Dr. S.L. (Sicco) Mansholt
Vooraanstaande sociaaldemocratische minister en Europeaan. Afkomstig uit een rijke, sociaal betrokken Groningse landbouwfamilie. Was - na een korte tijd in de Oost - boer en verzetsman in de Wieringermeer en werd op zijn 36ste minister van Landbouw in het kabinet-Schermerhorn/Drees1. Zorgde tijdens zijn tienjarige ministerschap voor herstel van de voedselvoorziening en bevorderde de modernisering van de Nederlandse landbouw. Als Europees landbouwcommissaris speelde hij vanaf 1958 eveneens een belangrijke rol bij de schaalvergroting in de landbouw en bij het ontwikkelen van een Europees landbouwbeleid. In 1972 negen maanden voorzitter van de Europese Commissie2. Dynamische en sportieve man met groot nationaal en internationaal gezag en met duidelijk omlijnde visies over internationale economische en ecologische vraagstukken.
SDAP, PvdA
functie(s) in de periode 1945-1973: lid Tweede Kamer, minister, lid Europese Commissie, voorzitter Europese Commissie
Inhoudsopgave
Sicco Leendert (Sicco)
wijziging in naam en/of titulatuur
-
-S.L. Mansholt, van 13 september 1908 tot 9 oktober 1956 (tot aan hem een eredoctoraat werd verleend)
-
-Dr. S.L. Mansholt, vanaf 9 oktober 1956
geboorteplaats en -datum
Ulrum, 13 september 1908
overlijdensplaats en -datum
Wapserveen (gem. Havelte), 29 juni 1995 partij(en)
-
-SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), van 1937 tot 9 februari 1946
-
-PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 9 februari 1946
-
-voluntair Rijkslandbouwproefstation te Groningen, van februari 1932 tot februari 1933
-
-stage op kaasfabriek "Bamestra" te Midden-Beemster, van februari 1933 tot november 1933
-
-tijdelijk ambtenaar afdeling Hoofdcontrole, Regeringsbureau voor de uitvoering van de Tarwewet 1931 te 's-Gravenhage, van 14 november 1933 tot maart 1934
-
-employé op theeplantage "Pasir Nangha" te Tjiandoer (Preanger, Ned.-Indië), van april 1934 tot 1936
-
-akkerbouwer (50 hectare, graan, suikerbieten en vlas) te Wieringermeerpolder, van maart 1936 tot juni 1945
-
-waarnemend burgemeester van Wieringermeer, van april 1945 tot 22 mei 1945
-
-minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, van 25 juni 1945 tot 1 januari 1958 (naam departement tot 16 oktober 1945: Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 juni 1946 tot 18 juli 1946
-
-minister van Economische Zaken ad interim, van 14 januari 1948 tot 21 januari 1948 (na het aftreden van minister Huysmans)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 juli 1948 tot 10 augustus 1948
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 juli 1952 tot 7 september 1952
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juli 1956 tot 3 oktober 1956
-
-lid Europese Commissie, belast met landbouw, van 1 januari 1958 tot 6 januari 1973
-
-voorzitter Europese Commissie, van 22 maart 1972 tot 6 januari 1973
-
-secretaris SDAP afdeling Wieringermeer
-
-lid bestuur SDAP gewest Noord-Holland, vanaf 1939
-
-lid partijbestuur SDAP, van 7 september 1945 tot 9 februari 1946
-
-lid commissie beginselprogramma PvdA, van 27 juli 1946 tot 24 april 1947
-
-voorzitter commissie-Mansholt (commissie samengesteld uit leden van PvdA, D'66 en PPR, die het rapport van de Club van Rome voor Nederland 'vertaalde'), tot 1972
-
-vicevoorzitter Socialistische Internationale
-
-vicevoorzitter Federatie van Socialistische Partijen in Europa
lijsttrekkerschappen
-
-lijstaanvoerder PvdA Tweede Kamerverkiezingen 1946 (kieskringen Den Helder en Haarlem), van 21 maart 1946 tot 17 mei 1946
-
-lijstaanvoerder PvdA Tweede Kamerverkiezingen 1948 (kieskring Groningen), van 15 april 1948 tot 7 juli 1948
-
-cursusleider maatschappijleer, Instituut voor Arbeidersontwikkeling
-
-voorzitter IJsvereniging te Wieringermeer
-
-hoofd Nederlandse delegatie naar de Conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie der Verenigde Naties in 1946
-
-lid Nationale Adviesraad Ontwikkelingssamenwerking (na 1973)
-
-rapporteur voor de Verenigde Naties over multinationals
-
-adviseur Nederlandse regering over ontwikkelingssamenwerking en energievraagstukken
-
-medewerker tijdschrift "Spil"
afgeleide functies, presidia etc.
