Jhr.Ir. O.C.A. (Otto) van Lidth de Jeude

Foto Jhr.Ir. O.C.A. (Otto) van Lidth de Jeude
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Liberaal minister in de jaren voor de oorlog en in Londen. Was voor hij minister werd ondernemer (havenwerken) met diverse commissariaten in het bedrijfsleven. Gerenommeerd waterstaatkundig ingenieur, die in de kabinetten-Colijn een kundig minister van Waterstaat was. Werd in Londen minister van Oorlog, hoewel hij zichzelf eerder als een geschikte kandidaat voor het minister-presidentschap had beschouwd. Was in 1943 verantwoordelijk voor het besluit over instelling van het Militair Gezag na de bevrijding. Na de oorlog nog enkele jaren Statenlid in Zuid-Holland. Beminnelijk man, maar in Londen soms iets te veel levensgenieter.

LSP
functie(s) in de periode 1935-1945: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties (24/28)
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin
  11. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Otto Cornelis Adriaan (Otto)

geboorteplaats en -datum
Tiel, 7 juli 1881

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 1 februari 1952

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • - 
    Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", tot 14 maart 1946 (vanaf februari 1938 zonder toevoeging "de Vrijheidsbond")
  • - 
    PvdV (Partij van de Vrijheid), van 14 maart 1946 tot 24 januari 1948
  • - 
    VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), vanaf 24 januari 1948

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    adjunct-ingenieur Rijkswaterstaat, toegevoegd aan de inspecteur-generaal van Rijkswaterstaat in de tweede inspectie te Utrecht, van november 1903 tot 1904
  • - 
    adjunct-ingenieur Rijkswaterstaat, bij de werken der Maasmondverbetering te 's-Hertogenbosch, van 1904 tot 1906
  • - 
    ingenieur derde klasse, Rijkswaterstaat te Utrecht, van 13 september 1906 tot 1909
  • - 
    verlof in verband met studie van verbetering van de haven van Curaçao, van 1909 tot 1910
  • - 
    arrondissements-ingenieur Pannerdens Kanaal, Nederrijn en Lek te Utrecht, van 1911 tot 1913
  • - 
    verlof in verband met studie van verbetering van de haven van Tsifoe (China), van 1918 tot 1919
  • - 
    technisch-directeur Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken in Nederlands-Indië, van 1919 tot 1920
  • - 
    technisch-directeur Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken te Amsterdam, van 1921 tot 15 maart 1935
  • - 
    lid gemeenteraad van Baarn, van 4 september 1923 tot 15 maart 1935
  • - 
    lid Provinciale Staten van Utrecht, van 27 april 1931 tot 15 maart 1935
  • - 
    minister van Waterstaat, van 15 maart 1935 tot 24 juni 1937
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 8 juni 1937 tot 25 juli 1939
  • - 
    voorzitter Raad van het Openbaar Lichaam "De Wieringermeer", van 1 januari 1938 tot 25 juli 1939
  • - 
    minister van Waterstaat, van 25 juli 1939 tot 10 augustus 1939
  • - 
    regeringscommissaris voor vluchtelingen te Londen, van 26 mei 1940 tot 15 september 1942
  • - 
    lid Buitengewone Raad van Advies te Londen, van 8 juni 1942 tot 15 september 1942
  • - 
    minister van Oorlog, van 15 september 1942 tot 23 februari 1945
  • - 
    lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 20 juni 1946 tot 4 juli 1950

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • - 
    voorzitter Liberale Staatspartij "de Vrijheidsbond", kieskring Utrecht, omstreeks 1933
  • - 
    voorzitter commissie organisatie en beginselen Liberale Staatspartij "Vrijheidsbond", van oktober 1937 tot januari 1938
  • - 
    ondervoorzitter Liberale Staatspartij, van 21 januari 1938 tot juli 1939
  • - 
    voorzitter Liberale Staatspartij, afdeling 's-Gravenhage, vanaf oktober 1938

lijsttrekkerschappen
  • - 
    lijstaanvoerder Vrijheidsbond Tweede Kamerverkiezingen 1933 (in de kieskring Utrecht)
  • - 
    lijstaanvoerder Vrijheidsbond Tweede Kamerverkiezingen 1937 (in de kieskringen Arnhem, Nijmegen, Rotterdam, Leiden en Utrecht)

5.

