Dr. J.A.H.J.S. (Sieuwert) Bruins Slot

Foto Dr. J.A.H.J.S. (Sieuwert) Bruins Slot
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Journalist en ARP-politicus, die tussen 1956 en 1963 de ARP-Tweede Kamerfractie leidde. Nam in de oorlog ontslag als burgemeester en speelde in het verzet een belangrijke rol bij het illegale Trouw. Bleef na de oorlog als hoofdredacteur aan die krant verbonden. In de Kamer buitenland-woordvoerder en warm voorstander van Europese samenwerking. Volgde in 1956 Schouten1 op als fractieleider. Hoofdrolspeler bij de bouwcrisis2 van 1960, waarbij zijn fractie tegenover de 'eigen' bewindslieden Van Aartsen3 en Zijlstra4 kwam te staan. Nadat hij in 1961 ook zijn standpunt ten aanzien van Nieuw-Guinea had gewijzigd, raakte hij geleidelijk uit de gratie bij de ARP. In 1963 trok hij zich terug uit de politiek.

ARP
functie(s) in de periode 1946-1963: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, lid EGKS-parlement

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin
  11. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Jan Albertus Hendrik Johan Sieuwert (Sieuwert)

geboorteplaats en -datum
Drachten (gem. Smallingerland), 8 januari 1906

overlijdensplaats en -datum
Haarlem, 4 april 1972

begraafplaats en -datum
Castricum, 7 april 1972

2.

Partij/stroming

partij(en)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • - 
    advocaat en procureur te Amsterdam, van 1928 tot 1933
  • - 
    burgemeester van Adorp (Gr.), van 1 mei 1933 tot 24 februari 1942 (op verzoek ontslag verleend)
  • - 
    advocaat te Sauwerd (Gr.), vanaf 1942
  • - 
    lid redactie illegale blad "Trouw", van januari 1943 tot mei 1945
  • - 
    hoofdredacteur dagblad "Trouw", van mei 1945 tot 1 februari 1971
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 juni 1946 tot 5 juni 1963
  • - 
    lid Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, van 10 september 1952 tot 22 februari 1955
  • - 
    waarnemend fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 oktober 1956 tot 16 oktober 1956
  • - 
    fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 oktober 1956 tot 16 mei 1963

4.

Partijpolitieke functies

overzicht
  • - 
    lid redactie "De Magistratuur", orgaan van het Verband van Vereenigingen van Anti-revolutionaire gemeentebestuurders in Nederland, van oktober 1940 tot juni 1941
  • - 
    leider illegale ARP, van mei 1943 tot mei 1945
  • - 
    lid ARP-Commissie voor Buitenlandse politiek, omstreeks 1948
  • - 
    vicefractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juni 1956 tot 3 oktober 1956
  • - 
    politiek leider ARP, van 3 oktober 1956 tot 29 december 1958
  • - 
    vertegenwoordiger van de Tweede Kamerfractie in het Centraal Comité van de ARP, van oktober 1956 tot 16 mei 1963
  • - 
    politiek leider ARP, van 26 mei 1959 tot 15 juni 1963
  • - 
    voorzitter College van Advies ARP, van juni 1963 tot 14 januari 1971

5.

Nevenfuncties

  • - 
    lid bestuur Groninger Gemeenschap, van 1939 tot 1940
  • - 
    lid commissie-Van Meurs voor opstellen 'Soeverein Noodbesluit', van juli 1941 tot september 1943 (ingesteld door Politiek Convent)
  • - 
    lid Contactcommissie van de Grote Adviescommissie van de Illegaliteit, van juli 1944 tot 1945
  • - 
    lid Deputaten voor het voortgezet gesprek inzake de verontrusting, Gereformeerde Kerk
  • - 
    lid Deputaten voor de bestudering van het oorlogsvraagstuk, Gereformeerde Kerk
  • - 
    lid Nationale Advies Commissie (adviescollege voor de samenstelling van de Voorlopige Staten-Generaal), van 20 juli 1945 tot november 1945
  • - 
    lid Staatcommissie Bezettingsrecht (Staatscommissie-Fockema Andreae), van 21 januari 1946 tot 17 september 1955
  • - 
    lid Legercommissie, van 10 juli 1947 tot 9 juli 1948
  • - 
    lid Defensiecommissie, van 9 juli 1948 tot 1 april 1957
  • - 
    lid studiecomité over Europese samenwerking o.l.v. Edouard Herriot, van oktober 1948 tot januari 1949
  • - 
    lid Assemblee ad hoc in Straatsburg ter voorbereiding van een Europese Grondwet (Europees Statuut), van september 1952 tot maart 1953
  • - 
    lid commissie ter bestudering van het zogenaamde Plan-Plesman (internationale samenwerking bij uitvoering en financiering grote infrastructurele werken), vanaf juli 1953
  • - 
    lid Comité d'action pour les États-Unis d'Europe (Comité-Monnet), vanaf 1955
  • - 
    lid Staatscommissie inzake herziening van de Loterijwet (Staatscommissie-Wiarda), van maart 1958 tot augustus 1961
  • - 
    lid bestuur Defence and Aid Fund Nederland, vanaf 1965
  • - 
    lid bestuur Comité Zuid-Afrika/DAFN (Defence and Aid Fund Nederland), vanaf 1968