vicevoorzitter Europese Commissie, van 2 juli 1967 tot 22 maart 1972 voortgezet onderwijs
-
-driejarige h.b.s. te Groningen, van 1922 tot 1927 (doubleerde tweemaal)
hoger beroepsonderwijs
-
-Middelbare Koloniale Landbouwschool te Deventer, van september 1927 tot 15 juli 1930
cursussen
-
-inleiding wijsbegeerte, Instituut voor Geestelijke Zelfwerkzaamheid
eredoctoraten
-
-landbouwwetenschappen, Landbouwhogeschool te Wageningen, 9 oktober 1956
-
-eredoctoraat Landbouwhogeschool te Gembloux, 1960
-
-eredoctoraat Katholieke Universiteit van Leuven, 2 februari 1973
-
-eredoctoraat Universiteit "Saint Andrews" te Fife, 1973
-
-eredoctoraat Universiteit van Cambridge, 1973
-
-eredoctoraat Universiteit van Canterbury, 1973
-
-Stelde een borgstellingsfonds in om investeringen in de landbouw te bevorderen
-
-Sloot verkoopcontracten met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk ter verzekering van afzet van landbouwproducten
-
-Voerde een prijsbeheersingspolitiek door prijsgaranties voor bepaalde producten
-
-Stelde in 1946 ir. B. van Dam aan als politiek secretaris; deze benoeming moest in 1947 ongedaan worden gemaakt
-
-Trok in 1951 de in 1949 door hem ingediende ontwerp-Paardenwet (over rijkskeuring van merries) in, nadat tijdens de behandeling in de Tweede Kamer in maart 1950 was gebleken dat een meerderheid ernstige bezwaren had tegen hoofdlijnen van het voorstel
-
-Stelde in 1953 een plan op voor een gemeenschappelijke Europese landbouwmarkt, later Plan-Mansholt genaamd.
-
-Stelde per 1 mei 1954 het Landbouwschap in, een publiekrechtelijke organisatie met verordenende bevoegdheden op landbouw. Het bestuur van het Landbouwschap bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties.
-
-Stelde verschillende Produkt- en Bedrijfsschappen in
-
-Verdedigde in 1957 samen met minister Samkalden in de Tweede Kamer met succes de nieuwe Pachtwet, die kort na zijn aftreden in het Staatsblad kwam. Hij had het voorstel samen met minister Donker in 1955 ingediend. (3.884)
-
-Pleitte als minister van Landbouw al regelmatig voor het belang van ontwikkelingshulp en voor eerlijkere verdeling van de mondiale welvaart
als bewindspersoon (wetgeving) (10/12)
-
-Bracht in 1948 samen met minister Wijers de Totalisatorwet (Stb I 514) tot stand. Hierdoor wordt wedden bij paardenracen via een totalisator weer mogelijk. Er kan een maximuminzet per persoon worden vastgesteld. (553)
-
-Bracht in 1949 de Vogelziektenwet (Stb. J 326) tot stand tot wering van besmettelijke ziekten onder pluimvee en vogels (1.330)
-
-Bracht in 1950 samen met staatssecretaris Van der Grinten en de ministers Van den Brink en Joekes de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. K 22) tot stand, waarbij de Sociaal-Economische Raad werd ingesteld en de instelling van product-, hoofdbedrijf- en bedrijfsschappen mogelijk werd. Het wetsvoorstel was in 1948 ingediend met minister-president Beel als eerste ondertekenaar. (873)
-
-Bracht in 1951 de Plantenziektenwet (Stb. 96) tot stand, die regels bevat over de wering en bestrijding van voor de landbouw schadelijke organismen, zoals schimmels, bacteriën, alsmede kevers, muizen en ratten en onkruiden. De wet verving onder meer de Aardappelwet 1935, de Coloradokeverwet, de Meeldauwwet en de wet tot wering van de bisamrat. (1.791)
