Mr.dr. D. (Dirk) Fock

Foto Mr.dr. D. (Dirk) Fock
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaande liberale staatsman uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Was advocaat en provinciebestuurder en kwam in 1901 voor een Rotterdams district in de Tweede Kamer. Had grote belangstelling voor koloniale vraagstukken en werd in het kabinet-De Meester1 minister van Koloniën. Keerde in 1913 terug in de Kamer na Gouverneur van Suriname te zijn geweest. In 1917 volgde hij Goeman Borgesius2 op als Kamervoorzitter. Dat ambt bekleedde hij met veel gezag en met strakke hand wist hij de vaak lastige communistische en links-socialistische afgevaardigden in de hand te houden. In 1921 Landvoogd van Nederlands-Indië en in dat ambt conservatief en vrij kleurloos. Bleef tot op hoge leeftijd politiek actief als partijvoorzitter en lid van de Eerste Kamer. Bekritiseerde toen zijn opvolger als Gouverneur-Generaal3, De Graeff4.

Liberale Unie, LSP
functie(s) in de periode 1901-1935: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK, minister, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, Gouverneur van Suriname

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin
  11. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Dirk (Dirk)

geboorteplaats en -datum
Wijk bij Duurstede, 19 juni 1858

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 17 oktober 1941

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • - 
    Liberale Unie, tot april 1921
  • - 
    Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", vanaf april 1921

lid tussentijds gevormde fractie(s)
Vooruitstrevend-Liberale Kamerclub, van 2 december 1902 tot juni 1905

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    advocaat en procureur te Semarang (Nederlands-Indië), van 1880 tot januari 1881
  • - 
    advocaat en procureur te Batavia (Ned.-Indië), van 14 januari 1881 tot 1898
  • - 
    advocaat te Rotterdam, vanaf 1899
  • - 
    lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 6 november 1900 tot 17 augustus 1905 (voor het kiesdistrict Rotterdam III)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1901 tot 17 augustus 1905 (voor het kiesdistrict Rotterdam I)
  • - 
    lid gemeenteraad van Rotterdam, van 1 september 1903 tot 23 februari 1905
  • - 
    lid Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van 17 februari 1905 tot 17 augustus 1905
  • - 
    minister van Koloniën, van 17 augustus 1905 tot 12 februari 1908
  • - 
    Gouverneur van Suriname, van 10 augustus 1908 tot 1 juli 1911 (benoemd bij K.B. van 11 mei 1908)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1913 tot 14 oktober 1920 (in 1913-1918 voor het kiesdistrict Haarlem)
  • - 
    voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 januari 1917 tot 8 oktober 1920
  • - 
    Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 24 maart 1921 tot 6 september 1926 (benoemd bij K.B. van 28 september 1920)
  • - 
    lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 17 september 1929 tot 17 september 1935
  • - 
    fractievoorzitter 'Vrijheidsbond', Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1932 tot 17 september 1935

ambtstitel
  • - 
    minister van staat, van 24 augustus 1928 tot 17 oktober 1941 (t.g.v. verjaardag koningin)

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • - 
    voorzitter Liberale Unie, van 1914 tot 1916
  • - 
    voorzitter Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", van 8 januari 1927 tot 15 oktober 1933
  • - 
    erevoorzitter Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", van 5 mei 1934 tot 17 oktober 1941

lijsttrekkerschappen
  • - 
    lijstaanvoerder Liberale Unie, Tweede Kamerverkiezingen 1918 (in de kieskringen Rotterdam, 's-Gravenhage, Leiden en Dordrecht)

5.