afgeleide functies, presidia etc.
  • - 
    lid Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa, van 1 augustus 1949 tot 20 mei 1954
  • - 
    voorzitter Commissie van Voorbereiding voor de ontwerp-Wet op de journalistieke verantwoordelijkheid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1951 tot februari 1960
  • - 
    voorzitter Commissie van Voorbereiding voor de ontwerp-Zondagswet (Tweede kamer der Staten-Generaal), van mei 1951 tot maart 1953
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de ontwerp-Crematiewet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1952 tot februari 1955
  • - 
    voorzitter Commissie van Rapporteurs voor het wetsvoorstel Aanvaarding van een statuut van het Koninkrijk (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1954 tot juli 1954
  • - 
    lid Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa, van 5 juli 1955 tot 29 april 1957
  • - 
    ondervoorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Goedkeuring van het algemeen verdrag tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 23 februari 1961 tot februari 1963
  • - 
    ondervoorzitter bijzondere commissie voor de ontwerp-Wet Premie Kerkenbouw (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 14 maart 1961 tot mei 1962
  • - 
    voorzitter bijzondere commissie voor de Nota reclame-televisie (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 14 maart 1961 tot maart 1963

6.

Opleiding

voortgezet onderwijs
  • - 
    Chr. "Marnix Gymnasium" te Rotterdam, van 1918 tot 1924

academische studie
  • - 
    Nederlands recht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 17 september 1924 tot 29 mei 1928

promotie
  • - 
    rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit te Amsterdam, 13 maart 1931

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Was woordvoerder buitenlandse zaken en Europese zaken van de ARP-Tweede Kamerfractie. Hield zich ook bezig met defensie, binnenlandse aangelegenheden, onderwijs en omroepzaken.
  • - 
    Was in december 1946 één van de woordvoerders van zijn fractie in het debat over het Akkoord van Linggadjati
  • - 
    Voerde in 1949 namens zijn fractie het woord bij de behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het NAVO-verdrag en in 1951 bij de behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het E.G.K.S.-verdrag
  • - 
    Voerde in 1953 het woord bij de behandeling van de ontwerp-Zondagwet
  • - 
    Voerde in 1955 het woord bij de behandeling van de ontwerp-Wet op de lijkbezorging (crematiewet)
  • - 
    Voerde in 1960 en 1961 het woord bij de behandeling van de 'Totowet' (wijziging van de Loterijwet)
  • - 
    Voerde in 1963 het woord bij de behandeling van de goedkeuringswet voor het algemeen verdrag met de Bondsrepubliek Duitsland ('Generalbereinigung')

opvallend stemgedrag
  • - 
    Behoorde in 1953 tot de minderheid van zijn fractie die vóór het wetsvoorstel regeling toezicht op verkoop landbouwgronden stemde

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (5/11)
  • - 
    Werd door velen in zijn partij gezien als de voornaamste veroorzaker van de tussentijdse kabinetscrisis van december 1960 over de woningbouwproductie
  • - 
    Liet op 6 september 1961 in het dagelijks bestuur (moderamen) van de ARP weten van standpunt te zijn veranderd in de kwestie-Nieuw-Guinea, omdat het zelfbeschikkingsrecht voor de Papoea's onhaalbaar was
  • - 
    Verklaarde bij de algemene beschouwingen op 3 oktober 1961 in de Tweede Kamer dat bij de kwestie-Nieuw-Guinea naast behartiging van de belangen van de Papoea's overeenstemming met Indonesië doelstelling moest zijn. Daarmee werd afgeweken van de eerder door de ARP ingenomen lijn, die uitging van het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's.
  • - 
    Maakte op 16 december 1962 vrij onverwacht bekend zich na de verkiezingen van 1963 uit de politiek terug te trekken en zich geheel te wijden aan het hoofdredacteurschap van Trouw
  • - 
    Stond na zijn afscheid enigszins 'links' in de ARP en werd voorstander van een progressief-evangelische koers van de ARP

uit de privésfeer
  • - 
    Werd op dezelfde dag als student aan de VU ingeschreven als Gesina van der Molen