-
-Bracht in 1951 de Wet op de Walvisvangst (Stb. 98) tot stand. Hiermee werd uitvoering gegeven aan een in 1946 te Washington gesloten internationaal verdrag. De wet regelde onder meer de verplichting tot registratie van de vangst en van de verwerking daarvan. Er kwamen strafsancties op overtreding van voorschriften. (1.906)
-
-Bracht in 1953 de Wet vervreemding landbouwgronden (Stb. 446) tot stand. De eigendomsoverdracht van gronden werd aan het toezicht van de Grondkamer onderworpen, waardoor ongewenste versnippering van reeds verkavelde gronden kon worden tegengegaan. De Grondkamers moesten kregen mogelijkheden om kleine bedrijven bij verkoop te verdelen over nabij gelegen grotere bedrijven. Zo moesten economisch weerbaardere bedrijven ontstaan. Er konden maximumprijzen voor landbouwgronden worden vastgesteld. De wet had een tijdelijke werking (tot 1 januari 1959). Het wetsvoorstel was in 1948 ingediend. (894)
-
-Bracht in 1954 de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunst (Stb. 372) tot stand. Deze wet bepaalde wie bevoegd waren om als dierenarts op te treden en op welke wijze zij moesten zijn geregistreerd. (3.083)
-
-Bracht in 1954 de Ruilverkavelingswet 1954 (Stb. 510) tot stand. Op grond van de wet had ruilverkaveling niet alleen een agrarisch oogmerk, maar ook tot doel streekverbetering te bewerkstelligen. De procedure voor ruilverkaveling werd bekort door gelijktijdig een plan van toedeling en een lijst van geldelijke regelingen op te stellen, waardoor de nieuwe eigendomstoestand eerder kon worden gerealiseerd. Verder kwam er een nieuwe regeling voor de overgang van pachtrechten. Landschapsschoon werd integraal onderdeel van de ruilverkaveling. De wet verving de Ruilverkavelingswet 1938. Het wetsvoorstel was in 1951 ingediend. (2.063)
-
-Bracht in 1954 een nieuwe Jachtwet (Stb. 523) tot stand, die de Jachtwet uit 1923 verving. Naast het belang voor de landbouw moest ook worden gelet op natuurbelangen. De Jachtwet kreeg tevens een wildbeschermende functie en jagen werd aan vergunningen gebonden. De voorjaarsjacht werd grotendeels verboden. (2.607)
-
-Bracht in 1957 de Landbouwwet (Stb. 342) tot stand, waarbij de verouderde Landbouw-Crisiswet 1933 wordt vervangen. De wet geeft de minister van Landbouw en Visserij bevoegdheden om de voortbrenging, afzet en redelijke prijsvorming voor landbouw- en visserijproducten te bevorderen. Bij de uitvoering is een grote rol weggelegd voor produktschappen en bedrijfsschappen. Er komt een nieuwe grondslag voor het Landbouw-Egalisatiefonds om prijsstabiliteit te bevorderen. Het wetsvoorstel was in 1955 ingediend. (4.001)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (5/6)-
-Bij de uitvoering van zijn landbouwbeleid waren de contacten met zijn neven Stefan en Herman Louwes van groot belang. S.L. (Stefan) Louwes was onder meer directeur-generaal van de Voedselvoorziening en H.D. (Herman) Louwes was voorzitter van de Stichting van de Landbouw (later Landbouwschap).
-
-Gold in de jaren vijftig als de voornaamste schakel tussen de PvdA-ministers en de PvdA-Tweede Kamerfractie
-
-Was in juni 1956 kandidaat voor de functie van directeur-generaal van de FAO (wereld voedsel- en landbouworganisatie). Hij werd echter verslagen door de Indiër B.R. Sen.
