Mr. P.J. Oud
Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB1 en de VVD2. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant3 toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA4, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker5 in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
VDB, VVD
functie(s) in de periode 1917-1963: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, partijvoorzitter, burgemeester van Rotterdam, politiek leider
Inhoudsopgave
Pieter Jacobus
geboorteplaats en -datum
Purmerend, 5 december 1886
overlijdensplaats en -datum
Rotterdam, 12 augustus 1968 partij(en)
-
-VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), van 1908 tot 9 februari 1946
-
-PvdA (Partij van de Arbeid), van 9 februari 1946 tot 3 oktober 1947 (schriftelijk bedankt)
-
-VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), vanaf 24 januari 1948
-
-kandidaat-notaris, van 1907 tot 1 juni 1909
-
-surnumerair Registratie en Domeinen, gedetacheerd bij ministerie van Financiën, van 1 juni 1909 tot 1 januari 1912
-
-belastingontvanger, dienstvak Registratie en Domeinen te Texel, van 1 januari 1912 tot 15 april 1914
-
-belastingontvanger, dienstvak Registratie en Domeinen te Ommen, van 16 april 1914 tot 26 mei 1933 (op non actief vanaf 1917, vanaf 1921 rang: inspecteur van financiën)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 juni 1917 tot 26 mei 1933 (1917-1918 voor het kiesdistrict Den Helder)
-
-minister van Financiën, van 26 mei 1933 tot 24 juni 1937
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1937 tot 8 november 1938
-
-fractievoorzitter VDB Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1937 tot 15 oktober 1938
-
-burgemeester van Rotterdam, van 15 oktober 1938 tot 10 oktober 1941 (benoemd bij K.B. van 10 oktober 1938; ontslag op eigen verzoek)
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 4 juli 1939 tot 1 september 1941
-
-burgemeester van Rotterdam, van 7 mei 1945 tot 1 juni 1952 (officieel herbenoemd per 16 oktober 1946)
-
-fractievoorzitter VVD Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 juli 1948 tot 15 mei 1963
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 juli 1948 tot 5 juni 1963
-
-buitengewoon hoogleraar staats- en administratiefrecht, Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, van september 1952 tot 1 december 1957
ambtstitel
-
-minister van staat, van 9 november 1963 tot 12 augustus 1968
gevangenschap/internering
geïnterneerd te Sint-Michielsgestel, juni 1942 (korte tijd vanaf 4 juni) overzicht (10/15)
-
-redacteur partijblad "De Opbouw"
-
-fractiesecretaris VDB Tweede Kamer der Staten-Generaal, van april 1933 tot 26 mei 1933
-
-politiek leider VDB, van 18 mei 1935 tot 15 oktober 1938
-
-voorzitter VDB-studiecommissie Nederland en de internationale verhoudingen, vanaf juni 1937
-
-secretaris VDB, 1938
-
-lid hoofdbestuur PvdA, van 9 februari 1946 tot 3 oktober 1947 (medeoprichter)
-
-voorzitter Comité van Voorbereiding voor een Democratische Volkspartij, van 7 oktober 1947 tot januari 1948
-
-ondervoorzitter VVD, van 28 januari 1948 tot 8 april 1949 (medeoprichter)
-
-politiek leider VVD, van 28 januari 1948 tot 16 mei 1963
-
-voorzitter VVD, van 8 april 1949 tot 9 november 1963
lijsttrekkerschappen
-
-lijsttrekker VDB Tweede Kamerverkiezingen 1937
-
-lijsttrekker VDB Provinciale Statenverkiezingen in Zuid-Holland, 1939
-
-lijsttrekker VVD Tweede Kamerverkiezingen 1948, van 16 mei 1948 tot 7 juli 1948
-
-lijsttrekker VVD Tweede Kamerverkiezingen 1952, van 13 januari 1952 tot 25 juni 1952
-
-lijsttrekker VVD Tweede Kamerverkiezingen 1956, van 14 januari 1956 tot 13 juni 1956
-
-lijsttrekker VVD Tweede Kamerverkiezingen 1959, van 10 januari 1959 tot 12 maart 1959
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-voorzitter Vereniging tot bevordering van openbaar onderwijs "Volksonderwijs" (gedurende vele jaren)
-
-lid Raad van Commissaris Noordhollandsche Brandwaarborgmaatschappij van 1816, van 1917 tot 14 augustus 1968
-
-lid Staatscommissie onderzoek naar de bezetting en werkwijze van departementen van Algemeen Bestuur (bezuinigingscommissie-Rink), van 20 december 1920 tot 1 juli 1925
-
-lid Vlootcommissie, van 1923 tot 1933
-
-lid Legercommissie, omstreeks 1925 tot 1933
-
-lid Ambtenarengerecht te 's-Gravenhage, van 1 maart 1933 tot 26 mei 1933
-
-vicevoorzitter Staatscommissie inzake concentratie van scholen voor bijzonder lager onderwijs, van 4 februari 1936 tot 16 december 1936
-
-lid College van Curatoren Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam, van 1938 tot 1941
-
-voorzitter Raad van Commissarissen bankierskantoor N.V. "Staal & Co.", van 1938 tot 14 augustus 1968
-
-voorzitter Provinciale Vereeniging van burgemeesters en gemeentesecretarissen in Zuid-Holland, omstreeks 1939
-
-voorzitter VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), van 28 juni 1939 tot 1952 (onderbroken tijdens de oorlogsjaren)
-
-lid en ondervoorzitter Centrale Commissie voor de Statistiek, vanaf 1 juli 1939
-
-lid College van Curatoren Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, van 1945 tot 1952
-
-voorzitter Staatscommissie inzake de gemeentefinanciën, van 18 januari 1946 tot 8 november 1954
-
-lid Pensioenraad, Nederlandse Hervormde Kerk, omstreeks 1946
-
