Mr. B.W. (Barend) Biesheuvel
Charismatische ARP-voorman, minister van Landbouw en premier. Afkomstig uit Haarlemmerliede en net als Colijn een boerenzoon. Kwam via de Christelijke boeren- en tuindersbond in de Kamer, waarvan hij al snel een gerespecteerd lid was. Werd in 1963 minister van Landbouw en vicepremier. Na een mislukte poging een kabinet te vormen in 1967 fractievoorzitter. Was zowel criticaster als steunpilaar van het kabinet-De Jong1. Pleitbezorger van christendemocratische samenwerking. In 1971 alsnog premier van een instabiel kabinet2, dat na een jaar ten val kwam. Behaalde in november 1972 met zijn partij een goed verkiezingsresultaat, maar verdween korte tijd later vrij geruisloos uit de politiek toen zijn partij aanstuurde op een kabinet met de PvdA. Populair in eigen kring. Harde werker, pragmatisch maar ook soms erg rechtlijnig. Werd vanwege zijn lange gestalte (bijna twee meter) 'mooie Barend' genoemd.
ARP
functie(s) in de periode 1956-1973: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, minister-president, viceminister-president, lid Europees Parlement (vóór 1979)
Inhoudsopgave
Barend Willem (Barend)
geboorteplaats en -datum
Spaarndam, Houtrakpolder (gem. Haarlemmerliede en Spaarnwoude), 5 april 1920
overlijdensplaats en -datum
Haarlem, 29 april 2001 partij(en)
-
-ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 11 oktober 1980
-
-CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980
-
-secretaris en adviseur van de Provinciaal Voedselcommissaris voor Noord-Holland te Alkmaar, van 1945 tot 1947
-
-secretaris buitenland, Stichting voor de Landbouw, van 1947 tot 1 januari 1952
-
-algemeen secretaris CBTB (Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond), van 1 januari 1952 tot 1 juli 1959
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 november 1956 tot 24 juli 1963
-
-voorzitter CBTB (Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond), van 1 juli 1959 tot 24 juli 1963
-
-lid Europees Parlement, van 7 maart 1961 tot 24 juli 1963 (aangewezen door de Staten-Generaal)
-
-waarnemend fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 juli 1963 tot 24 juli 1963 (vanwege ziekte van H. van Eijsden)
-
-minister van Landbouw en Visserij en viceminister-president, van 24 juli 1963 tot 5 april 1967
-
-minister belast met coördinatie van aangelegenheden Suriname en de Nederlandse Antillen betreffend en met de zorg voor aan Suriname en de Nederlandse Antillen te verlenen hulp en bijstand, van 24 juli 1963 tot 5 april 1967
-
-fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 februari 1967 tot 6 juli 1971
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 6 juli 1971
-
-minister-president en minister van Algemene Zaken, van 6 juli 1971 tot 11 mei 1973
-
-fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 november 1972 tot 7 maart 1973
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 7 maart 1973
-
-ambteloos, vanaf 11 mei 1973
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur, van 9 maart 1967 tot 20 maart 1967 (poging mislukt)
-
-kabinetsformateur, van 22 juni 1971 tot 6 juli 1971
-
-kabinetsformateur, van 22 juli 1972 tot 9 augustus 1972 (lijmpoging na val kabinet)
-
-vicevoorzitter christendemocratische fractie, Europees Parlement, van 1961 tot 1963
-
-vicefractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1963 tot 22 juli 1963
-
-politiek leider ARP, van 1 juli 1963 tot 7 maart 1973
-
-lid Groep van Achttien, overleg over samenwerking ARP, CHU en KVP, van april 1967 tot 22 september 1969
-
-lid commissie gezamenlijk urgentieprogramma KVP, ARP, CHU 1971-1975, van augustus 1970 tot oktober 1970
-
-voorzitter adviescommissie kandidaatstelling CDA Europese Verkiezingen 1994, omstreeks 1993
lijsttrekkerschappen
-
-lijstaanvoerder ARP Tweede Kamerverkiezingen 1963 (kieskringen 's-Hertogenbosch, Arnhem, Nijmegen, Leiden, Amsterdam en Utrecht), van 1 februari 1963 tot 15 mei 1963
-
-lijsttrekker ARP Tweede Kamerverkiezingen 1967, van 15 december 1966 tot 15 februari 1967
-
-lijsttrekker ARP Tweede Kamerverkiezingen 1971, van 8 januari 1971 tot 28 april 1971
-
-lijsttrekker ARP Tweede Kamerverkiezingen 1972, van 30 september 1972 tot 29 november 1972
-
-voorzitter ICONA (Interdepartementale Coördinatie Commissie voor Noordzee-aangelegenheden), van 18 juni 1977 tot september 1991
-
-lid Raad van Commissarissen "De Vleeschmeesters", van januari 1978 tot 1981
-
-voorzitter Koninkrijkswerkgroep, van januari 1978 tot 1980 (over relatie tussen Nederland en de Nederlandse Antillen)
-
-lid Comité van Wijzen, EEG-commissie ter advies over functioneren Europese Gemeenschap, van december 1978 tot 1979
-
-voorzitter evaluatiecommissie Wet Openbaarheid, vanaf 10 juni 1980
-
-voorzitter bestuur EIB (Europees Instituut voor Bestuurskunde), van 1 januari 1981 tot 1 januari 1984
-
-voorzitter Gemengde Commissie Toekomst Antillen ('Commissie van Zeven'), van 14 januari 1982 tot 25 november 1982
-
-voorzitter Staatscommissie van advies in zake de relatie kiezers-beleidsvorming, van 26 mei 1982 tot maart 1984
-
-lid Raad van Commissarissen KLM (Koninklijke Luchtvaartmaatschappij), vanaf januari 1986 (nog in 1989)
-
-voorzitter Voorlopige Raad voor Verkeer en Waterstaat, vanaf 1 juli 1986 (nog in 1989)
-
-voorzitter Nederlandse onderhandelingsdelegatie Belgisch-Nederlands besprekingen over waterverdragen, van december 1986 tot mei 1993 (resp. commissie-Biesheuvel/Davignon, 1986-1989 en -Biesheuvel/Poppe, 1989-1993)
-
-lid Raad van Commissarissen "Johnson Wax Europlant" B.V., omstreeks 1989
-
-voorzitter Comité van Aanbeveling Stichting Nationaal Erfgoed "Hotel De Wereld"
-
-voorzitter-lid commissie Vervoer over zee
-
-voorzitter Evaluatie Commissie Nationaal Remote Sensing Programma, omstreeks 1989
-
-informateur voor de vestigingsplaats van het Onderzoekcentrum Telematica, vanaf december 1990
-
-voorzitter Ontwikkelings Raad voor Leeuwarden (economische adviezen t.a.v. Leeuwarden), vanaf juni 1991
-
-voorzitter Stuurgroep Sturingsmodel Beroepsonderwijs in de Overheid, van 10 januari 1992 tot november 1992
-
-voorzitter Commissie modernisering curatieve zorg, vanaf januari 1993
-
-bemiddelaar conflict binnenschippers over vrachtverdeling, omstreeks juli 1993
-
-voorzitter Commissie beloningsstructuur medisch specialisten, van 1993 tot januari 1994
-
-adviseur over de toekomst van het Nederlands Astmacentrum te Davos, 1994
-
-voorzitter commissie samenwerking blindenbibliotheken, van maart 1994 tot september 1994
-
-voorzitter Stichting Fonds voor het Bibliotheekwerk voor Blinden en Slechtzienden, van 1994 tot 1 september 1998
afgeleide functies, presidia etc.
