Jhr.Mr. J. Röell

foto Jhr.Mr. J. Röell
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Knap, evenwichtig liberaal jurist uit een vooraanstaande familie van bestuurders. Als oud-griffier van de Staten van Holland goed ingevoerd in het binnenlands bestuur en de waterhuishouding. In 1877 voor het district Utrecht tot Tweede Kamerlid gekozen en in de Kamer breed georiënteerd. Na zijn niet-verkiezing in 1886 Eerste Kamerlid. Trad daar verzoenend op in de schoolwetkwestie. Formeerde in 1894 een (gematigd liberaal) kabinet i, dat met een nieuwe Kieswet een verdubbeling van het aantal kiezers tot stand bracht. Werd zelf minister van Buitenlandse Zaken. Keerde in 1901 terug in de Tweede Kamer. In 1909 niet herkozen, waardoor er ook een einde kwam aan zijn Kamervoorzitterschap. De laatste jaren van zijn leven vicepresident van de Raad van State. Lange, statige man.

Liberalen, Oud- of vrije liberalen
functie(s) in de periode 1877-1914: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister, vicepresident Raad van State

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Joan

geboorteplaats en -datum
Haarlem, 21 juli 1844

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 13 juli 1914

begraafplaats en -datum
Leusden, familiegraf, 16 juli 1914

2.

Partij/stroming

stroming(en)
  • (oud-)liberaal
  • anti-Takkiaan, 1894

partij(en)
Bond van Vrije Liberalen, vanaf 1906

3.

Hoofdfuncties/beroepen (14/17)

  • griffier Staten van Zuid-Holland, van 1 oktober 1872 tot 15 maart 1878 (benoemd 12 juli 1872)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1877 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Utrecht)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Utrecht)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 23 mei 1887 tot 17 augustus 1887 (voor Zeeland)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor Zeeland)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Utrecht)
  • lid en secretaris Raad van Voogdij over H.M. koningin Wilhelmina, van 8 december 1890 tot 31 augustus 1898 (benoemd bij K.B. van 30 oktober 1888)
  • minister van Buitenlandse Zaken, van 9 mei 1894 tot 27 juli 1897 (benoemd per 8 mei 1894)
  • voorzitter van de ministerraad, van 10 mei 1894 tot 27 juli 1897 (formeel tijdelijk)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 28 maart 1898 tot 18 augustus 1901 (voor Zuid-Holland)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1901 tot 21 september 1909 (voor het kiesdistrict Utrecht II)
  • voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 september 1905 tot 21 september 1909
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 31 januari 1910 tot 2 februari 1912 (voor Noord-Holland)
  • vicepresident Raad van State, van 1 februari 1912 tot 13 juli 1914 (benoemd bij K.B. van 29 januari 1912)

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur, van 4 mei 1894 tot 7 mei 1894 (mondelinge opdracht van koningin-regentes Emma)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/10)

  • lid Staatscommissie verkeersverbindingen in en om Utrecht, vanaf 1902
  • lid en ondervoorzitter Staatscommissie voor de Grondwetsherziening (Staatscommissie-De Beaufort), van 2 mei 1910 tot 15 mei 1912

afgeleide functies, presidia etc. (2/16)
  • voorzitter Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 22 september 1905 tot 21 september 1909
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van april 1911 tot september 1911

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
beschermheer Vereeniging Oranje-Park te Utrecht

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër (3/6)
  • Behoorde in 1883 tot de twaalf leden die vóór een (verworpen) ordevoorstel stemde om aan te vangen met de behandeling van een wetsvoorstel over kiesrechtuitbreiding. Verwerping van het voorstel was (mede) reden voor de ontslagaanvrage van het kabinet-Van Lynden van Sandenburg.
  • Stemde in 1885 als enige liberaal tegen een (verworpen) motie-Goeman Borgesius waarin werd gevraagd af te zien van herziening van de kiestabel vóór behandeling van de grondwetsherziening
  • Behoorde in 1889 tot de minderheid van 17 liberalen die vóór de wijziging van de Lager-onderwijswet van het kabinet-Mackay stemde

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als minister-president
  • Het door hem geleide kabinet bracht een voorlopig einde aan de kiesrechtstrijd door de totstandkoming van de Kieswet-Van Houten (1896)

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Ontving in juli 1896 de Chinese onderkoning en grootkanselier Li Hung Chang

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1894 een wet tot goedkeuring van een in 1892 tot stand gekomen overeenkomst met België tot stand over de grens tussen Baarle-Hertog en Baarle-Nassau
  • Bracht in 1897 een wet tot goedkeuring van een Verdrag met België tot stand over verbetering van het Kanaal van Gent naar Terneuzen

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Werd in september 1901, 1902, 1903 en 1904 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
  • Werd op 20 september 1905 als eerste kandidaat op de voordracht voor Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. In de derde stemmingsronde kreeg hij 49 van de 97 stemmen, tegen 46 voor A. baron van Dedem.
  • Werd in 1909 benoemd tot lid van de (eventuele) Raad van Voogdij voor het geval Juliana als minderjarige tot het koningschap zou worden geroepen

verkiezingen (3/16)
  • Werd in 1909 na herstemming verslagen door J.S.F. van Hoogstraten (arp)
  • Versloeg in januari 1910 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Noord-Holland met 38 tegen 23 stemmen S. de Vries Czn. (arp)
  • Versloeg in 1910 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Holland in de tweede stemmingsronde met 34 tegen 19 stemmen S.D. van Veen (chu)

niet-aanvaarde politieke functies
  • minister van Buitenlandse Zaken, 1897 (geweigerd)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Castoretpollux, "In de Tweede Kamer. Portretten" (1881)
  • L.J. Plemp van Duiveland, "Jhr.mr. Joan Röell", in: "Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen" 42 (1912)
  • M.W. Jurriaanse, "De Nederlandse Ministers van Buitenlandse Zaken 1813-1900"
  • G. Taal, "Röell, Jhr. Joan (1844-1914)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 460
  • Onze Afgevaardigden, 1897, 1901, 1905

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.