-voorzitter Union Internationale des Villes et Pouvoirs Locaux, van 1948 tot 1952
-
-lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Van Schaik), van april 1950 tot januari 1954
-
-voorzitter Centrale Commissie voor de Statistiek, omstreeks 1952
-
-lid Staatscommissie inzake het kiesstelsel en wettelijke regeling der politieke partijen (Staatscommissie-Teulings), van februari 1953 tot december 1954
-
-lid Staatscommissie inzake nadere Grondwetswijziging betreffende de buitenlandse betrekkingen (Staatscommissie-Kranenburg), van 1 oktober 1954 tot 1955
-
-lid Raad van Commissarissen scheepvaartbedrijf "Van Nievelt Goudriaan & Co." te Rotterdam
-
-lid commissie van advies aan de regering inzake ministeriële verantwoordelijkheid ten opzichte van leden van het koninklijk huis, 1966 (samen met Drees)
afgeleide functies, presidia etc.
-
-voorzitter Commissie voor de Verzoekschriften (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 februari 1920 tot september 1920
-
-voorzitter vaste commissie voor de Rijksuitgaven (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 5 oktober 1937 tot 8 november 1938
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1938 tot november 1938
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juli 1948 tot juni 1963
-
-voorzitter Commissie van Voorbereiding voor de ontwerp-Wederopbouwwet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van december 1948 tot februari 1950
-
-voorzitter Commissie van Voorbereiding wetsontwerp Buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1950 tot maart 1952
-
-voorzitter vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 11 februari 1953 tot 17 september 1953
-
-voorzitter vaste commissie voor Justitie (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 17 september 1953 tot 5 juni 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Wet Beroep Administratieve Beschikkingen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 9 december 1958 tot 13 maart 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Provinciewet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 28 mei 1959 tot oktober 1961
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp wijziging art. 1638w BW (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 30 september 1959 tot april 1960
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel wijziging van de Politiewet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 24 mei 1960 tot mei 1961
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Rijkswet Cassatieregeling Nederlandse Antillen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juli 1960 tot juni 1961
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Goedkeuring Verdrag inzake Staten- en Staatslozen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 25 oktober 1960 tot juli 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Archiefwet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 21 maart 1961 tot mei 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 8 juni 1961 tot januari 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Wijziging van de Octrooiwet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 4 oktober 1961 tot maart 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp tot wijziging van som voor kosten van het regentschap (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 20 maart 1962 tot september 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp regeling toelage Eerste Kamerleden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1962 tot november 1962
-
-voorzitter Commissie van Voorbereiding wetsvoorstellen grondwetsherziening (troonopvolging, leeftijd actief kiesrecht) (Tweede Kamer der Staten-Generaal), vanaf 6 november 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp toelage Voorzitter en onkostenvergoeding leden Eerste Kamer (Tweede Kamer der Staten-Generaal), 6 november 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp wijziging grondwettelijke bepaling inzake kiesrechtleeftijd (Tweede Kamer der Staten-Generaal), januari 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Goedkeuring Benelux-Warenmerkenwet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1963 tot maart 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Goedkeuring Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid schade door n.s. Savannah (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 27 februari 1963 tot april 1963
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
-
-erevoorzitter VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), vanaf 1952
-
-preses magnificus Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam
-
-h.b.s., "Eerste Vijfjarige Hogere Burgerschool", Keizersgracht te Amsterdam, tot 1904
-
-staatsexamen, 1912
academische studie
-
-rechtswetenschap (gepromoveerd op stellingen), Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 1912 tot 10 juli 1917
postacademisch onderwijs
-
-notariaat te Purmerend, van 1904 tot 1907
-
-studie registratie te Gorinchem, van 1907 tot 1909 (bij particulier)
-
-Interpelleerde in 1920 minister De Vries over de onzekerheid op belastinggebied, ontstaan door de verklaringen van de Minister van Financiën
-
-Interpelleerde in 1925 minister Van Swaaij over de reorganisatie van het Staatsbedrijf der P.T.T.
