Mr. M.W.F. (Willem) Treub

Foto Mr. M.W.F. (Willem) Treub
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaand liberaal politicus uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw. Hoogleraar economie in Amsterdam. Behoorde aanvankelijk tot de Radicalen1 en werd in 1904 Tweede Kamerlid voor de VDB, waarmee hij later echter brak. In 1913 minister in het kabinet-Cort van der Linden2. Bezat uitstekende organisatorische kwaliteiten en zorgde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een voortvarend financieel-economisch beleid. Trad in 1916 af vanwege een conflict over het staatspensioen, maar keerde in 1917 weer terug. Werd in 1918 Tweede Kamerlid voor de Economische Bond, een liberale partij die een 'zakelijke' politiek voor stond. Voerde toen een sterk persoonlijke getinte verkiezingscampagne. Was nogal onberekenbaar; productief in denkbeelden, maar weinig resultaatgericht.

VDB, Liberaal, maar partijloos, Economische Bond, Neutrale fractie, LSP
functie(s) in de periode 1904-1921: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin
  11. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Marie Willem Frederik (Willem)

geboorteplaats en -datum
Voorschoten, 30 november 1858

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 24 juli 1931

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • - 
    liberaal (lid oud-radicale kiesvereniging "Burgerplicht" te Amsterdam), vanaf 1887
  • - 
    Radicale Bond, van 6 november 1892 tot 1895
  • - 
    Liberale Unie, van 1900 tot maart 1901
  • - 
    VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), van 17 maart 1901 tot december 1914
  • - 
    partijloos, van december 1914 tot 15 december 1917
  • - 
    Economische Bond, van 15 december 1917 tot 16 april 1921
  • - 
    Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", van 16 april 1921 tot november 1921

lid tussentijds gevormde fractie(s)
Neutrale Fractie, van 27 september 1918 tot 16 april 1921

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    kandidaat-notaris, vanaf 1879
  • - 
    advocaat te Amsterdam, vanaf 1885
  • - 
    privaatdocent notarieel en fiscaal recht, Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van september 1885 tot 1893
  • - 
    privaatdocent belastingrecht, Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, vanaf september 1885
  • - 
    lid gemeenteraad van Amsterdam, van 3 september 1889 tot 7 november 1896
  • - 
    wethouder (van financiën) van Amsterdam, van 5 september 1893 tot 3 september 1895
  • - 
    wethouder (van publieke werken) van Amsterdam, van 3 september 1895 tot 7 november 1896
  • - 
    hoogleraar staathuishoudkunde en statistiek, Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 23 november 1896 tot 1 november 1905 (vanaf december 1904 op non-actief)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 november 1904 tot 29 augustus 1913 (voor het kiesdistrict Assen)
  • - 
    lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 22 april 1908 tot 5 september 1911 (gekozen in district III)
  • - 
    minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, van 29 augustus 1913 tot 24 oktober 1914
  • - 
    minister van Waterstaat ad interim, van 30 juli 1914 tot augustus 1914 (zolang Dr. Lely was verhinderd vanwege ziekte/overlijden echtgenote)
  • - 
    minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ad interim, van 24 oktober 1914 tot 19 november 1914 (in afwachting van benoeming opvolger)
  • - 
    minister van Financiën, van 24 oktober 1914 tot 8 februari 1916
  • - 
    ambteloos, van 8 februari 1916 tot 22 februari 1917
  • - 
    minister van Financiën, van 22 februari 1917 tot 9 september 1918
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1918 tot 15 oktober 1921
  • - 
    fractievoorzitter Neutrale fractie, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1918 tot 28 april 1921
  • - 
    voorzitter Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië, van november 1921 tot 1 mei 1931

takenpakket (bewindspersoon)
  • - 
    Was vanaf augustus 1914 als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel tevens belast met de geld- en fondsenhandel
  • - 
    Was vanaf november 1914 als minister van Financiën tevens belast met arbeidersverzekering (KB van 2 november 1914)

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • - 
    voorzitter radicale kiesvereniging "Amsterdam", vanaf 1888
  • - 
    lid program- en statutencommissie oprichting Radicale Bond, van 24 juli 1892 tot november 1892
  • - 
    lid voorlopig bestuur VDB, van maart 1901 tot mei 1901
  • - 
    lid bestuur VDB, van april 1906 tot mei 1908
  • - 
    voorzitter VDB, van mei 1908 tot mei 1910
  • - 
    voorzitter Economische Bond, van 15 december 1917 tot 15 april 1921
  • - 
    vicevoorzitter "De Vrijheidsbond", van 15 april 1921 tot september 1922
  • - 
    vicefractievoorzitter "De Vrijheidsbond", Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 april 1921 tot 15 oktober 1921

5.