-
-lid Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa en West-Europese Unie, van december 1956 tot april 1961
-
-lid Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, van januari 1957 tot juli 1963
-
-voorzitter vaste commissie voor Landbouw en Visserij (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 27 september 1960 tot 5 juni 1963
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Wijziging van de bedragen in de Grondwet inzake het inkomen van de Kroon (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 juni 1968 tot oktober 1968 (8683)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
primair onderwijs-
-Openbare lagere school te Spaarndam, van 1926 tot 1927
-
-Christelijke lagere school "Oranje-Nassau Instituut" te Haarlem, van 1927 tot 1932
voortgezet onderwijs
-
-m.u.l.o., "Oranje-Nassau Instituut" te Haarlem, van 1932 tot 1936
-
-gymnasium-a, "Christelijk Lyceum" te Haarlem, van 1936 tot 1940
academische studie
-
-Nederlands recht, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1940 tot september 1945
-
-Was landbouw-woordvoerder van de ARP in de Tweede Kamer. Hield zich verder onder meer bezig met Europese Zaken. Was in de periode 1959-1962 verder woordvoerder Nieuw-Guineabeleid.
-
-Was in 1957 één van de woordvoerders van zijn fractie bij de behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het E.E.G.-verdrag
-
-Interpelleerde op 29 oktober 1959 minister Marijnen over speciale maatregelen die zouden kunnen worden genomen ten behoeve van de agrarische bedrijven, die waren getroffen door de langdurige droogte
-
-Was in 1962 woordvoerder van zijn fractie bij de behandeling van de Nota inzake hulp aan minder-ontwikkelde landen
opvallend stemgedrag
-
-Stemde in 1960 als enige van zijn fractie vóór een wijziging van de Loterijwet, waardoor de voetbaltoto werd gelegaliseerd. Het wetsvoorstel werd door de Eerste Kamer verworpen. Bij de stemming over het hernieuwde (tijdelijke) wetsvoorstel in 1961 was hij afwezig.
als minister-president
-
-Tijdens de door hem geleide kabinetten speelden onder meer de affaire rond de eventuele vrijlating van de "Drie van Breda", de verhoging van het inschrijvings- en collegegeld, de indiening van anti-piratenwetjes (gericht tegen radio-uitzendingen vanaf de Noordzee) en voorstellen tot verdere huurliberalisatie
-
-In oktober 1971 vond een omstreden eendaags bezoek aan Nederland plaats van keizer Hirohito van Japan. Tegen dit bezoek werd geprotesteerd door slachtoffers van de Japanse bezetting, waarbij met name de cabaretier Wim Kan een prominente rol speelde
-
-In zijn kabinet ontstond in juli 1972 onenigheid over het te voeren financieel-economische beleid tussen de ministers Drees en De Brauw van DS'70 en de overige ministers, waarna het kabinet ten val kwam. Een poging om de breuk te lijmen, mislukte.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Stelde in 1964 de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw in, waarmee sanering van de landbouwsector moest worden bevorderd. Uit het S&O-fonds werden onder meer bedrijfsbeëindigingen gefinancierd
-
-Had in mei 1966 een belangrijk aandeel in het tot stand komen van een gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid. Hierdoor komt er één markt voor Europese landbouwproducten en wordt een fonds ingesteld waarmee de gemeenschappelijke landbouwpolitiek wordt gefinancierd. (7.539 & 8.631)
-
-Bracht in augustus 1972 een KB uit tot regeling, taak, organisatie, werkwijze en samenstelling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
-
-Stelde in november 1972 de voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in
-
-Bracht in 1973 een beleidsbrief uit over bestrijding van terreuracties. Daadwerkelijke bestrijding van terreuracties werd gezien als een vorm van misdaadbestrijding en als zodanig een politietaak. Wel komen er speciale antiterreureenheden, uit (rijks)politie en de krijgsmacht. Er komt een speciale opleiding voor de politie en bij de landmacht, waarvoor vrijwilligers zich kunnen aanmelden. De minister van Justitie krijgt de beslissingsbevoegdheid over inzet van speciale eenheden. (12000-V, nr. 11)