Nevenfuncties

  • - 
    redacteur "Indisch Weekblad van het Recht", van 1885 tot 1887
  • - 
    redacteur "Indisch Weekblad van het Recht", van 1889 tot 1897
  • - 
    consul van Oostenrijk-Hongarije te Batavia, vanaf 1892
  • - 
    voorzitter commissie inrichting middelbaar onderwijs in Nederlands-Indië, van 1915 tot 1916
  • - 
    lid College van Curatoren Nederlandsch-Indische Bestuursacademie, van 30 december 1915 tot oktober 1920
  • - 
    lid Commissie van Advies Uitvoering der Oorlogsmolestverzekeringswet, vanaf 1916 (nog in 1919)
  • - 
    lid curatorium "Het Nederlandsch Lyceum", van 1916 tot 1921
  • - 
    voorzitter Commissie van uitvoering inzake het middenstandskrediet, omstreeks 1919
  • - 
    voorzitter Maatschappij ter bevordering van het natuurkundig onderzoek der Nederlandsche Koloniën, omstreeks 1920
  • - 
    lid Nederlandse delegatie Volkenbond, vanaf 1920
  • - 
    lid curatorium "Het Nederlandsch Lyceum" te 's-Gravenhage, van 1927 tot 1941
  • - 
    voorzitter VLRA (Vereeniging Liberale Radio Amateurs), vanaf 7 september 1928
  • - 
    voorzitter Raad van Toezicht Vereeniging voor Luchtbescherming, vanaf januari 1937

afgeleide functies, presidia etc.
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk X (Koloniën) en de begrotingen van Suriname en Curaçao 1905 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
  • - 
    voorzitter Commissie voor de Verzoekschriften (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1904 tot september 1905
  • - 
    voorzitter begrotingscommissie voor de koloniale begrotingen (Tweede Kamer der Staten-Generaal) (voor 1915 en 1916)
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor het wetsontwerp Nadere wijziging van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indië (Volksraad) (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1915 tot oktober 1916
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1916 tot september 1916
  • - 
    voorzitter Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1917 tot 8 oktober 1920
  • - 
    voorzitter Commissie voor Huishoudelijke aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1917 tot 8 oktober 1920
  • - 
    voorzitter vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 17 september 1919 tot 8 oktober 1920
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 18 maart 1930 tot 30 juni 1931
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 15 september 1931 tot 15 maart 1932
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 21 september 1932 tot 21 maart 1933
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 19 september 1933 tot 28 juni 1934
  • - 
    lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 20 december 1934 tot 19 maart 1935

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
  • - 
    erelid Indisch Genootschap, omstreeks 1926
  • - 
    erevoorzitter Nederlandse Vereeniging voor den Volkszang, afdeling 's-Gravenhage

6.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    vijfjarige h.b.s. (slechts 3 klassen)
  • - 
    Gymnasium Haganum te 's-Gravenhage

academische studie
  • - 
    rechtswetenschap (gepromoveerd op stellingen), Rijksuniversiteit Leiden, van 30 september 1875 tot 21 mei 1880
  • - 
    staatswetenschap (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Leiden, van 30 september 1875 tot 21 mei 1880

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Sprak als Tweede Kamerlid hoofdzakelijk over koloniale aangelegenheden
  • - 
    Voerde in de Eerste Kamer regelmatig het woord over koloniale zaken en over onderwerpen op economisch gebied

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • - 
    Benoemde kort na zijn aantreden als minister zijn voorganger Idenburg tot Gouverneur van Suriname
  • - 
    Bevorderde als minister het onderwijs in Nederlands-Indië

als bewindspersoon (wetgeving)
  • - 
    Bracht in 1906 een wet tot stand tot wijziging van het Regerings-Reglement voor Nederlands-Indië betreffende de rechtspraak in Nederlands-Indië. Algemene verordeningen (ordonanties) over het privaat-, straf- en procesrecht moeten voor alle bevolkingsgroepen van Indië het in Nederland geldende recht volgen. Afwijking hiervan (en derhalve handhaving van de adat) voor inlandse groepen is echter toegestaan.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    In 1912 ontging hem in het district Hoorn een liberale kandidatuur voor de Tweede Kamer toen hij het aflegde tegen W. de Jong
  • - 
    Werd op 24 januari 1917 als eerste kandidaat op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. Hij kreeg 55 van de 63 stemmen. Werd op 27 september 1918 opnieuw eerste kandidaat. Kreeg toen 63 van de 98 stemmen. Op J.H.A. Schaper werden 21 stemmen uitgebracht.
  • - 
    Verliet in april 1919 de voorzittersstoel om deel te kunnen nemen aan een debat over de Indische begroting. Hij had namelijk kritiek op het beleid van Gouverneur-Generaal Van Limburg Stirum, die de pas opgerichte Volksraad grotere invloed op het bestuur wilde geven en ook verdere bestuurshervormingen voorstond.
  • - 
    Trad als Gouverneur-Generaal krachtig op tegen de nationalisten en bracht de financiën van Nederlands-Indië op orde