Nevenfuncties

  • - 
    redacteur "Sociaal Weekblad", vanaf 1887
  • - 
    redacteur tijdschrift "Vragen des Tijds", vanaf 1887
  • - 
    redacteur "Weekblad voor Notarisambt en Registratie", vanaf 1887
  • - 
    directeur Centraal Bureau voor Sociale Adviezen, vanaf 1899
  • - 
    voorzitter Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, omstreeks 1901
  • - 
    lid Amsterdamse Woningraad, vanaf 1901
  • - 
    lid Staatscommissie onderzoek naar de financiële toestand van de gemeenten (Staatscommissie-Van Nierop), van januari 1906 tot december 1906
  • - 
    lid Staatscommissie voor de wetgeving op registratiebelasting en de hypotheekrechten (Staatscommissie-Pijnacker Hordijk), vanaf 28 september 1906
  • - 
    voorzitter Staatscommissie inzake de werkloosheid, van 23 oktober 1909 tot juni 1914
  • - 
    voorzitter commissie van uitvoering, Koninklijk Nationaal Steuncomité, van 22 augustus 1914 tot oktober 1918
  • - 
    lid Raad van Commissarissen Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal, van 1916 tot 1931
  • - 
    lid Hoge Raad van Arbeid, van januari 1920 tot november 1921
  • - 
    lid Staatscommissie inzake het Socialisatie-vraagstuk (Staatscommissie-Nolens), van 11 maart 1920 tot 2 april 1927
  • - 
    voorzitter Centrale commissie georganiseerd overleg ambtenarenzaken, van maart 1920 tot januari 1922
  • - 
    lid Staatscommissie inzake de financiële verhouding tussen Rijk en Gemeente (Staatscommissie-Van Lynden van Sandenburg), van augustus 1921 tot 19 februari 1924
  • - 
    voorzitter Loonraad Spoorwegpersoneel, van 1920 tot 1921
  • - 
    lid dagelijks bestuur Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, van 1921 tot 1931 (voorzitter 1925-1926)
  • - 
    voorzitter ANVV (Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer), van mei 1924 tot oktober 1928
  • - 
    voorzitter uitvoerend comité voor oprichting van een monument voor H.C. Dresselhuys, van 1930 tot 1931

afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter Commissie van Voorbereiding voor het wetsvoorstel wijziging Gemeentewet en wet op de Inkomstenbelasting 1914 (Tweede Kamer der Staten-Generaal), vanaf december 1918

6.

Opleiding

primair onderwijs
  • - 
    lagere school te Voorschoten

voortgezet onderwijs
  • - 
    Gemeentelijke Hogere Burgerschool te Leiden, tot 1876
  • - 
    staatsexamen Grieks en Latijn, 1876

hoger beroepsonderwijs
  • - 
    notariaat, tot 1881

academische studie
  • - 
    rechtsgeleerdheid (kandidaats), Rijksuniversiteit Leiden, van 11 oktober 1881 tot 1883
  • - 
    rechten, Universiteit te Parijs, van 1883 tot 1884 (gedurende 1 semester)
  • - 
    rechtswetenschap (gepromoveerd op dissertatie), Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 1884 tot 31 maart 1885

stages e.d.
  • - 
    praktische opleiding gemeente-administratie bij zijn vader, vanaf 1876

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Sprak als Tweede Kamerlid met name over economische aangelegenheden en sociale en arbeidswetgeving, en daarnaast enkele keren over justitiële onderwerpen

opvallend stemgedrag
  • - 
    Behoorde in 1907 met Van Deventer, Ketelaar en Nolting tot de minderheid van zijn fractie, die tegen de begroting van Oorlog stemde. De verwerping van de begroting leidde tot de val van het kabinet.

