer, minister, staatsraad in buitengewone dienst, Commissaris van de Koning(in)
Inhoudsopgave
Pieter Jacobus (Koos)
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 15 januari 1915
overlijdensplaats en -datum
Bilthoven (gem. De Bilt), 11 maart 1998 partij(en)
-
-ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
-
-advocaat en procureur te Amsterdam, van 1938 tot 1940
-
-chef secretariaat Raad van Bestuur, N.V. "De Bijenkorf" te Amsterdam, van 1940 tot 1945
-
-hoogleraar Romeins recht en internationaal privaatrecht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 4 oktober 1945 tot 5 september 1966
-
-lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 1 juli 1958 tot 5 september 1966
-
-raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof te Amsterdam, van 1 mei 1959 tot maart 1970
-
-rector magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 16 september 1959 tot 21 september 1960
-
-minister van Binnenlandse Zaken, van 5 september 1966 tot 5 april 1967
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 23 mei 1967 tot 16 maart 1970
-
-hoogleraar Romeins recht en Nederlandse rechtsgeschiedenis, Vrije Universiteit te Amsterdam, van september 1967 tot 16 maart 1970
-
-Commissaris van de Koningin in Utrecht, van 16 maart 1970 tot 1 februari 1980 (benoemd bij K.B. van 28 februari 1970)
-
-staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, van 1 maart 1980 tot 1 februari 1985 (benoemd bij K.B. van 28 december 1979)
(in)formateurschap(pen)
-
-informateur, van 11 oktober 1977 tot 25 oktober 1977 (samen met M. Vrolijk)
-
-lid bestuur ARP kiesvereniging te Amsterdam
-
-lid Centraal Comité van ARP-kiesverenigingen, van 1950 tot 28 oktober 1960 (tevens lid moderamen)
-
-voorzitter ARP Kamercentrale Amsterdam, omstreeks 1960
-
-voorzitter Organisatie-commissie ARP, van 1956 tot 28 oktober 1960
-
-voorzitter commissie van advies van de ARP, van 14 januari 1967 tot 7 maart 1970
-
-lid Groep van Achttien (overleg over samenwerking ARP, CHU en KVP), van april 1967 tot 22 september 1969
-
-voorzitter ARP-werkgroep over de toekomstige bestuurlijke indeling, 1969
-
-vicefractievoorzitter ARP Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1969 tot 16 maart 1970
-
-diaken Gereformeerde Kerk te Amsterdam
-
-plaatsvervangend lid Academische Raad, van 1960 tot 1965
-
-voorzitter commissie van onderzoek inzake wijziging van de rechtsvorm van de onderneming (commissie-Verdam), van april 1960 tot 1965
-
-kroonlid SER (Sociaal-Economische Raad), van december 1960 tot 5 september 1966
-
-lid dagelijks bestuur SER (Sociaal-Economische Raad), van 1961 tot 1966
-
-voorzitter foreign student service (voor 1966)
-
-lid bestuur CBO (Christelijke Bond van Overheidspersoneel) (voor 1966)
-
-lid onderzoekscommissie naar de achtergronden van de situatie in Amsterdam (commissie-Enschede), omstreeks 1966
-
-lid Europees Comité voor wetenschappelijk overleg en onderzoek
-
-lid bijzondere adviesgroep knelpunten bij de medische opleiding, vanaf november 1968
-
-lid Staatscommissie vereenvoudiging en codificatie van de sociale wetgeving (Staatscommissie-Veldkamp), van 1 april 1969 tot 9 november 1982
-
-voorzitter/lid Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden Overheidspersoneel, omstreeks 1970
-
-vicevoorzitter College van Curatoren Vrije Universiteit te Amsterdam, vanaf 1971
-
-voorzitter College Algemene Bijstandswet, van 1973 tot 1980
-
-voorzitter College van Curatoren, Nederlandse Politie Academie, omstreeks 1976
-
-voorzitter Stichting voor Culturele Samenwerking (Sticusa), omstreeks 1976
-
-lid Bankraad, van 1 september 1977 tot 29 april 1980
-
-voorzitter onderzoek beheer OGEM van Nederhorst Bouw, van 1981 tot februari 1982 (geen resultaat door bezwaren curatoren)
-
-lid bestuur RIOD (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie), omstreeks mei 1986
-
-lid Raad van Commissarissen firma N.V. "Halbertsma" te Grouw
-
-lid Adviescommissie Overheid, godsdienst en levensovertuiging (commissie-Hirsch Ballin), van 17 februari 1985 tot 28 maart 1988
-
-voorzitter Stichting voor Nederlandse Lexicologie
afgeleide functies, presidia etc.
