Mr. W.F. de Gaay Fortman
Gezaghebbende progressieve ARP- en CDA-politicus. Was ambtenaar, secretaris van de rijksbemiddelaars en docent aan de CNV-kaderschool en werd later hoogleraar aan de VU. In 1956 zonder succes formateur tijdens de lange kabinetsformatie van dat jaar. Wist in 1960, het jaar waarin hij ook senator was geworden, echter snel een kabinetscrisis op te lossen. Liet zich in 1973 samen met Boersma1 overhalen minister te worden in het kabinet-Den Uyl2. Had een goede band met de ex-gereformeerde Den Uyl3. Als minister een relativerende, vaderlijke figuur. Speelde een belangrijke rol bij de onafhankelijkheid van Suriname en kwam met een plan om Nederland op te delen in 24 provincies. Was in 1981 nog eens als informateur betrokken bij een formatie en wist de weg te openen voor een kabinet van CDA, PvdA en D66. Tot op hoge leeftijd kritisch volger van de koers van het CDA.
ARP, CDA
functie(s) in de periode 1960-1981: lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK, minister, viceminister-president, lid Europees Parlement (vóór 1979)
Inhoudsopgave
Wilhelm Friedrich
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 8 mei 1911
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 29 maart 1997 partij(en)
-
-ARP (Anti-Revolutionaire Partij), van 1934 tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
-
-ambtenaar Landbouwcrisisbureau, ministerie van Economische Zaken, van 1 september 1934 tot 1 februari 1938
-
-ambtenaar afdeling Arbeidsverzekering (rang: hoofdcommies, vanaf 1 januari 1942 referendaris), ministerie van Sociale Zaken, van 1 februari 1938 tot 1945
-
-hoofd afdeling arbeidsverhoudingen (rang: administrateur), ministerie van Sociale Zaken, van 1945 tot mei 1947
-
-hoogleraar privaatrecht en arbeidsrecht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 30 mei 1947 tot 11 mei 1973 (benoemd in januari 1947, afscheidscollege in 1977)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1960 tot 11 mei 1973
-
-rector magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 19 september 1962 tot 18 september 1963
-
-rector magnificus Vrije Universiteit te Amsterdam, van 22 september 1965 tot 4 september 1972
-
-fractievoorzitter ARP Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 11 mei 1971 tot 11 mei 1973
-
-minister van Binnenlandse Zaken, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
-
-minister belast met coördinatie van aangelegenheden Suriname en de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor aan Suriname en de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand, van 11 mei 1973 tot 25 november 1975
-
-minister belast met coördinatie van aangelegenheden de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor aan de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand, van 25 november 1975 tot 19 december 1977
-
-minister van Justitie en viceminister-president, van 8 september 1977 tot 19 december 1977 (na het aftreden van vicepremier Van Agt)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1977 tot 10 juni 1981
-
-hoogleraar privaatrecht en arbeidsrecht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 20 december 1977 tot 10 februari 1979
-
-lid Europees Parlement, van 13 maart 1978 tot 15 juli 1979 (aangewezen door de Staten-Generaal)
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur, van 22 augustus 1956 tot 14 september 1956
-
-informateur, van 27 december 1960 tot 2 januari 1961
-
-informateur, van 20 augustus 1981 tot 2 september 1981
-
-voorzitter College van Advies ARP, van 7 oktober 1958 tot juni 1963
-
-adviserend lid Centraal Comité van de ARP, van 23 maart 1963 tot mei 1973
-
-adviserend lid formatieteam ARP, van 30 november 1972 tot mei 1973
-
-lid bestuur WI (Wetenschappelijk Instituut voor het CDA), omstreeks 1980
-
-vicefractievoorzitter CDA Eerste Kamer der Staten-Generaal, van juli 1980 tot juni 1981
-
-organisator en voozitter Christelijk-Sociale Conferentie, van 1948 tot 1952
-
-kroonlid SER (Sociaal-Economische Raad), van 1950 tot september 1960
-
-kroonlid SVr (Sociale-Verzekeringsraad), vanaf 6 november 1952
-
-docent ISS (Institute of Social Studies) (begin jaren '50)
-
-gedelegeerde bij de Algemene Vergaderingen van de Verenigde Naties (vanaf juli 1954 tot in 1956, steeds enkele maanden)
-
-lid Raad van Commissarissen bij diverse bedrijven
-
-lid redactieraad "Centraal Weekblad ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland", vanaf januari 1953
-
-secretaris redactie sociaal maandblad "Arbeid", omstreeks 1953
-
-lid NRWM (Nationale Raad Welzijn Militairen), omstreeks 1953