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • - 
    Was verantwoordelijk voor de financiële en economische politiek van Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
  • - 
    Stelde in 1914 een Leningfonds in, dat werd gevoed door een vrijwillige lening (met als stok-achter-de-deur een verplichte lening) en door opcenten op de inkomstenbelasting. De opbrengst van de lening bedroeg in 1914 275 miljoen gulden.
  • - 
    Diende in 1915 in het kader van de bestrijding van de kosten vanwege de oorlogsdreiging wetsvoorstellen in over belasting op voornamen bij geboorte-aangifte (vanaf de tweede voornaam) en op speelkaarten. Het eerste werd niet afgehandeld, het tweede werd in 1919 aangenomen.
  • - 
    Diende in 1915 een wetsvoorstel in over een heffing van belasting als bijdrage in de kosten van toekenning van ouderdomsrenten. Dit wetsvoorstel bleef onafgedaan.

als bewindspersoon (wetgeving) (10/11)
  • - 
    Bracht in 1914 de Stuwadoorswet tot stand, die regels bevatte over de arbeids- en rusttijden van stuwadoors (havenpersoneel dat belast was met het laden en lossen van zeeschepen).
  • - 
    Bracht in 1914 in verband met het uitbreken van de oorlog een groot aantal noodwetten tot stand, zoals de wet houdende verbod van uitvervoer van gouden munten, de wet tot uitgifte van zilverbons, welke tot wettig betaalmiddel worden verklaard en de wet betreffende de geld- en fondsenhandel (Beurswet). Deze laatste maakt het tijdelijk stilleggen van de beurshandel mogelijk.
  • - 
    Bracht in 1914 in verband met het uitbreken van de oorlog de wet ter aanvulling van de Onteigeningswet ter voorkoming van vasthouding en prijsopdrijving (Levensmiddelenwet) en de wet houdende een uitvoerverbod voor sommige artikelen (zoals militaire goederen en voedsel) tot stand. Door de Levensmiddelenwet kunnen bepaalde goederen worden bestempeld als 'regeringsgoederen', die door de gemeentebesturen voor lage prijzen ter beschikking worden gesteld.
  • - 
    Bracht in 1914 de Wet op de Inkomstenbelasting in het Staatsblad, die de Vermogensbelasting en bedrijfsbelasting samenvoegde. De inkomstenbelasting kreeg een enigszins progressief tarief. Er kwam tevens een wet tot stand over instelling van raden van beroep voor de directe belanstingen. Het wetsvoorstel werd in de Tweede Kamer verdedigd voor minister Bertling.
  • - 
    Bracht in 1914 de Nuttige dierenwet tot stand, die bescherming van voor de landbouw nuttige diersoorten (aanvankelijk mollen en kikkers) mogelijk maakte. Door handel in mollenhuiden ging de mollenstand sterk achteruit, terwijl de vraag naar kikkerbilletjes door restaurants tot te sterke vermindering van het aantal kikkers leidde. De vangst van beide diersoorten werd daarom gereglementeerd. In 1918 werden ook egels onder de werking van deze wet gebracht.
  • - 
    Bracht in 1914 een noodregeling voor subsidie aan de gemeentelijke werkloosheidsfondsen tot stand
  • - 
    Bracht in 1914 met minister Cort van der Linden een wet tot stand waarbij de Algemeene Landsdrukkerij per 1 januari 1915 werd aangewezen als Staatsbedrijf
  • - 
    Bracht in 1917 een nieuwe Zegelwet en Registratiewet in het Staatsblad, die de heffingen regelde op registratie van akten van overdracht van roerende en onroerende zaken, en op akten van schuldbekentenissen, borgtochten en verpanding, jachtakten, wissels, poliszegels, huurzegels en effectenzegels. Het wetsvoorstel was ingediend en in de Tweede Kamer verdedigd door zijn voorganger Van Gijn.
  • - 
    Bracht in 1918 de Wet tot heffing eener dividend- en tantièmebelasting tot stand
  • - 
    Bracht in 1918 de wet tot stand om machtiging te geven tot deelneming door de staat in het (oprichtings)kapitaal van een Nederlandse Hoogovens- Staal- en Walswerkfabriek. Hierdoor kon de Hoogovensfabriek bij Velsen worden opgericht.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (5/10)
  • - 
    Richtte in 1917 de Economische Bond op, die beoogde tot een samenbundeling van de diverse liberale partijen te komen
  • - 
    Betichtte op 13 december 1917 tijdens een interpellatie-De Jong zijn collega Posthuma openlijk van het geven van onvolledige en eenzijdige informatie over de door Posthuma verleende toestemming voor uitvoer van kaas naar Duitsland. Gaf douaneambtenaren opdracht de uitvoer van een partij kaas te verhinderen waarvoor Posthuma consent had gegeven.
  • - 
    Kwam in maart 1918 in conflict met minister Posthuma over de financiering van de distributie-uitgaven
  • - 
    Maakte tijdens de verkiezingen van 1918 een tournee door Nederland van Maastricht tot Winschoten en van Enschede naar Vlissingen, die bekend zou worden als 'tweeëntwintig stedentocht'
  • - 
    Deed 10 juli 1920 een oproep tot verregaande samenwerking of zelfs fusie van Liberale Unie, Bond van Vrij-Liberalen, Economische Bond en andere liberale partijen. Dit gaf de aanzet tot besprekingen die in april 1921 leidde tot oprichting van de Vrijheidsbond.