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    minister van Binnenlandse Zaken, 1945 (geweigerd)

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
Swarth (schuilnaam in de illegaliteit)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    J.A. van Bennekom, "Bruins Slot. Een politicus die van inzicht durfde te veranderen", in: C. Bremmer (red.), "Personen en momenten uit de geschiedenis van de Anti-Revolutionaire Partij" (1980)
  • - 
    D.F.J. Bosscher, "Bruins Slot, Jan Albertus Hendrik Johan Sieuwert (1906-1972)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 79
  • - 
    P. Bak, "Een 'meneer' van een krant. Trouw en Bruins Slot 1943-1968" (1999)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

archivalia
collectie-Bruins Slot, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Bijna veertig jaar lid van de Tweede Kamer voor de ARP en drieëntwintig jaar de zeer dominante fractie- en partijvoorzitter, wiens wil in de fractie wet was. Zoon van een haringvisser uit Maassluis die al op jonge leeftijd ging werken. Subliem product van de Gereformeerde Jongelingsvereniging en typische mannenbroeder. Autodidact. Was in Rotterdam enige tijd wethouder. Fractievoorzitter van de ARP in de Tweede Kamer vanaf de jaren dertig en opvolger van Colijn. Tijdens de bezetting moedig, karaktervast en onverzettelijk. Overleefde het beruchte kamp Mauthausen, maar zei in 1945 tegen Wilhelmina: ik ben niet veranderd. Ageerde met zijn krachtige, sonore stemgeluid tegen de Indië-politiek van de kabinetten-Beel en -Drees. Hield de ARP na de oorlog lange tijd in isolement. Verliet in 1956 de politiek en was nog ruim twee jaar staatsraad.
     
  • 2. 
    Op 23 december 1960 kwam het kabinet-De Quay ten val, nadat de Tweede Kamer een motie-Van Eibergen had aangenomen, waarin om de bouw van 5000 extra woningwetwoningen werd gevraagd. Minister Van Aartsen had aanneming van deze door zijn partijgenoot ingediende motie ontraden. Hij verbond daar zijn politieke 'lot' en daarmee het lot van het gehele kabinet aan.
     
  • 3. 
    Secretaris van de Christelijke werkgevers en wethouder in Den Haag, die in 1958 Algera als minister van Verkeer en Waterstaat in het vierde kabinet-Drees opvolgde. Bekleedde die post later ook in het kabinet-Marijnen. Was minister van Volkshuisvesting in het kabinet-De Quay. Bracht een eerste nota over de ruimtelijke ordening uit en was middelpunt van de kabinetscrisis in 1960 over de woningbouw. Stelde het rijkswegenfonds in. Na zijn ministerschap Commissaris van de Koningin in Zeeland. Gedegen, maar niet al te opvallend bestuurder.
     
  • 4. 
    Bekwame en gezagvolle econoom van ARP-huize. Werd al op jonge leeftijd, na hoogleraar aan de VU te zijn geweest, minister van Economische Zaken in het kabinet-Drees III en later in het kabinet-De Quay minister van Financiën. Ontwikkelde in die laatste functie een norm voor een trendmatig begrotingsbeleid. Gold in de ARP als modern en pragmatisch, maar riep soms weerstanden op door zijn rechtlijnigheid. Hoewel hij zichzelf niet als politicus beschouwde, was hij tweemaal lijsttrekker van de ARP. Werd als premier van een interim-kabinet een populair politicus, mede door een oudejaarsconference van Wim Kan. Nadien een behoedzame president van De Nederlandsche Bank, die vaak waarschuwde tegen groei van overheidsuitgaven. Had ook internationaal gezag. Was een uitstekend spreker, die helder ingewikkelde problemen kon uitleggen zonder vakjargon te gebruiken.