-
-lid commissie onderzoek beloning overheidspersoneel vergeleken met beloning in bedrijfsleven, vanaf juni 1955
-
-kamerheer in buitengewone dienst van H.M. de Koningin, van 1 juli 1955 tot 11 mei 1973
-
-lid commissie van onderzoek wijziging rechtsvorm van de onderneming (commissie-Verdam), van april 1960 tot 1965
-
-lid Raad van Bestuur ZWO (Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek), van 1960 tot 1973
-
-lid Adviesraad Burgerlijke Samenwerking, vanaf 1961
-
-voorzitter Prins Bernhardfonds, van juni 1961 tot november 1971
-
-lid redactie "De Strijdende Kerk", veertiendaags orgaan van de stichting Gemeente-toerusting, van 7 juli 1962 tot 20 maart 1965
-
-lid Raad van Beroep voor het Personeel der Koninklijke Hofhouding, vanaf 1 juli 1963
-
-lid Raad voor Ontwikkelingshulp, 1964
-
-lid Europese Commissie voor de rechten van de mens, van 1965 tot 1972
-
-voorzitter "Van Coeverden Adriani Stichting", van 1966 tot 1994 (bevorderen van bijzonder hoger- en voorbereidend hogeronderwijs in christelijke geest, meer bepaald op gereformeerde grondslag)
-
-lid (en lid dagelijkse raad) Academische Raad, omstreeks 1970
-
-lid (dagelijks) bestuur STICUSA (Nederlandse Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen), omstreeks 1967 tot mei 1973
-
-voorzitter Koninkrijkscommissie inzake de staatkundige verhoudingen tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen, van 12 januari 1972 tot mei 1973 (voorzitter Nederlandse sectie)
-
-voorzitter Raad voor het ZWO (Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek), van juli 1978 tot 1 december 1984
afgeleide functies, presidia etc.
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 11 april 1961 tot 19 september 1961
-
-voorzitter commissie van rapporteurs voor de begroting van Algemene Zaken 1962 (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van januari 1962 tot februari 1962
-
-voorzitter bijzondere commissie inzake de nota van de minister van Justitie betreffende de zgn. schrootaffaire (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 3 juli 1962 tot mei 1963
-
-voorzitter commissie van rapporteurs voor de begroting van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1963 (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1962 tot januari 1963
-
-voorzitter commissie van rapporteurs voor de begroting van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1965 (Eerste Kamer der Staten-Generaal), januari 1965
-
-voorzitter commissie van rapporteurs voor Algemene Zaken en Hoge Colleges van Staat (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 13 oktober 1967 tot 12 december 1967
-
-voorzitter vaste commissie voor Algemene Zaken en het Huis der Koningin (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 12 december 1967 tot 11 mei 1973
-
-tweede ondervoorzitter Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1969 tot 11 mei 1973
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de herziening van het Burgerlijk Wetboek (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 23 september 1969 tot 11 mei 1971
-
-lid College van Senioren (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 11 mei 1971 tot 11 mei 1973
-
-lid ministeriële commissie Lockheed-affaire (kabinet-Den Uyl), van februari 1976 tot september 1976
-
-voorzitter vaste commissie voor Justitie (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 5 oktober 1977 tot 10 juni 1981
-
-voorzitter vaste commissie voor Algemene Zaken en het Huis der Koningin (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 23 september 1980 tot 10 juni 1981
-
-voorzitter gemeenschappelijke commissie voor het voorbereidend onderzoek van de wetsvoorstellen inzake het regentschap en de voogdij (Verenigde Vergadering), van 6 mei 1981 tot 10 juni 1981
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
primair onderwijs-
-Chr. lagere school "Prinses Juliana" te Dordrecht, van september 1916 tot 1923
voortgezet onderwijs
-
-gymnasium-a, Openbaar Gymnasium te Dordrecht, van september 1923 tot september 1925
-
-gymnasium-a, "Gereformeerd Gymnasium" te Amsterdam, van september 1925 tot juli 1929
academische studie
-
-Nederlands recht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 19 september 1929 tot 19 december 1932
promotie
-
-rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit te Amsterdam, 12 juni 1936 (cum laude)
-
-Was woordvoerder binnenlandse zaken, Koninkrijksaangelegenheden en sociale zaken van de ARP-Eerste Kamerfractie. Hield zich ook bezig met (hoger) onderwijs.