-
-Verving enkele malen tijdelijk zijn collega van Economische Zaken, wanneer deze in het buitenland verbleef
-
-Werkte als Europees Commissaris voor de Landbouw het naar hem genoemde Plan verder uit en moderniseerde en saneerde de Europese landbouw. In 1968 werd het Plan Mansholt in afgezwakte vorm basis van het Europese landbouwbeleid
uit de privésfeer (5/9)
-
-Op 13 september 2008 werd in de Blauwestad (Oost-Groningen) een door Marten Grupstra vervaardigd standbeeld van hem onthuld
-
-Zijn vader was lid van Gedeputeerde Staten van Groningen (1916-1939)
-
-Zijn moeder was gemeenteraadslid in Ulrum en Haren en Statenlid in Groningen
-
-Zijn vader was een zwager van Hilda Margaretha Zijlma, een dochter van Eerste en Tweede Kamerlid Geuchien Zijlma
-
-Zijn grootvader van vaderszijde was lid van de gemeenteraad van Meeden
niet-aanvaarde politieke functies
-
-burgemeester van Rotterdam, 1965 (gaf voorrang aan voortzetten lidmaatschap Europese Commissie)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-M.D. Bogaarts, "De periode van het kabinet-Beel 1946-1948. Parlementaire Geschiedenis van Nederland na 1945", Band B (Nijmegen, 1989), p. 1503 e.v.
-
-J.C.F.J. van Merriënboer, "Sicco Mansholt oogst lof", in: P.F. Maas (ed.), "Het kabinet-Drees-Van Schaik. Liberalisatie en sociale ordening. 1948-1951", Band A, 705 e.v.
-
-J.C.F.J. van Merriënboer, "Landbouw: minder boter, meer kanonnen", in: J.J.M. Ramakers (ed.), "Het kabinet-Drees II. In de schaduw van de Koreacrisis. 1951-1952", 247 e.v.
-
-W.H. Vermeulen, "Europees landbouwbeleid in de maak: Mansholts eerste plannen 1945-1953" (Groningen, 1989)
-
-A.J. Voortman, "Nederlandse sociaal-democratie en het landbouwvraagstuk: De duurzame relatie van Sicco L. Mansholt met de boeren", in: "Van Troelstra tot Den Uyl. Het vijftiende jaarboek voor het democratisch-socialisme" (Amsterdam 1994) 247-269
-
-J.C.J.F. van Merriënboer, "Het avontuur van Sicco Mansholt", in: "Politieke Opstellen 15/16" (1995/1996) 137-168
-
-H. Strabbing, "Sicco Leendert Mansholt. Boer, zeeman en machinist van Europa", in: P. Brill (red.), "Kopstukken van het Laagland. Een eeuw Nederland in honderd portretten" (1999)
-
-F. Westerman, "De Graanrepubliek" (1999)
-
-T. de Boer, "Inventaris van het archief van Sicco L. Mansholt (1908-1995)", IISG, 2000
-
-J.C.F.J. van Merriënboer, "Mansholt, Sicco Leendert (1908-1995), in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel VI (digitale versie)
-
-J.C.F.J. van Merriënboer, "Mansholt, een biografie" (2006)
-
-J.C.F.J. van Merriënboer, "Baanbreker en volbloed Europeaan. Sicco Mansholt, lid van de Europese Commissie (1958-1973) en voorzitter (1972-1973)", in: G. Voerman e.a. (red.), "De Nederlandse eurocommissarissen" (2010), 121
-
-Wie is dat? 1956
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Ruim een maand na de bevrijding benoemde koningin Wilhelmina dit eerste naoorlogse kabinet als opvolger van het oorlogskabinet-Gerbrandy III. Het kabinet-Schermerhorn/Drees bestond uit ministers van SDAP, CHU en RKSP, alsmede vijf partijloze ministers, van wie er later twee PvdA-lid werden. Minister-president Schermerhorn was afkomstig uit de kring van de VDB (later PvdA). Het kabinet trad op 25 juni 1945 aan.
- 2.Deze Europese Commissie trad aan op 2 juli 1970 en bleef in functie tot januari 1973. In maart 1972 maakte de Italiaanse voorzitter Franco Malfatti bekend dat hij vrijwillig zou aftreden, omdat hij deelnam aan de Italiaanse presidentsverkiezingen. Hierna werd de Nederlandse eurocommissaris voor landbouw Sicco Mansholt commissievoorzitter.