-
-Interpelleerde in 1926 minister Van der Vegte over de ramp met de loodsschoener "Terschelling II" op 25 november 1925
-
-Interpelleerde in 1931 minister Ruijs de Beerenbrouck over de uitvoering van de Tarwewet
-
-Interpelleerde in 1932 minister Terpstra over de voornemens van de regering met betrekking tot het stichten van scholen in de Wieringermeer
-
-Bracht in 1932 samen met F.E.H. Ebels via een initiatiefwetsvoorstel de Crisis-Pachtwet tot stand. Deze wet opende voor pachters de mogelijkheid om bij het vervallen van een pachttermijn om pachtverlaging te vragen via bemiddeling van de kantonrechter. Was een minnelijke schikking tussen pachter en verpachter niet mogelijk, dan besliste een crisis-pachtcommissie, waarin naast de kantonrechter twee landbouwdeskundigen zaten.
-
-Het overnemen door de regering van een door hem ingediend amendement op het wetsvoorstel inzake de Soevereiniteitsoverdacht Indonesië (over het zelfbeschikkingsrecht van minderheden) zorgde ervoor dat de VVD vóór stemde en dat het voorstel een tweederde meerderheid kreeg
-
-Hield zich als VVD-Kamerlid behalve met algemene politieke vraagstukken vanaf 1952 bezig met justitiële en staats- en bestuursrechtelijke onderwerpen. Voerde onder meer ook het woord bij de behandeling van het wetsvoorstel inzake de AOW.
-
-Diende in 1956 een initiatiefwetsvoorstel in over het voorkomen van een parlementair vacuum (eerste lezing grondwetsherziening). In buitengewone omstandigheden moest het mogelijk zijn de zittingsduur van beide Kamers te verlengen, zodat er geen parlementair vacuüm zou ontstaan. Het, na aanvaarding in eerste lezing, ingediende tweedelezingvoorstel verkreeg in de Eerste Kamer geen tweederde meerderheid, onder andere vanwege door prof. G. van den Bergh geuite bezwaren.
-
-Als oudste in jaren verschillende malen fungerend voorzitter van de Tweede Kamer
opvallend stemgedrag (2/4)
-
-Behoorde in 1960 tot de zes leden van zijn fractie die tegen een (verworpen) amendement-Blaisse/Berkhouwer stemden om in de Loterijwet voor de voetbaltoto geen maximumprijs vast te stellen
-
-Behoorde in 1962 tot de acht leden van zijn fractie die vóór het wetsontwerp Instelling van een Bijstandskorps van burgerlijke rijksambtenaren, bestemd voor dienst in Nederlands Nieuw-Guinea stemden
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Had een groot aandeel in de bezuinigingspolitiek ('aanpassingspolitiek') van de kabinetten-Colijn, nadat zich op de begrotingen voor 1934 en 1935 ernstige tekorten hadden voorgedaan. Was verantwoordelijk voor het besluit om de crisisuitgaven (met uitzondering van de landbouw) ten laste te laten komen van de gewone begroting. Om te trachten het evenwicht op de begroting te herstellen, werden bezuinigingen doorgevoerd bij onder meer onderwijs, de gemeenten, de ambtenarensalarissen en wegenaanleg. Verder werden enkele accijnzen verhoogd en kwam er een crisisinkomstenbelasting.
-
-Maakte in 1935 een einde aan de paleis-stadhuiskwestie rond het Paleis op de Dam in Amsterdam. Amsterdam deed afstand van het Paleis als stadhuis en het Rijk gaf de stad een bijdrage van f 10 miljoen voor de bouw van een nieuw stadhuis.