-
-Was woordvoerder justitie en binnenlandse zaken van de CDA-Eerste Kamerfractie
opvallend stemgedrag (2/17)
-
-Behoorde in 1980 tot de tien leden van zijn fractie die vóór de ontwerp-Sanctiewet stemden
-
-Stemde in 1981 als enige van zijn fractie bij de eerste lezing vóór het (verworpen) voorstel tot wijziging van de bepalingen over de verdediging in de Grondwet
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Loodste in 1974 samen met minister Van Agt een wetsvoorstel door de Tweede Kamer over afschaffing van het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel. Het wetsvoorstel was in 1970 ingediend en werd in 1979 door de ministers De Ruiter en Wiegel in het Staatsblad gebracht. (11.001)
-
-Bracht in 1974 de Nota inzake het Grondwetsherzieningsbeleid uit. Belangrijkste voorstellen daarin waren: rechtstreekse verkiezing van de formateur, invoering van een beperkt districtenstelsel (18 kieskringen), rechtstreekse verkiezing van de Eerste Kamer waarvan de zittingsduur vier jaar moest worden, en opneming van sociale grondrechten in de Grondwet. (12.944)
-
-Bracht in 1974 de Nota civiele verdediging uit. Taken van de Bescherming Burgerbevolking (BB) moesten worden overgenomen door samenwerkende brandweer- en politiekorpsen. Aangekondigd wordt dat het aantal BB-medewerkers met 30000 zou worden verminderd. Er werd uitgegaan van een rijksorganisatie voor de BB, maar de Tweede Kamer koos voor een regionale opzet. (13.107)
-
-Bracht in 1975 de Nota hulpverlening bij ongevallen en rampen uit. Hierin werd uiteengezet dat de organisatie van de bij rampenbestrijding betrokken diensten en de bevelvoering en coördinatie bij rampenbestrijding dringend verbetering behoefden. (13.263)
-
-Tijdens zijn ministerschap werd op 25 november 1975 Suriname onafhankelijk. Had een groot aandeel in de besprekingen die daaraan vooraf gingen.