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1964 samen met staatssecretaris Bartels een wet (Stb. 363) tot stand houdende regels met betrekking tot de handel in antibiotica, hormoonpreparaten, thyreaostatica, en daarmee gelijk te stellen middelen, bestemd of mede bestemd voor aanwending bij dieren. Doel is te voorkomen dat het gebruik van bijvoorbeeld groeihormonen en antibiotica in de veehouderij schadelijke neveneffecten heeft voor mensen. Het wetsvoorstel was in 1963 ingediend door de ministers Marijnen en Veldkamp. (7.202)
-
-Bracht in 1965 samen met staatssecretaris Bartels een wijziging (Stb. 233) van de Veewet tot stand, waardoor er meer mogelijkheden kwamen om op het gebied van diervoeder maatregelen te nemen in het belang van de volksgezondheid. De wetswijziging was onder meer ingegeven door het gevaar van salmonella-besmetting. Het wetsvoorstel was in 1961 ingediend door de ministers Marijnen en Veldkamp. (6.505)
-
-Bracht in 1966 een wet (Stb. 278) tot wijziging van de Landbouwwet tot stand, ter bevordering van een goede uitvoering van het gemeenschappelijk beleid van de Europese Economische Gemeenschap op het gebied van landbouw (8.387)
-
-Bracht in 1966 de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Stb. 455), een nieuwe regeling voor het kwekersrecht, tot stand. Deze wet regelt dat voor gewassen een kwekersrecht wordt verleend voor een periode van 15 tot 25 jaar. De houder van het recht kan met derden licentiecontracten afsluiten over het gebruiksrecht. (7.160)
-
-Bracht in 1972 samen met minister Geertsema een nieuwe Wet inzake het financieel statuut van het Koninklijk Huis (Stb. 701) tot stand. De wet regelt de uitkeringen aan de leden van het koninklijk huis, het ter beschikking stellen van paleizen en de opheffing van het kroondomein. Voor de uitkeringen vindt voortaan jaarlijks prijsindexering plaats; er wordt rekening gehouden met de grondwettelijke belastingvrijdom. (11.848)
als (in)formateur
-
-Kreeg op 9 maart 1967 de opdracht een kabinet te vormen dat zou mogen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging. Trachtte op basis van het tijdens de informatie-Zijlstra tot stand gekomen programmatische akkoord een kabinet te vormen van KVP, VVD, ARP en CHU, waaran hijzelf minister-president en Marga Klompé vicepremier zou worden. Vanwege problemen bij de personele samenstelling door weigeringen van KVP-kandidaten voor Economische Zaken en Sociale Zaken (prof. H.J.M. Bosman, Steenkamp, W.A.J. Bogers) vroeg hij op 20 maart ontheffing van zijn opdracht. Hij had dat eerder al op 17 maart gedaan, maar er was toen besloten nog een uiterste poging te doen om tot overeenstemming te komen.
-
-Kreeg op 22 juni 1971 de opdracht tot vorming van een parlementair kabinet, dat geacht mocht worden te steunen op een meerderheid in de volksvertegenwoordiging. Als basis voor de formatie gold het op 20 juni onder leiding van informateur Steenkamp bereikte basisakkoord tussen KVP, VVD, ARP, CHU en DS'70. Na weigeringen van onder anderen De Gaay Fortman, A.M. Donner en P.J. Boukema kwam Van Agt, aan wie eerst Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk was toegedacht, op Justitie. Nadat Kremers Onderwijs had geweigerd, kreeg Ch. van Veen die post. Op 6 juli aanvaardde Biesheuvel de opdracht tot formatie.
-
-Kreeg op 22 juli 1972 de opdracht een kabinet te vormen. Gaf die opdracht op 3 augustus 1972 terug, waarna de ministers terugkwamen op het ter beschikking stellen van hun portefeuilles en functies
-
-Schreef in augustus 1972 aan partijvoorzitter Veerman dat hij alleen lijsttrekker wilde zijn als het kabinetsbeleid inzet van de verkiezingen zou zijn en behield zich het recht voor om, bij vorming van een kabinet met de PvdA, de Kamer voortijdig te verlaten. Voor de buitenwacht bleef dat dreigement buiten beeld. Ondanks vage toezeggingen werd hij lijsttrekker.