-
-Diende in 1935 een wetsvoorstel in tot vermindering van de uitgaven met f 77 miljoen (de 'Bezuinigingswet 1935'). Deze wet werd, na een tussentijdse crisis, aanvaard. De wet leidde onder meer tot verlaging van de salarissen van ambtenaren, invoering van een capitulantenstelsel bij defensie (onderofficieren gaan na enkele jaren over naar de burgerlijke overheid) en invoering van een ander financieringsstelsel van de ouderdomsverzekering.
-
-in januari 1936 verwierp de Tweede Kamer met 43 tegen 31 stemmen het door hem verdedigde wetsvoorstel om de uit drie personen bestaande Algemene Rekenkamer om te vormen tot een eenhoofdige Rekenkamer
-
-Trok in 1936 twee wetsvoorstellen in om te komen tot verlaging van vaste lasten (pacht en huren en hyptheken). De Tweede Kamer verwierp op 9 juni 1936 met 55 tegen 37 stemmen artikel 1 van beide wetsontwerpen. Vóór stemden SDAP, VDB, CPN, CDU, RSAP, RKVP en 5 ARP.
-
-Verdedigde tot 27 september 1936 handhaving van de Gouden Standaard. Nadat op die dag tot devaluatie was overgegaan van de gulden, sloot hij voor twee dagen de beurs (dit werd uiteindelijk anderhalve dag). Er kwam een egalisatiefonds om de koers van de gulden te kunnen beïnvloeden en er kwam een uitvoerverbod op goud. Het parlement nam binnen één dag een wetsvoorstel aan waarbij uitvoer van goud werd verboden.
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1933 de Omzetbelastingwet 1933 tot stand, waarbij omzetbelasting werd geheven volgens een stelsel van eenmalige heffing bij levering van goederen door fabrikanten en bij invoer.
-
-Bracht in 1933 de Wet tot heffing van een couponbelasting tot stand. Hierdoor werd de opbrengst van effecten belast.
-
-Bracht in 1934 de Tariefmachtigingswet tot stand. Deze bepaalde dat een tariefsverhoging direct na indiening bij de Staten-Generaal voorlopig in werking kon treden. Daarnaast kon het invoerrecht voor bepaalde goederen worden gewijzigd onder voorwaarde dat direct daarna een wetsvoorstel tot bekrachtiging daarvan werd ingediend.
-
-Bracht in 1934 de Wet heffing van een belasting naar het vermogen van instellingen van de doode hand. Stichtingen en andere rechtspersonen, maar ook kerkgenootschappen, worden hierdoor belast over hun vermogen.
-
-Bracht in 1936 samen met Colijn een wet tot stand tot instelling van een Defensiefonds van f 53 miljoen om de materiële achterstand bij defensie versneld in te kunnen halen.
-
-Hij schreef in 1948 geheel alleen het VVD-beginselprogramma
-
-Kwam in 1950/1951 in conflict met zijn partijgenoot Stikker (minister van Buitenlandse Zaken) over het beleid inzake Nieuw-Guinea en de relatie met Indonesië. Hij verweet Stikker en het kabinet woordbreuk over de toezegging de positie van minderheden in Indonesië veilig te stellen.
-
-Verklaarde op 16 januari 1959 op een verkiezingsbijeenkomst in Arnhem dat de VVD in geen geval zou toetreden tot een kabinet waaraan de PvdA zou deelnemen
-
-Kwam in 1959 en 1962 in conflict met Van Riel (fractieleider in de Eerste Kamer) omdat hij weigerde Van Riel voor te dragen als minister en omdat Van Riel voor het aftreden van VVD-minister Visser was en Oud daar tegen
-
-Was in 1966 medeauteur van een "Proeve van een nieuwe Grondwet"
uit de privésfeer
-
-Was eind jaren dertig sympatisant van de Oxford-beweging (morele herbewapening)
-
-Zijn vader was wethouder van Purmerend
-
-Broer van de architect J.J.P. Oud
-
-In 1970 werd een borstbeeld van hem in de Tweede Kamer geplaatst. De door Wim Verbon in de jaren vijftig vervaardigde buste stond eerder in Museum Boijmans-Van Beuningen in Rotterdam
anekdotes en citaten
-
-Beschikte over een formidabel geheugen. Tijdens debatten kon hij dan opmerken: "U zegt dat nu wel, maar acht jaar geleden zei u heel iets anders."
