Mr. J.G. Gleichman

Foto Mr. J.G. Gleichman
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Voorman van de oud-liberalen en Tweede Kamervoorzitter. Na een loopbaan bij de Nederlandse Bank minister van Financiën in het kabinet-Kappeyne van de Coppello1. Uitstekend administrateur en zuinig financier. Werd na de breuk in het kabinet feitelijk leider van de conservatief-liberalen. Was streng voor zichzelf en voor anderen. Moeilijk in de omgang. Ontzag inboezemend Kamervoorzitter, die door de gehele Kamer werd gerespecteerd vanwege zijn onpartijdigheid. Lange magere man; gedistingeerd en kalm, en gemakkelijk sprekend.

Liberalen, Oud- of vrije liberalen
functie(s) in de periode 1877-1904: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Nevenfuncties
  5. Opleiding
  6. Activiteiten
  7. Wetenswaardigheden
  8. Publicaties van/over
  9. Familie/gezin
  10. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Johan George

geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 19 juli 1834

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 30 april 1906

2.

Partij/stroming

stroming(en)
  • - 
    oud-liberaal
  • - 
    anti-Takkiaan, 1894

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage, van november 1857 tot oktober 1860
  • - 
    ambtenaar (resp. commies en referendaris), ministerie van Financiën, van 1860 tot 1867
  • - 
    agent "De Nederlandsche Bank" te 's-Gravenhage, van 1867 tot 1871
  • - 
    secretaris "De Nederlandsche Bank" te Amsterdam, van 1 april 1871 tot november 1877
  • - 
    minister van Financiën, van 3 november 1877 tot 20 augustus 1879
  • - 
    ambteloos, van 20 augustus 1879 tot 20 september 1880
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1880 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
  • - 
    voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1891 tot 20 maart 1894
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 8 juni 1901 (voor het kiesdistrict Amsterdam, vanaf september 1897 voor Amsterdam IV)
  • - 
    voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 mei 1894 tot 17 juni 1901
  • - 
    lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 juni 1901 tot 23 juli 1904 (voor Friesland)

ambtstitel
  • - 
    minister van staat, van 31 augustus 1898 tot 30 april 1906

(in)formateurschap(pen)
  • - 
    kabinetsformateur, van 19 maart 1883 tot 23 maart 1883 (poging mislukte)

4.

Nevenfuncties

  • - 
    lid Comité tot oprichting van een standbeeld voor Thorbecke
  • - 
    commissaris Nieuwe of Littéraire Sociëteit "De Witte", van 1867 tot 1871
  • - 
    lid hoofdbestuur Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, omstreeks 1875
  • - 
    lid College van Curatoren Rijksuniversiteit Utrecht, van 1895 tot 1897
  • - 
    lid Commissie tot de zaken der Remonstrantsche Broederschap
  • - 
    financieel adviseur koningin-regentes Emma
  • - 
    lid Raad van Commissarissen H.IJ.S.M. (Hollandsche IJzeren-Spoorweg Maatschappij), omstreeks 1901

afgeleide functies, presidia etc.
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van maart 1881 tot november 1881
  • - 
    lid Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 25 november 1881 tot 17 september 1883
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1882 tot november 1882
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1883 tot november 1883
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1884 tot mei 1884
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1885 tot februari 1886
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1886 tot april 1887
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de voorstellen tot grondwetsherziening (tweede lezing) (Tweede Kamer der Staten-Generaal), 1887
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1887 tot maart 1888
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de hoofdstukken I, II etc. en de Wet op de Middelen 1889 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1890 tot september 1890
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1890 tot januari 1891
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1891 tot september 1891
  • - 
    voorzitter Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 mei 1894 tot 17 juni 1901
  • - 
    voorzitter Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 mei 1894 tot 17 juni 1901
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1902 tot april 1904

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter Protestantenbond

5.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    voorbereidend onderricht op kostschool van W. Julius te Utrecht
  • - 
    Openbaar "Erasmiaansch Gymnasium" te Rotterdam, van 1846 tot 1852

academische studie
  • - 
    Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op stellingen), Hogeschool te Utrecht, van 9 september 1852 tot 29 juni 1857

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Sprak veelvuldig als Tweede Kamerlid, met name over financiële onderwerpen, handel en kanalen, maar ook bij de Grondwetsherziening 1887 en over onderwijsaangelegenheden en Amsterdamse zaken.
  • - 
    Interpelleerde in 1882 minister Six over een benoeming van een hoogleraar
  • - 
    Sprak als Eerste Kamerlid alleen bij de algemene beschouwingen over de begroting 1902

opvallend stemgedrag (2/4)
  • - 
    Behoorde in 1891 tot de 14 leden die voor een (verworpen) voorstel-Van der Feltz stemden om de behandeling van de ontwerp-Krijgswet voort te zetten en daarmee door te gaan tot de verkiezingen
  • - 
    Behoorde in 1900 tot de vier liberalen die tegen een (aangenomen) amendement-De Boer op de ontwerp-Leerplichtwet stemden over de bevoegdheid van gemeenten om voeding en kleding aan schoolgaande kinderen te verstrekken. Hij stemde wel vóór het wetsvoorstel.