-
-In 1976 verwierp de Tweede Kamer met 75 tegen 66 stemmen het door hem en minister Van Kemenade verdedigde voorstel in eerste lezing tot wijziging van de grondwettelijke onderwijsbepalingen (13.874)
-
-Diende in 1976 samen met minister Van Agt het wetsvoorstel Wet commissaris van onderzoek in. Dit voorstel werd in 1980 door de ministers Wiegel en De Ruiter als Wet Nationale Ombudsman in het Staatsblad gebracht. (14.178)
-
-Diende in 1976 wetsvoorstellen in over de verdeling van Nederland in 24 provincies en over verschuiving van rijkstaken naar provincies (Wet Reorganisatie Binnenlands Bestuur). Deze voorstellen werden in 1983 door minister Rietkerk ingetrokken (14.322 & 14.323)
-
-Diende in 1977 een wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot onder meer de pensioenopbouw en de invaliditeitsvoorziening in. De wetswijziging werd in 1979 door minister Wiegel in het Staatsblad gebracht. (14.333)
-
-Belangrijke benoemingen tijdens zijn ministerschap: Geertsema (VVD, Commissaris van de Koningin in Gelderland), Van der Harten (KVP, Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant), Schilthuis (PvdA, Commissaris van de Koningin in Drenthe), Boertien (ARP, Commissaris van de Koningin in Zeeland), Kremers (KVP, Commissaris van de Koningin in Limburg), De Wit (PvdA, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland); Van der Lee (PvdA, burgemeester van Eindhoven), Vonhoff (VVD, burgemeester van Utrecht), Van der Louw (PvdA, burgemeester van Rotterdam), Schols (CDA, burgemeester van 's-Gravenhage), Polak (PvdA, burgemeester van Amsterdam), Wierenga (PvdA, burgemeester van Enschede), Reehorst (PvdA, burgemeester van Haarlem); Ruppert (ARP, vicepresident van de Raad van State)
als bewindspersoon (wetgeving) (10/11)
-
-Bracht in 1974 een wet tot gemeentelijke herindeling in de Zaanstreek in het Staatsblad (Stb. 326). Hierdoor werden de gemeenten Zaandam, Assendelft, Koog aan de Zaan, Westzaan, Wormerveer en Zaandijk samengevoegd tot Zaanstad. Het voorstel was in 1971 ingediend door minister Beernink en in 1973 in de Tweede Kamer door minister Geertsema verdedigd. (11.272)
-
-Bracht in 1974 een wet in het Staatsblad (Stb. 429) waarbij het grondgebied van Amersfoort werd uitgebreid met dat van de (op te heffen) gemeente Hoogland. Het voorstel was in 1970 ingediend door minister Beernink en in 1973 door minister Geertsema in de Tweede Kamer verdedigd. (10.792)
-
-Bracht in 1974 een wet tot stand waarbij de gemeenten Doornspijk en Elburg werden verenigd tot een nieuwe gemeente Elburg. Het voorstel was in 1972 ingediend door minister Geertsema. (11.957)
-
-Bracht in 1975 samen met minister Van Agt de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Wet AROB) (Stb. 284) en een wijziging (Stb. 285) van de Wet op de Raad van State tot stand. Er komt een nieuwe afdeling rechtspraak van de Raad van State waar burgers in beroep kunnen gaan tegen beschikkingen van lagere overheden. In verband daarmee wordt het aantal leden van de Raad van State uitgebreid tot vierentwintig. Aan werkzaamheden van de afdeling rechtspraak kunnen ook staatsraden in buitengewone dienst deelnemen. Het wetsvoorstel was in 1971 ingediend door de ministers Beernink en Polak. (11.279 & 11.280)
-
-Bracht in 1975 een wet (Stb. 312) tot wijziging van de Gemeentewet tot stand, waardoor gemeenteraadsleden voortaan een vaste vergoeding krijgen voor het raadswerk en een tegemoetkoming voor kosten als reizen, vakbladen telefoon. Vergoeding en tegemoetkoming komen in de plaats van het presentiegeld. (13.238)
-
-Bracht in 1976 samen met staatssecretaris Polak de Wet agglomeratieraad Eindhoven (Stb. 344) tot stand. Hierdoor kwam er voor Eindhoven en tien omliggende gemeenten een aparte rechtstreeks (uit de gemeenteraadsleden) gekozen volksvertegenwoordiging met een eigen bestuur. Tot de taken van de agglomeratieraad behoorden volkshuisvesting, bedrijfsvestiging en werkgelegenheid, verkeer en vervoer, recreatie, volksgezondheid en milieuhygiëne. (13.245)