-
-Koos in maart 1973 voor voortzetting van zijn ministerschap, nadat hij dit gedurende de grondwettelijk bepaalde maximale tijd van drie maanden had gecombineerd met het Tweede Kamerlidmaatschap. Hiermee kwam feitelijk een einde aan zijn politieke loopbaan.
-
-Weigerde in 1974 en 1976 een kandidatuur voor de Eerste Kamer
-
-Was na de totstandkoming van het kabinet-Den Uyl enige tijd niet on speaking terms met zijn opvolger Aantjes. Weigerde sindsdien verdere politieke functies, zoals het voorzitterschap van de ARP en de functie van Commissaris van de Koningin in Zeeland. Voor die laatste functie trok hij zich kort voor een ministerraadsbesluit terug.
-
-Werd in oktober 1978 door de regering gepolst voor de post van Europees Commissaris voor landbouw, maar liet weten geen belangstelling te hebben
uit de privésfeer
-
-Zijn familie kwam oorspronkelijk uit het Land van Heusden en Altena
-
-Zijn vader was raadslid en wethouder van Haarlemmerliede c.a.
-
-Bekend was dat zijn echtgenote Mies een belangrijke adviseur voor hem was en een drijvende kracht in zijn carrière
-
-Was tussen april en juni 1967 uitgeschakeld door een tijdens vakantie in het Midden-Oosten opgelopen besmetting met tyfus
niet-aanvaarde politieke functies
-
-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, februari 1957 (geweigerd)
-
-lid Tweede Kamer, mei 1973 (vacature-Veerman)
-
-minister van Landbouw en Visserij, maart 1967 (tijdens formatie-De Jong)
-
-minister zonder portefeuille voor grondwetszaken, maart 1967 (tijdens formatie-De Jong)
-
-Commissaris van de Koningin in Zeeland, 1974 (trok zich één dag voor een besluit over de benoeming terug als kandidaat)
pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
-
-"Mooie Barend" (koosnaam onder andere vanwege zijn lange gestalte (1.97 meter))
-
-"Rooie Barend" (bijnaam in VVD-kring vanwege zijn rol in het kabinet-Cals)
-
-"Open Barend" (bijnaam vanwege zijn rol als voorzitter van een commissie over openbaar bestuur)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-G. Puchinger, "Hergroepering der partijen?" (1968), 413
-
-F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
-
-G. Puchinger, "Nederlandse minister-presidenten van de twintigste eeuw" (1984)
-
-Willem Breedveld, "De laatste triomf van de mannenbroeders. B.W. Biesheuvel 1920-2001", Trouw, 1 mei 2001
-
-Jan-Joost Lindner, "'Mooie Barend': prikkelbare regent met charisma; 'Hij oogde sterk, maar voelde zich snel gekrenkt'", De Volkskrant, 1 mei 2001
-
-J.M. Bik, "Geen groot AR-premier. Barend Biesheuvel (1920-2001)", NRC Handelsblad, 30 april 2001
-
-P. van Tellingen, "De laatste grote antirevolutionaire voorman", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2001, 126
-
-J. Bosmans, "'Biesheuvel, Barend Willem (1920-2001), in Biografisch Woordenboek van Nederland, deel VI (digitale versie)
-
-W.F. Scholten, "Barend Willem Biesheuvel. Van boerenleider tot minister-president", in: P.E. Werkman en R. van der Woude (red.), "Wie in de politiek gaat, is weg? Protestantse politici en de christelijk-sociale beweging" (2009), 237-267
-
-W.F. Scholten, "Mooie Barend. Biografie van B.W. Biesheuvel 1920-2001" (2012)
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Het kabinet-De Jong regeerde aan het einde van de roerige jaren zestig. Er was tijdens deze kabinetsperiode veel onrust in de maatschappij onder meer als gevolg van de democratiseringsgolf bij universiteiten en hogescholen. Ook vrouwen, dienstplichtigen en werknemers vroegen om hervormingen en in 1970 was er een groot loonconflict met de vakbeweging.
- 2.Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.