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • - 
    Introduceerde 'De leening van 1878', de eerste Nederlandse staatslening met een aflossingsschema en jaarlijkse rentecoupons. Dit vanwege het wegvallen van het 'batig slot' van de Indische begroting, waardoor een onverwacht financieringstekort was ontstaan.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1878 een nieuwe Successiewet tot stand, waarbij een successiebelasting in de rechte lijn werd ingevoerd. Bloedverwanten in rechte lijn en echtgenoten met kinderen gaan 1 procent belasting betalen over de erfenis, ouders en grootouders 3 procent

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (5/6)
  • - 
    Keerde zich 1879 met Van Rees tegen het verzoek aan de koning voor machtiging tot grondwetsherziening. Gold sedertdien als aanvoerder van de in meerderheid behoudende liberalen (Gleichmannianen).
  • - 
    In 1881 verhinderde de Kappeynianen zijn verkiezing tot Tweede Kamervoorzitter. Hij werd bij het opmaken van de voordracht verslagen door C.J.F. Mirandolle.
  • - 
    Werd in juli en september 1886 en in september 1887 als tweede op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
  • - 
    Werd op 16 september 1891 als eerste kandidaat op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. Hij kreeg in de eerste stemronde 69 van 98 stemmen. Op jhr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland werden 26 stemmen uitgebracht.
  • - 
    Weigerde in 1897 een opdracht tot kabinetsformatie

uit de privésfeer
  • - 
    Gleichman is een oorspronkelijk Duitse familie
  • - 
    Een broer van hem was gehuwd met een dochter van A. Hoynck van Papendrecht, Tweede Kamerlid
  • - 
    Zijn vader was gemeenteraadslid in Rotterdam (1854-1861)

verkiezingen (5/8)
  • - 
    Werd in 1891 in het district Schiedam na herstemming verslagen door A.Ph.R.C. baron van der Borch van Verwolde (arp)
  • - 
    Werd in 1894 gekozen in de districten Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam. In Amsterdam versloeg hij na herstemming onder meer W.K.M. Vrolik, I.A. Levy en M.W.F. Treub. Opteerde voor Amsterdam. Versloeg in 's-Gravenhage (onder anderen) H. Goeman Borgesius en in Rotterdam (onder anderen) J.M. Pijnacker Hordijk, J.A. van Gilse en E.E. van Raalte. Werd in het district Zutphen verslagen door H. Goeman Borgesius (lib.-takkiaan).
  • - 
    Versloeg in 1897 in het district Amsterdam IV Z. van den Bergh (rad.) na herstemming
  • - 
    Versloeg in 1901 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Friesland met 27 tegen 19 stemmen L.W. de Vries (a.r.)
  • - 
    Was in 1904 bij de Eerste Kamerverkiezingen na de Kamerontbinding geen kandidaat meer

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    Castoretpollux, "In de Tweede Kamer. Portretten" (1881)
  • - 
    F. Netscher, "In en om de Tweede Kamer. Parlementaire portretten en schetsen" (1889)
  • - 
    Mr. Antonio, "Mr. J.G. Gleichman", Parlementaire Portretten, Nieuwe Reeks VII, De Telegraaf, 26 januari 1901
  • - 
    R.P. Mees R.Az., "Levensbericht van Mr. J.G. Gleichman", in: Levensberichten Maatschappij der Nederlandse Letterkunde" 1906/1907, 1-42
  • - 
    F. de Beaufort, "Johan George Gleichman, Rechtlijnig & Bedachtzaam", in: F. de Beaufort, J.Th.J. van den Berg en P.C.G. van Schie, "Eigenzinnige Liberalen" (2014), 113
  • - 
    Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 659
  • - 
    Onze Afgevaardigden, 1897, 1901
  • - 
    Ned. Patriciaat, 1938
  • - 
    G.F. Lörtzer, "'De leening van 1878': een doorbraak in de financiering van de rijksbegroting", in: NEHA Jaarboek 60, 204-225, 1997

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

publicaties over en van letterkundigen
gegevens uit de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    De kern van dit liberale kabinet werd gevormd door de leiding van de vooruitstrevende liberale Kamerclub, met aan het hoofd Kappeyne van de Coppello. Ook de ministers Smidt, Tak van Poortvliet en De Roo van Alderwerelt behoorden daartoe. Met name minister Gleichman van Financiën was echter veel behoudender. Die innerlijke tegenstelling leidde al binnen twee jaar tot de val van het kabinet.