Nevenfuncties (24/28)

  • - 
    gedelegeerd commissaris NMH (Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken), vanaf oktober 1937
  • - 
    voorzitter Raad van Beheer Koninklijke Vereeniging "Koloniaal Instituut" te Amsterdam, vanaf 1 januari 1938
  • - 
    ondervoorzitter Zuiderzeeraad, van 1 februari 1938 tot november 1939
  • - 
    lid Raad van Commissarissen N.V. Amsterdamsche Bank, vanaf mei 1938
  • - 
    lid Raad van Commissarissen Stoomvaartmaatschappij "Zeeland", vanaf juni 1938
  • - 
    lid Raad van Commissarissen "Holland-Amerika" Lijn, omstreeks 1938
  • - 
    lid Raad van Commissarissen N.V. "Java-China-Japan Lijn", omstreeks september 1938
  • - 
    lid Raad van Commissarissen N.V. Gemeenschappelijke Mijnbouwmaatschappijen "Billiton", vanaf 1 oktober 1939
  • - 
    voorzitter Zuiderzeeraad, van 14 november 1939 tot mei 1940
  • - 
    voorzitter studiecommissie betreffende registratie van arbeidskrachten, 1940
  • - 
    lid Raad van Beheer Billiton-Maatschappij in Nederlands-Indië, van februari 1940 tot mei 1940
  • - 
    lid International Tin Committee, vanaf mei 1940
  • - 
    voorzitter Londens comité van het Nederlandse Rode Kruis, van mei 1940 tot mei 1945
  • - 
    voorzitter Karel Doorman-Fonds
  • - 
    voorzitter Haags Benelux-Comité
  • - 
    voorzitter Nederlands-Chinese Vereniging
  • - 
    voorzitter Verbond "Veilig Verkeer Nederland", van 1 december 1946 tot 1 februari 1952
  • - 
    buitengewoon lid Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van 4 juni 1946 tot juni 1950
  • - 
    vicevoorzitter KIVI (Koninklijk Instituut van Ingenieurs), van 1946 tot december 1949
  • - 
    voorzitter KIVI (Koninklijk Instituut van Ingenieurs), van december 1949 tot 1 februari 1952
  • - 
    voorzitter Raad van Commissarissen N.V. Gemeenschappelijke Mijnbouwmaatschappijen "Billiton", vanaf 2 augustus 1950
  • - 
    voorzitter Raad van Commissarissen N.V. Maatschappij Lecocq-Fourmanoit, tot 1 februari 1952
  • - 
    lid bestuur Stichting Radio Nederland Wereldomroep, omstreeks 1950
  • - 
    voorzitter Nederlands Verkeersinstituut, omstreeks 1950

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Algemene Bond van Forensen

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    Rijks Hogere Burgerschool te Tiel, tot 1898

academische studie
  • - 
    civiele techniek, Polytechnische School te Delft, van september 1898 tot juli 1903

