G.H. Betz - Hoofdinhoud
Liberaal Kamerlid en minister van Financiën in het tweede kabinet-Thorbecke i. Autodidact, die met zijn broer in Kralingen leiding gaf aan een stroopfabriek. Raadslid in Rotterdam en vanaf 1859 Tweede Kamerlid voor die stad. Pleitbezorger van hervorming van het financiële stelsel en van afschaffing van plaatselijke accijnzen. Als minister het middelpunt van de Limburgse brievenaffaire i. Er was daarbij sprake van toezeggingen aan Limburgse Kamerleden over uitstel van belastingverhoging in Limburg met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen. Trad vanwege deze affaire af als minister.
Thorbeckianen, Liberalen
functie(s) in de periode 1859-1863: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave
Gerardus Henri
geboorteplaats en -datum
Breda, 30 oktober 1816
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 20 mei 1868 stroming(en)
liberaal (Thorbeckiaan)
-
-werkzaam in bedrijf vader (olieslagerij) te Breda
-
-firmant koffie- en aardappelstroopfabriek firma "Gebr. Betz" te Kralingen, van 1837 tot 1859 (in 1848 verplaatst naar Delfshaven)
-
-lid gemeenteraad van Rotterdam, van 15 september 1853 tot 11 augustus 1859
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 3 november 1857 tot 15 februari 1859 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 februari 1859 tot 1 februari 1862 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
-
-minister van Financiën, van 1 februari 1862 tot 27 november 1865
-
-minister van Koloniën ad interim, van 3 januari 1863 tot 1 februari 1863 (na aftreden van minister Uhlenbeck)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-redacteur tijdschrift "Bijdragen tot de kennis van staats-, provinciaal- en gemeentebestuur van Nederland", vanaf 1857 (samen met J.A. Fruin en P.F. Hubrecht)
-
-redacteur "Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië", vanaf 1866
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als parlementariër-
-Sprak in de Tweede Kamer vooral over financiële zaken (belastingen, kosten aanleg spoorwegen, douanetarieven en pensioenen)
-
-Stemde in 1860 tegen de ontwerp-Wet aanleg van spoorwegen voor rekening van de staat
-
-Interpelleerde op 27 februari 1861 minister Van Heemstra over het aftreden van minister Van Hall. Een door hem ingediend voorstel om de werkzaamheden van de Kamer voorlopig op te schorten, werd met 32 tegen 26 stemmen verworpen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Leed in 1865 parlementaire nederlagen bij een door hem voorgestelde wetswijziging over de plaatselijke belastingen en tot wijziging van de Zegelwet (onder meer afschaffing van het dagbladzegel). Beide wetsvoorstellen werden ingetrokken.
als bewindspersoon (wetgeving) (3/6)
-
-Bracht in 1863 een wettelijke regeling tot stand waardoor De Nederlandsche Bank (vooralsnog voor 25 jaar) de enige circulatiebank bleef (dat was al zo sinds 1814). De bank werd een N.V. die haar hoofdzetel in Amsterdam had. Daarnaast kwam er een bijbank in Rotterdam en kwamen er in alle provincies agentschappen. Van regeringswege hield een koninklijke commissaris toezicht op de directie.
-
-Bracht in 1863 een wet tot afschaffing van de accijns op turf en steenkool tot stand. Ter compensatie werd de rijksaccijns op gedistilleerd verhoogd.
-
-Bracht in 1865 samen met minister Thorbecke een wettelijke regeling voor de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten tot stand. De gemeentelijke accijnzen werden afgeschaft en in ruil daarvoor kregen gemeenten vier vijfden van de opbrengsten van de Personele belasting.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen-
-Trad af vanwege de Limburgse brievenkwestie. Een vertrouwelijk schrijven van het Limburgse Tweede Kamerlid Van der Maessen de Sombreff werd openbaar gemaakt. De indruk was ontstaan dat Betz de voorgenomen verhoging van de grondbelasting in Limburg wilde laten rusten tot na de verkiezingen.
uit de privésfeer
-
-Wijdde zich na 1859, naast zijn politieke functies, voornamelijk aan studie
verkiezingen
-
-Versloeg in 1859 in het district Rotterdam E.J.A. graaf van Bylandt (lib.). Verkiezingen waren nodig vanwege uitbreiding van het zeteltal.
-
-Werd in 1866 bij de periodieke verkiezing in het district Leiden verslagen door P.H. baron van Taets van Amerongen (cons.)
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Financiën, februari 1860 (geweigerd tijdens formatie-Van Hall)
-
-W.R. van Höevell, "Een blik op het leven van Gerardus Henri Betz" (Zaltbommel, 1868) (De publicatie bevat onder andere een lijst van geschriften van Betz)
-
-Maureen Callahan, "The harbor barons: political and commercial elites and the development of the port of Rotterdam, 1824-1892" (Ann Arbor, 1986) vol. 2, 011
-
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VII, 113
-
-N. Cramer, "Wandelingen door de Handelingen"
-
-Ned. Patriciaat, 1917
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.