-
-Hij was een dominant partijvoorzitter. Toen hij tijdens een partijbijeenkomst zeer snel de agendapunten afhandelde, merkte een afgevaardigde op: voorzitter, we zijn hier toch niet alleen om 'ja en amen' te zeggen. Hij reageerde hierop met: "'ja' is genoeg, 'amen' houdt maar op."
-
-De familie Oud wilde zijn overlijden pas na zijn uitvaart bekend maken. Zijn huisarts, die dat niet wist, vertelde 's avonds aan een patiënt dat er zoveel zieken waren en dat 'ook meneer Oud die middag was overleden'. Toen de vader van de patiënte, een Rotterdamse journalist, dat hoorde alarmeerde hij zijn redactie, waardoor de socialistische krant 'Het Vrije Volk' de volgende ochtend als enige de dood van Oud kon melden en een groot In Memoriam kon publiceren.
verkiezingen
-
-Versloeg in mei 1917 bij tussentijdse verkiezingen in het kiesdistrict Den Helder A.P. Staalman (cdp) en na herstemming C. Thomassen (sdap), de vader van de latere burgemeester van Rotterdam. Kon echter geen zitting nemen in verband met de Kamerontbinding.
-
-Versloeg in juni 1917 bij de algemene verkiezingen A.P. Staalman (cdp)
-
-Werd in 1918 met voorkeurstemmen gekozen, vooral dankzij een kleine 5000 stemmen in de kieskring Den Helder
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Financiën, augustus 1939 (tijdens de formatie-De Geer)
-
-burgemeester van Amsterdam, 1945
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-N. Arkema e.a., "Mr. P.J. Oud gezien door tijdgenoten" (1951)
-
-A.W. Abspoel, "Van Binnen- en Buitenhof" (1956), 24
-
-H.J.L. Vonhoff, "Bewegend verleden, een biografische visie op prof.mr. P.J. Oud" (1969)
-
-J.L. Heldring, "Oud, Pieter Jacobus (1886-1968)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 436
-
-H.J.L. Vonhoff, "P.J. Oud - De vroege laatbloeier", in: W.J.A. van den Berg e.a. (red.), "Kopstukken van de VVD. 16 Biografische schetsen" (1988), 20
-
-G.W.B. Borrie, "Het leven als een te voltooien bouwwerk. Vijf portetten van Vrijmetselaren" (2001)
-
-B. van Haastrecht en G. Voerman, "Founding Fathers van de VVD. Dirk Stikker en Piet Oud" (2023)
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-Wie is dat? 1938, 1956
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
- 2.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 3.Militante politiek leider van de vrijzinnig-democraten, die felle aanvallen op zijn tegenstanders niet schuwde. Was advocaat en wethouder in Deventer en werd in 1899 als links-liberaal naar de Tweede Kamer afgevaardigd. Was daar spoedig een geducht woordvoerder op talrijke beleidsterreinen en volgde in 1916 Dirk Bos op als fractievoorzitter. Zorgde in 1919 via een initiatiefwet voor de invoering van het vrouwenkiesrecht. Politieke tegenstander van Colijn, wiens kabinet hij in 1925 ten val bracht. Wist toen echter geen centrumlinks kabinet te vormen. Trad in 1933 evenwel als minister van Onderwijs toe tot het crisiskabinet-Colijn II. Kwam met een spellingsvereenvoudiging (spelling-Marchant). Nadat zijn positie in de VDB door zijn heimelijke overgang naar het katholicisme onhoudbaar was geworden, trad hij in 1935 af. Scherp debater, die gestileerde speeches hield. Had als bijnaam 'Le tigre neerlandais'.
- 4.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 5.Liberale naoorlogse voorman met een nuchtere, zakelijke inslag. Zoon van een Groningse herenboer. Begon als bankier en was later directeur van bierbrouwerij Heineken. Legde als organisator van de Stichting van de Arbeid tijdens de Tweede Wereldoorlog de basis voor de naoorlogse overlegeconomie. In 1946 medeoprichter van de Partij van de Vrijheid en in 1948 van de VVD. Werd in dat jaar als minister van Buitenlandse Zaken opgenomen in het kabinet-Drees I. Tijdens zijn ministerschap werd de NAVO opgericht en de aanzet gegeven voor Europese samenwerking. Hijzelf was vooral atlanticus en tegenstander van Europees federalisme. Kwam in 1951 in conflict met partijleider Oud over Nieuw-Guinea. Na zijn vertrek uit de politiek ambassadeur en daarna secretaris-generaal van de NAVO. Stond bekend als tamelijk ijdel.