-
-Bracht in 1976 een wijziging (Stb. 573) van de Kieswet tot stand. Hierdoor wordt het aanvragen van een kiezerslegitimatiepas vereenvoudigd. Ook stemmen bij volmacht wordt gemakkelijker gemaakt doordat bij de oproepingskaart een machtigingsformulier wordt meegezonden. Het verlenen van een volmacht is niet langer beperkt tot bloed- en aanverwanten. (13.218)
-
-Bracht in 1977 een wijziging (Stb. 113) van de Kieswet tot stand, waardoor aan Nederlanders in het buitenland het actief kiesrecht wordt verleend. (13.885)
-
-Bracht in 1977 een wijziging (Stb. 131) van de wet tot nadere regeling van de wettelijke tijd tot stand, waarbij de zomertijd weer wordt ingevoerd. (13.148)
-
-Bracht in 1977 een gemeentelijke herindeling tot stand in het westelijk deel van de Betuwe. Hierdoor werd onder meer het grondgebied van de gemeenten Buren, Culemborg en Tiel uitgebreid en werd Neerijnen als nieuwe gemeente gevormd. (13.275)
als (in)formateur
-
-Kreeg op 22 augustus 1956 de opdracht de mogelijkheid tot samenstelling van een kabinet te onderzoeken. Onderzocht aanvankelijk de mogelijkheden voor vorming van een extraparlementair kabinet op brede basis onder leiding van de PvdA'er Van Tilburg (Gouverneur van Suriname). Bezwaren van met name tegen de PvdA tegen de personele samenstelling (waaronder de vervanging van Drees), maar ook programmatische bezwaren deden hem op 7 september besluiten zijn poging te staken.
-
-Vanaf 7 september 1956 onderzocht hij de mogelijkheid van vorming van een extraparlementair kabinet op smalle basis (KVP, ARP, CHU, VVD en partijlozen), waarvan hijzelf premier zou worden. Bezwaren van de CHU en de wens van de ARP om een parlementair kabinet te vormen, alsmede weigering van aangezochte kandidaten waren voor hem redenen om op 14 september ontheffing van zijn opdracht te vragen.
-
-Kreeg op 27 december 1960 de opdracht de mogelijkheden te onderzoeken om tot een spoedige oplossing van de kabinetscrisis te geraken, met handhaving van de zelfde politieke samenstelling als die van het zittende kabinet. Wist spoedig een compromis te bereiken over de bouw van extra woningwetwoningen (mede doordat de ARP-leiding de houding van de fractie afkeurde) en kon op 2 januari 1961 melden dat de crisis was opgelost.
-
-Kreeg op 20 augustus 1981 de opdracht te onderzoeken op welke wijze op zo kort mogelijke termijn een kabinet kon worden gevormd, dat zich verzekerd wist van een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal, dan wel mocht vertrouwen een ruime steun in de volksvertegenwoordiging te zullen ondervinden. Op basis van de resultaten van de onderhandelingen van de formateurs Kremers en Van Thijn wist hij op 1 september de laatste obstakels weg te ruimen. Nadere afspraken over het financieringstekort en het werkgelegenheidsbeleid waren voor Van Agt voldoende basis om tot kabinetsformatie over te gaan. Op 1 september bracht hij verslag uit.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (5/8)-
-In februari 1970 medeondertekenaar (met onder anderen Van Agt, Albeda, Mommersteeg en Steenkamp) van een open brief aan de partijbesturen van KVP, ARP en CHU om te komen tot een vooruitstrevende christendemocratische partij
-
-Was tijdens de informatie-Burger op 28 februari 1973, een dag na Boersma, de tweede christendemocraat die zich bereid verklaarde toe te treden tot het kabinet-Den Uyl
-
-Verving met zekere regelmatig Van Agt als minister van Justitie, als deze wegens ziekte of andere bezigheden afwezig was
-
-Werd in september 1977 minister van Justitie, nadat minister Van Agt op grond van de Grondwettelijke bepalingen over de onverenigbaarheid van ambten voor het Kamerlidmaatschap had gekozen.