7.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • - 
    Was als minister van Oorlog in Londen in 1943 verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Besluit op de Bijzondere Staat van Beleg. Dit in 1944 gepubliceerde besluit regelde de instelling van het Militair Gezag, dat na de bevrijding tijdelijk het burgerlijk gezag moest waarnemen en daarbij verregaande bevoegdheden kreeg (zoals postcensuur, het recht om mensen te interneren, om goederen te vorderen en om reisverboden in te stellen).
  • - 
    Vroeg op 16 december 1944 schriftelijk aan Gerbrandy de koningin te verzoeken hem ontslag aan te bieden. Hij vond dat collega's teveel kritiek hadden op de leiding (met name generaal Kruls) van het Militair Gezag. Gerbrandy voldeed niet aan dat verzoek.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1935 de Wegenverkeerswet tot stand, die de Motor- en Rijwielwet 1905 verving. Deze wet bevat regels waaraan het verkeer zich moet houden op wegen en rijwielpaden. In de wet worden voor het eerst eisen opgenomen voor het verkrijgen van een rijbewijs, waarvan de geldigheid vijf jaar wordt. Ook komen er bepalingen over het rijden onder invloed. Het wetsvoorstel was in 1934 ingediend door minister Kalff.
  • - 
    Bracht in 1936 de Luchtvaartrampenwet tot stand, waarbij de Raad voor de Luchtvaart werd ingesteld. Deze raad onderzoekt ongevallen met burgerluchtvaartuigen.
  • - 
    Bracht in 1936 samen met minister Slingenberg de Rijtijdenwet tot stand. Chauffeurs in dienstbetrekking mogen slechts tien uur per dag en 55 uren per week werken, behoudens uitzondersgevallen. Ook voor andere autobestuurders kunnen overeenkomstige voorschriften worden uitgevaardigd, maar voor overige werkzaamheden behouden zij volledige vrijheid. De wet moet oververmoeidheid van bestuurders van motorrijtuigen tegengaan, zowel vanwege de verkeersveiligheid als vanwege de arbeidsomstandigheden.
  • - 
    Bracht in 1937 de Wet reorganisatie van het spoorwegbedrijf tot stand, waarbij per 1 januari 1938 de N.V. Nederlandse Spoorwegen werd opgericht die de spoorwegen exploiteert. Van dit bedrijf werd de Staat de enige aandeelhouder. De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen werden opgeheven.
  • - 
    Bracht in 1937 de Wet inzake de instelling van het Openbaar Lichaam Wieringermeer tot stand, die een tijdelijke bestuursvorm in het leven riep voor de ingepolderde Wieringermeer
  • - 
    Bracht in 1937 de Verkeerswet tegen lintbebouwing tot stand. Deze wet verbood het oprichten van gebouwen binnen vijf meter uit de grens van de weg en het belemmeren van het vrije uitzicht bij een bocht van een weg of bij kruisingen.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Ging in november 1944 als één van de minister-kwartiermakers naar het bevrijde Zuid-Nederland en verbleef sindsdien afwisselend in Oisterwijk, Brussel en Londen

uit de privésfeer
  • - 
    Had internationale faam op het gebied van havenaanleg. Was betrokken bij de havenbouw in onder andere Hongkong, Macao, Barcelona en de Canarische Eilanden. Won een Spaanse prijs met zijn ontwerp van de haven van Barcelona.
  • - 
    Werd op einde van de oorlog (eind 1944) in Londen enkele malen door de politie in beschonken toestand van straat opgepikt
  • - 
    Zijn vader was dijkgraaf van de Nederbetuwe, wethouder van Tiel en lid van Provinciale Staten van Gelderland
  • - 
    Zijn grootvader van vaderszijde was wethouder van Tiel

verkiezingen
  • - 
    Stond in 1948 en 1951 op de VVD-kandidatenlijst bij de Eerste Kamerverkiezingen, maar werd niet gekozen

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    H.J. van Lennep, "Lidth de Jeude, jhr. Otto Cornelis Adriaan van (1881-1952)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 335
  • - 
    L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IX (eerste deel), 355
  • - 
    H.J.L. Vonhoff, "Liberalen onder één dak" (1998), 28
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
  • - 
    "Londense dagboeken van Jhr.Ir. O.C.A. van Lidth de Jeude 1940-1945, bewerkt door A.E. Kersten" (RGP, kleine serie 95 en 96) (2001)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.