verkiezingen
  • - 
    Versloeg in 1901 J.Th. de Visser (c.h.p.) na herstemming
  • - 
    Versloeg in 1905 R.J.W. Rudolph (arp) na herstemming
  • - 
    Versloeg in 1913 jhr. D.E. van Lennep (chu) na herstemming
  • - 
    Versloeg in 1917 M.C. van Wijhe (sdp) en Z. Kamerling (comité anti-grondwetsherziening)
  • - 
    Werd in 1929 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep I: Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    lid Tweede Kamer, 1905 (niet aangenomen in verband met zijn benoeming tot minister)

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    Mr. Antonio, "Mr. Fock", Parlementaire Portretten, Nieuwe Reeks LXXXVIII, De Telegraaf, 5 april 1902
  • - 
    D. Hans, "Mr. D. Fock", in: "Parlementsfilm" (z.j.)
  • - 
    F. van Anrooij, "Fock, Dirk (1858-1941)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 184
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
  • - 
    Onze Afgevaardigden, 1901, 1905, 1913
  • - 
    Ned. Patriciaat, 1917
  • - 
    F. van Anrooij, "Groeiend wantrouwen. Onderwijsbeleid in Nederlands Indië onder gouverneur-generaal D. Fock (1921-1926) (diss. Universiteit Utrecht)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Dit door Goeman Borgesius geformeerde liberale minderheidskabinet werd geleid door de Unie-liberaal De Meester. Hij was een vroegere vicepresident van de Raad voor Nederlandsch-Indiė; na de Gouverneur-Generaal de hoogste gezagsdrager in Indiė. Het kabinet bestond uit Unie-liberale en vrijzinnig-democratische ministers, alsmede twee partijlozen en beschikte in geen van beide Kamers over een meerderheid.
     
  • 2. 
    Vooraanstaand Gronings liberaal politicus, met grote politieke talenten. Pragmatisch ingesteld en gematigd vooruitstrevend. Was onderwijzer en hoofdredacteur van dagblad Het Vaderland. Vervolgens veertig jaar Tweede Kamerlid, waarvan vier jaar voorzitter. Gaf als Kamerlid de aanzet tot de arbeidsenquête van 1886. Leidde na 1893 de fractie van de vooruitstrevende liberalen in de Tweede Kamer. Bekwaam wetgever, die als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Pierson onder andere de Woningwet en de Gezondheidswet tot stand bracht. Formeerde in 1905 het kabinet-De Meester, maar nam daarin zelf geen zitting. Als Kamervoorzitter vermaard vanwege zijn versprekingen ('Curiname en Suraçau'). Hield als Kamerlid goed doorwrochte en vurige betogen, die meestal met veel belangstelling werden beluisterd.
     
  • 3. 
    De Gouverneur-Generaal (ook wel landvoogd of 'onderkoning') was de hoogste Nederlandse gezagsdrager in Nederlands-Indië. Hij oefende het bestuur uit over deze kolonie (later overzees gebiedsdeel) als vertegenwoordiger van de Koning, die formeel het oppergzag had.
     
  • 4. 
    Gouverneur-Generaal en minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Colijn II en het kabinet-Colijn III. Werd na een Indische loopbaan gezant in Tokio en was in de jaren 1926-1931 Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië. Trachtte daar tevergeefs een ethisch bewind te voeren dat tegemoet kwam aan de gematigde nationalisten. Tijdens zijn ministerschap keerde Nederland terug tot de zuivere neutraliteitspolitiek. Diplomaat die in het parlement niet erg tot openheid geneigd was. Onorthodoxe man van remonstrantsen huize die op grond van vermeende CHU-sympathieën minister werd, maar die feitelijk liberaal was.