-
-Was in 1977 tijdens de formatie-Den Uyl de beoogde minister van Justitie
uit de privésfeer (5/7)
-
-Promoveerde bij prof. P.S. Gerbrandy
-
-Een oom van hem, Mr. P.L. de Gaay Fortman, was burgemeester van Dordrecht (1923-1937)
-
-Was van 1943 actief in de redactie van het (illegale) blad "Vrij Nederland". Bij "Vrij Nederland" was Joop den Uyl mederedacteur.
-
-Via zijn werkzaamheden voor het CNV bevriend met Ruppert
-
-Gaf op de kaderschool van het CNV onder andere les aan Van Eibergen en Roolvink
verkiezingen
-
-Werd in 1960, 1963, 1966 en 1971, en in 1977 en 1981 gekozen door Groep IV: Zuid-Holland
niet-aanvaarde politieke functies (5/11)
-
-Commissaris van de Koningin in Utrecht, december 1969
-
-minister van Binnenlandse Zaken, maart 1967 (tijdens formatie-Biesheuvel)
-
-minister van Justitie, juli 1971
-
-informateur, 4 december 1972 (opdracht geweigerd)
-
-minister van Justitie, december 1977 (tijdens formatie kabinet-Van Agt)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-E. Korevaar e.a. (red.), "Recht doen. Geschriften van Mr. W.F. de Gaay Fortman" (Alphen aan den Rijn, 1972)
-
-W. Breedveld en J. Jansen van Galen, "Gaius, de onverstoorbare gang van W.F. de Gaay Fortman" (Utrecht, 1996)
-
-H.A. van Wijnen, "A man for all seasons: De kabinetsformaties van mr. W.F. de Gaay Fortman" (Amsterdam, 1986)
-
-W. Breedveld, "Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman 1911-1997", Trouw, 1 april 1997
-
-J.J. Lindner, "De Gaay Fortman bleef buitenbeentje in CDA", De Volkskrant, 1 april 1997
-
-J. Bosmans, "Gaay Fortman, Wilhelm Friedrich de (1911-1997)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel VI (digitale versie)
-
-P. Bak, "W.F. de Gaay Fortman, christelijk-sociaal denker op het snijvlak van politieke partij en vakbond", in: "Cahier over de geschiedenis van de christelijk-sociale beweging", 4 (http://www.bakschrijft.nl/cahier.html)
-
-P. Bak, "'Pientere knaap'. Jeugdjaren van W.F. de Gaay Fortman" (2003)
-
-P. Bak, "Soeverein leven. Biografie van W.F. de Gaay Fortman" (2004)
-
-P. Bak, "Gaay Fortman, Wilhelm Friedrich de", in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland (digitale versie, 2015)
Biografisch Woordenboek(en)
-
-biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
-
-biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Progressieve antirevolutionair en vakbondsman uit Friesland die in 1973 zijn fractieleider Biesheuvel trotseerde door 'ja' te zeggen op het verzoek van informateur Burger om minister te worden in het te vormen kabinet-Den Uyl. Was voor hij in de politiek kwam economisch adviseur van het CNV. Vanaf 1964 als Tweede Kamerlid woordvoerder economische en sociale zaken. Werd in 1971 minister van Sociale Zaken in het kabinet-Biesheuvel en lag toen geregeld in de clinch met de VVD- en DS'70-ministers over het sociaaleconomische beleid. Als minister in het kabinet-Den Uyl koos hij vaak de zijde van de progressieve bewindslieden. Keerde in 1978 nog wel kort terug in de Kamer, maar stapte snel daarna uit onvrede over zijn positie in de CDA-fractie over naar het bedrijfsleven. Was later enige jaren PvdA-lid. Gedreven, emotioneel betrokken politicus.
- 2.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 3.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.