-
-plaatsvervangend voorzitter commissie van rapporteurs voor Cultuur en Recreatie (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 30 oktober 1967 tot 12 december 1967
-
-plaatsvervangend voorzitter vaste commissie voor Cultuur en Recreatie (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 12 december 1967 tot 16 september 1969
-
-voorzitter Commissie voor de Verzoekschriften (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 23 september 1969 tot 16 maart 1970
-
-Prot.Chr. lagere school te Amsterdam, van 1921 tot 1927
voortgezet onderwijs
-
-gymnasium-a, "Gereformeerd Gymnasium" te Amsterdam, van 1927 tot 1933
academische studie
-
-Nederlands recht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 21 september 1933 tot 16 juni 1938
promotie
-
-rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit te Amsterdam, 15 maart 1940
-
-Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met justitie, onderwijs en wetenschappen, en cultuur en recreatie
opvallend stemgedrag
-
-In 1969 stemden hij en Albeda als enigen van hun fractie vóór een (verworpen) motie-Burger waarin gevraagd de f 225 miljoen extra aan defensiegelden te schrappen
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Stelde commissies in inzake de opkomstplicht, de filmkeuring en de schadeloosstelling van Kamerleden
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1966 een wet tot wijziging van de Gemeentewet in het Staatsblad. De wijziging betrof beperking van het toezicht op de gemeentebesturen door afschaffing van de eis van goedkeuring ten aanzien van bepaalde besluiten; verbetering van de regeling inzake schorsing en vernietiging en van de procedure voor de inzending van strafverordeningen aan gedeputeerde staten; verbetering van de regeling van het doen van uitgaven buiten de (goedgekeurde) begroting. Het wetsvoorstel was in 1964 ingediend door minister Toxopeus en in 1965 in de Tweede Kamer verdedigd door minister Smallenbroek. (7.685)
-
-Bracht in 1967 een wet tot stand over uitbreiding van Zwolle met onder meer het gebied van de gemeente Zwollerkerspel. Dit voorstel was in 1966 ingediend door staatssecretaris Westerhout. (8.443)
-
-Bracht in 1967 een nieuwe Spoorwegpensioenwet (Stb. 138) tot stand, die de wet uit 1925 vervangt. De nieuwe wet sluit aan op het systeem van de Algemene Pensioenwet uit 1966, maar bevat ook inhoudelijke verbeteringen. Er komt een afzonderlijke Raad van Toezicht, waarin ook werknemersorganisaties zitting krijgen. De wachttijd van 7 tot 10 dienstjaren om voor pensioen in aanmerking te komen, vervalt; invaliditeitsjaren tellen voortaan mee voor de pensioenopbouw. Het pensioen voor weduwen wordt verhoogd. Het wetsvoorstel was in 1966 ingediend door minister Smallenbroek. (8.506)
als (in)formateur
-
-Kreeg op 11 oktober 1977 het verzoek om samen met mr. M. Vrolijk, met inachtneming van hetgeen in het tot dusverre gevoerde overleg was vastgesteld, na te gaan op welke wijze op de kortste termijn een kabinet gevormd kon worden dat mocht vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden. Zij wisten op 25 oktober overeenstemming te bereiken over de zetelverdeling (7 PvdA, 7 CDA en 2 D66) in een te vormen kabinet-Den Uyl. Bij die verdeling werden Justitie en Binnenlandse Zaken toebedeeld aan het CDA, maar werd afgesproken dat Van Agt Binnenlandse Zaken zou gaan bezetten. Ook Ontwikkelingssamenwerking zou naar het CDA gaan. De PvdA zou onder meer Onderwijs en Volkshuisvesting krijgen.
-
-Promoveerde bij prof. J. Oranje, maar tot 1939 was Gerbrandy zijn (beoogd) promotor
-
-Zijn vader was Statenlid in Noord-Holland en gemeenteraadslid van Amsterdam
-
-Had veel contacten met het Koninklijk Huis
-
-Huisvriend van J. Zijlstra en studiegenoot/collega van I.A. Diepenhorst
verkiezingen
-
-In 1963 Eerste Kamerkandidaat in Groep III: Noord-Holland en Friesland
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Binnenlandse Zaken, maart 1967 (tijdens formatie-Biesheuvel)
-
-minister zonder portefeuille voor Grondwetszaken en de 'West', maart 1967 (tijdens formatie-De Jong)
-
-G. Puchinger, "Hergroepering der partijen? (1968), 691
-
-Wie is dat? 1956
-
-"P.J. Verdam (1915 - 1998); Niet dol op politiek", NRC Handelsblad, 12 maart 1998
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.ARP-voorman uit Drenthe. In de Tweede Wereldoorlog een vooraanstaand en standvastig verzetsman. Na een korte periode in de Tweede Kamer vanaf 1946 gedeputeerde in Drenthe, wat hij tot 1965 bleef. In 1956 keerde hij terug in de Tweede Kamer. Aanvankelijk was hij daar woordvoerder maatschappelijk werk en binnenlandse zaken en vanaf 1963 fractievoorzitter, als opvolger van de zieke Van Eijsden. Als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Cals kreeg hij te maken met de gezagsproblemen in Amsterdam en met de perikelen rond het huwelijk van prinses Beatrix. Trad in 1966 af vanwege een door hem begane verkeersovertreding. Kreeg daarna een lage plaats op de kandidatenlijst en trok zich terug. Werd in 1967 staatsraad. Hardwerkende, hartelijke en loyale figuur.
- 2.Dit kabinet van KVP en ARP was een overgangskabinet. Het werd gevormd na de val van het kabinet-Cals. Minister-president Zijlstra was afkomstig uit de ARP. Het kabinet trad aan op 22 november 1966.
- 3.PvdA-Tweede Kamerlid, minister en bestuurder. Was parlementair journalist van Het Vrije Volk en werd in 1956 Tweede Kamerlid en in 1962 wethouder van Den Haag. Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in het kabinet-Cals. Stimuleerde de bouw van sporthallen en buurthuizen en ontwierp een wettelijke regeling voor de omroep. Na 1967 weer Tweede Kamerlid en vervolgens Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland. Relativerende sigarenroker, die 's nachts tot twee uur of nog later placht te werken. Telg uit een oud Schevenings vissersgeslacht. Geboren voorzitter die met een bassende stem zeer zorgvuldig formuleerde. Man zonder franje, die zijn hart had verpand aan de kunsten en dol was op balsporten.