uit de privésfeer
  • - 
    Droeg altijd een blauw-witte vlinderdas, de zgn. Treub-das
  • - 
    In 1885 oprichter van de Notariële Sociëteit en van de Notariële Vereeniging
  • - 
    Zijn broer Melchior was een beroemd hoogleraar plantkunde, zijn broer Hector een beroemd hoogleraar gynaecologie.
  • - 
    In Voorschoten is een gedenksteen uit het geboortehuis van de gebroeders Willem, Melchior en Hector Treub aangebracht in een winkel
  • - 
    Zijn vader was burgemeester en gemeentesecretaris van Voorschoten (1842-1887) en gemeentesecretaris van Veur

verkiezingen (5/7)
  • - 
    Werd in 1894 in het district Amsterdam na herstemming verslagen en in het district Assen in de eerste verkiezingsronde
  • - 
    Werd in 1894 in het district Alkmaar na herstemming verslagen door W. van der Kaay (lib./anti-takk.)
  • - 
    Versloeg in 1904 bij een tussentijdse verkiezing in het district Assen N.G. Pierson (ul) na herstemming
  • - 
    Versloeg in 1905 H. Bos Kzn. (arp)
  • - 
    Versloeg in 1909 jhr. L.A.S.J. de Milly van Heiden Reinestein (vl) na herstemming

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    wethouder van Amsterdam, september 1893 (verkiezing niet aangenomen)

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
"Minister Voorwaarts"

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    P.J. Oud, "Het Jongste Verleden", deel I, 42-46
  • - 
    Levensbericht door G.J.D.C. Goedhart, in: Levensberichten van leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1931/2, 15
  • - 
    N.E.M. van Esveld, "Treub: over de drempel der nieuwe samenleving" (1958)
  • - 
    L.J.M. Nouwen, "Willem Treub. Een remarkabel man" (1970)
  • - 
    P. de Rooy en D. Damsma, "Treub, Marie Willem Frederik", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, deel III, 197
  • - 
    N.E.H. van Esveld, "Treub, Marie Willem Frederik (1858-1931)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 588
  • - 
    A.J. Vermaat, "M.W.F. Treub. Sociaal-econoom tussen theorie en toepassing", in: "Van liberalisten tot instrumentalisten. Anderhalve eeuw economisch denken in Nederland" (1987)
  • - 
    P. de Rooy, "M.W.F. Treub (1858-1931)", in "Van Thorbecke tot Telders" (1993)
  • - 
    D. Hillenius, "Prof.mr. M.W.F. Treub (1858-1931)", in: VNG-magazine, juli 2001
  • - 
    Patrick van Schie, "Vrijheidsstreven in verdrukking. Liberale partijpolitiek in Nederland 1901-1940" (2005), 171-172
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
  • - 
    "Het Vaderland", 25 juli 1931
  • - 
    Onze Afgevaardigden, 1905, 1909
  • - 
    Ned. Patriciaat, 1935

Biografisch Woordenboek(en)
  • - 
    biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
  • - 
    biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    De Radicale Bond was een vooruitstrevend liberale partij. Zij werd in november 1892 opgericht. De Bond was op het gebied van het kiesrecht en de sociale kwestie vooruitstrevender dan de Liberale Unie. In 1901 ging de Radicale Bond met de van de Liberale Unie afgescheiden linkervleugel op in de Vrijzinnig-Democratische Bond.
     
  • 2. 
    Het liberale extraparlementaire kabinet-Cort van der Linden loodste Nederland door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en bracht de belangrijke Grondwetsherziening van 1917 tot stand. Hierdoor werden de kiesrecht- en schoolstrijd beëindigd. Het meerderheidsstelsel (districtenstelsel) werd vervangen door de evenredige vertegenwoordiging. Onder de negen ministers waren slechts twee oud-Kamerleden.